Goed voor de planeet

Zorgeloze en duurzame mobiliteit voor iedereen

Mobiliteit is een basisrecht. Groen wil dat je op een zorgeloze, veilige en duurzame manier je bestemming bereikt. We moeten evolueren naar een duurzaam mobiliteitsbeleid: de meest ecologische manier om je te verplaatsen, moet ook de meest logische keuze zijn.


Mobiliteit is een basisrecht. De meest ecologische manier om je te verplaatsen, moet ook de meest logische keuze zijn.

We zijn doorheen de jaren steeds meer plaats gaan maken voor het verkeer. Verblijfsruimte en groene ruimte werden opgeofferd met files, verkeersonveiligheid en vervuiling tot gevolg. Ook op ons klimaat heeft het verkeer een grote impact. In Europa is transport verantwoordelijk voor ongeveer een kwart van de totale CO2-uitstoot – en dat cijfer blijft stijgen. In België is dat onder meer te verklaren door de ruimtelijke ordening: veel bestemmingen liggen op locaties die te voet, met de fiets of het openbaar vervoer niet te bereiken zijn. Dat heeft geleid tot een grote autoafhankelijkheid.

Stappen, trappen en het openbaar vervoer nemen

Groen streeft naar een duurzame mobiliteit met verplaatsingsmogelijkheden die anderen en de planeet op korte en lange termijn zo min mogelijk schade toe te brengen. Om daartoe te komen, moeten we onze verplaatsingen verminderen, verschuiven en verschonen. Stappen, trappen en het openbaar vervoer nemen zijn daarbij aangewezen. Ook deelmobiliteit heeft een belangrijke rol in het verminderen van het aantal wagens. Enkel alle wagens door elektrische exemplaren vervangen zal geen echte verduurzaming van het verkeer met zich meebrengen. Onze wagens zijn doorheen de jaren immers talrijker en volumineuzer geworden.

Besturen is keuzes maken. Om te komen tot die duurzame mobiliteit, moeten duurzame vervoersmiddelen letterlijk en figuurlijk de plaats krijgen die ze verdienen. Dat niet doen leidt tot een mobiliteitsbeleid waarin iedereen zich vastrijdt. Het legt een hypotheek op de leefbaarheid. Voetgangers kunnen niet aangenaam over straat kuieren, automobilisten staan urenlang stil, fietsers voelen zich onveilig ... Kortom, bij het huidige mobiliteitsbeleid verliest iedereen.

Kiezen voor leefbaarheid en levenskwaliteit

Groen staat voor een mobiliteitsbeleid waarin echte keuzes gemaakt worden. Waar we aan de knoppen zitten, maken we deze keuzes ook. We kiezen resoluut voor leefbaarheid en levenskwaliteit.

Het beleid moet ervoor zorgen dat elke burger vlot toegang krijgt tot vervoersmiddelen waarvoor minder energie, minder materialen en minder plaats nodig is. Zowel wie vandaag geen toegang heeft tot duurzame mobiliteit als wie zich een of meerdere auto's kan veroorloven moet zich ertoe aangetrokken voelen.

Overal meer natuur: de enige weg voorwaarts

Het gaat niet goed met de biodiversiteit van onze planeet. Vlaanderen is een van de meest biodiversiteitsarme regio's. Het komende decennium is cruciaal om het tij te keren. Daarom wil Groen de Vlaamse natuur herstellen met een ambitieus plan.


Het gaat niet goed met de biodiversiteit van onze planeet. We zitten in een golf van uitstervende soorten, honderden keren sneller dan het natuurlijke ritme. De druk op de natuur via jacht en overbevissing, vervuiling en gronduitputting, verstedelijking en ontbossing dragen allemaal bij aan de biodiversiteitscrisis waarin we ons vandaag bevinden.

Net zo belangrijk als de klimaatcrisis

Experten zijn het erover eens dat deze crisis even belangrijk is als de klimaatcrisis en beiden sterk met mekaar verweven zijn. Het komende decennium is cruciaal om het tij te keren. Verschillende wetenschappers en landen roepen op om dertig procent van land en zee voor te behouden voor natuur. Zowel de Verenigde Naties als de Europese Unie scharen zich achter deze doelstelling.

Er moet een kentering komen om die doelstelling ook in Vlaanderen – een van de meest biodiversiteitsarme regio's van Europa – te behalen. De versnippering van Vlaamse natuur is enorm, heel wat soorten staan onder druk en soorten die bij het landbouwlandschap horen verdwijnen aan een snel tempo. Hoewel de nood aan natuur al decennialang bekend is en benoemd wordt, blijft een echt natuurbeleid afwezig.

Zonder natuur is leven op aarde onmogelijk

Zonder natuur is leven op aarde onmogelijk. Er zijn bovendien heel wat bewijzen dat natuurgebaseerde oplossingen en meer natuur net de goedkoopste oplossing zijn voor heel veel problemen.

Groen wil de Vlaamse natuur en onze verbondenheