Goed in je vel
Werken werkbaar maken en houden
Voor veel mensen is werkbaar werk geen evidentie. Steeds meer mensen worstelen met de ratrace, de werkdruk en de emotionele belasting van hun job. Daarnaast stijgt het aantal precaire jobs. Vanuit de basisgedachte dat we werken om te leven en niet andersom kiest Groen voor gezonde loopbanen in gezonde werkomgevingen, toegankelijke verlofstelsels en tijd voor zorg en recuperatie.
Iedereen heeft recht op waardig werk. Werk dat productief en gezond is, een eerlijk inkomen verschaft, veiligheid op de werkplaats biedt, sociale bescherming garandeert, ruimte laat voor persoonlijke ontwikkeling en sociale integratie, inspraak en participatie waardeert, een gelijke behandeling voorop zet en een goeie work-life balance voorziet. Er beweegt iets in de samenleving: steeds meer werkgevers kiezen voor het welzijn van hun werknemers, zowel op als naast het werk.
Tegelijkertijd zien we een forse toename van mensen die langdurig uitvallen door burn-outs en aandoeningen aan spieren of gewrichten. Acute problemen met de werkbaarheid nemen toe. Mensen worstelen met de ratrace, de werkdruk en de emotionele belasting van hun job. Dertien procent van de werknemers en dertig procent van de zelfstandigen geeft aan een problematische work-life balance te hebben. Onbetaalde (zorg)arbeid – waarin traditionele genderrollen nog te vaak tot uiting komen – wordt te weinig gewaardeerd.
Daarnaast wordt de kloof tussen kwalitatieve en precaire jobs steeds dieper. Er zijn steeds meer jobs met ongunstige arbeidsvoorwaarden en -relaties (zoals een tijdelijk contract), een laag inkomen, onvrijwillig deeltijds werk, een gebrek aan vertegenwoordiging en betrokkenheid op de werkvloer of een combinatie van deze factoren. Wie precair tewerkgesteld is, scoort lager op het vlak van welzijn en gezondheid, ervaart meer werk-privéconflicten en heeft een hogere jobontevredenheid. Precaire jobs zijn mee verantwoordelijk voor een ongelijke verdeling van gezondheids- en welzijnsrisico’s in onze samenleving. Illustrerend zijn de wanpraktijken bij de pakjes- en fietskoeriers, de uitbuiting op de Borealiswerf, de acties van de poetshulpen, etc. Groen wil deze kloof dichten, want iedereen heeft recht op waardig werk. We zien daarnaast ook dat zorgberoepen knelpuntberoepen zijn geworden. Zo vallen er gaten in ons maatschappelijk vangnet, waar vooral de meest kwetsbare mensen de dupe van zijn.
Vanuit de basisgedachte dat we werken om te leven en niet andersom kiest Groen voor gezonde loopbanen in gezonde werkomgevingen, tijd voor zorg en recuperatie, toegankelijke verlofstelsels en een plan om burn-outs aan te pakken. Alleen zo kunnen we evolueren naar een samenleving waar iedereen goed in zijn of haar vel zit op de werkvloer (en daarbuiten).
Kwalitatieve en nabije zorg
Goede en betaalbare zorg is een basisrecht voor iedereen. Ons zorgsysteem is cruciaal voor ons welzijn en onze gezondheid, maar botst op haar grenzen. Door zorg en ondersteuning naar de mensen toe te brengen, keren we de uitdaging om. We versterken de eerstelijnszones, lokale overheden en buurtwerkingen om mensen van nabij te helpen.
Als we willen dat zorg een basisrecht is voor iedereen, moeten we het systeem durven herbekijken. Waar mensen wonen komen verschillende beleidsdomeinen samen. Denk aan welzijn, gezondheidszorg en maatschappelijk werk, maar ook aan buurtvorming. Groen gaat voluit voor die lokale mensenzorg over sectoren en domeinen heen. Het lokale bestuursniveau speelt daar net zo'n belangrijke rol in als het Vlaamse of het federale niveau.
Ons zorgsysteem staat onder druk
Ons zorgsysteem heeft veel verdienste, maar staat onder een immense druk. De vergrijzing en verzilvering zetten zich door. Er is te weinig personeel en een te grote uitval terwijl wachtlijsten groeien, praktijken patiëntenstops moeten invoeren en de druk op een al overvraagde sector bijgevolg nog meer wordt opgedreven. Doelmatige zorg realiseer je niet met een bedrijfslogica of marktwerking, maar door vroeg in te grijpen en naar de mensen met een zorgnood toe te gaan. Uitstel leidt immers vaak tot verlies van levenskwaliteit en hogere kosten.
De coronacrisis heeft bewezen dat samenwerken op het terrein lukt. De eerstelijnszones hebben het onmogelijke waargemaakt tijdens de vaccinatiecampagne. Pilootprojecten rond geïntegreerde zorg slagen er in buurtzorg op te bouwen. Zorgzame buurten tonen in de lopende trajecten hoe waardevol zo'n aanpak kan zijn. Er zijn tal van succesvolle experimenten en goede praktijken. Waar we mee lokaal besturen maken we nu al het verschil. Nu is het tijd voor structurele oplossingen en fundamentele hervormingen op alle niveaus.
Tijd voor een gedeelde langetermijnvisie
Dat lukt niet met één maatregel of op één beleidsniveau. En al zeker niet door de kosten of de verantwoordelijkheid op elkaar af te schuiven. Wat we echt nodig hebben is samenwerking over bevoegdheden en domeinen heen. Een gedeelde langetermijnvisie moet leiden tot gemeenschappelijke doelstellingen en complementaire plannen.
Een herverdeling van bevoegdheden binnen de beleidsniveaus zelf en een eventuele staatshervorming moeten we, over de partijgrenzen en beleidsniveaus heen, aangrijpen als een kans om de gezondheid en levenskwaliteit van mensen centraal te zetten. Groen kan en wil daar aan meewerken en heeft dan ook de verantwoordelijkheid om bakens te verzetten.
Mentaal welzijn als meetlat
Het is oké om niet oké te zijn. Iedereen die het moeilijk heeft, moet vlot ondersteuning en begeleiding kunnen krijgen in de buurt. Wie geen hulp durft of kan vragen, moeten we op tijd "vinden". Psychisch lijden kost ons land jaarlijks 20 miljard euro. Investeren in mentale gezondheid is dus niet alleen een vanzelfsprekende keuze op menselijk maar ook op economisch vlak.
We moeten het blijven zeggen: het is oké om niet oké te zijn. Psychische problemen komen vaker voor dan we denken. Goede en betaalbare zorg is ook daarbij een basisrecht. De voornaamste reden dat mensen geen (of te laat) hulp zoeken als ze het moeilijk hebben, is dat ze niet inzien of zelfs ontkennen dat er een probleem is. Wie toch de stap durft zetten, vindt de gepaste hulp vaak niet. In de geestelijke gezondheidszorg is er al jaren te weinig capaciteit waardoor de wachtlijsten steeds langer worden. En de drempels zijn al zo hoog.
Bij psychische problemen is het net als bij lichamelijke problemen belangrijk om tijdig in te grijpen. We komen er niet met psychiatrische bedden in ziekenhuizen of een consultatie van tien minuten. Wie het moeilijk heeft, moet snel ergens terechtkunnen, in de buurt. Wie de weg niet vindt, moet een pad getoond worden. Wie de moeilijkheden opkropt, moet uitgenodigd worden om hulp te vragen.
Samenwerken op het terrein én in het beleid
Als we goed beleid voor mentaal welzijn willen, moeten we erop inzetten over verschillende beleidsdomeinen en beleidsniveau's heen. Dat geldt zeker voor gezondheidszorg, onderwijs en werk, maar bijvoorbeeld ook voor sociale zaken. Het hoeft niet te verbazen dat armoede en ongelijkheid nefast zijn voor iemands mentaal welzijn. En uiteraard speelt ruimtelijke ordening een belangrijke rol, want groen in je buurt is goed voor je geestelijke gezondheid.
Mensen met ernstige psychiatrische problemen hebben evenzeer recht op een menswaardig bestaan en deelname aan de samenleving. Dat zij vaak niet de gezondheidszorg krijgen die ze nodig hebben, is onaanvaardbaar. Tegelijk kunnen we moeilijk overschatten hoe zwaar vooroordelen en voortdurende uitsluiting wegen op de geestelijke gezondheid.
Meer investeringen zijn nú nodig
Groen wijst al langer op de noodzaak om te investeren in mentaal welzijn. Ons belangrijkste programmapunt op dat vlak – terugbetaling van psychotherapie – werd gedeeltelijk gerealiseerd, maar dat is nog niet voldoende. Er zijn meer middelen nodig, vooral op gemeenschapsniveau. En het moet ook anders. We moeten psychosociale problemen vroeg en nabij aanpakken: in de scholen, op het werk, in de buurt. De coronacrisis heeft de aandacht voor mentaal welzijn vergroot. Dat creëert een momentum dat we als Groen willen aangrijpen om écht op geestelijke gezondheidszorg in te zetten.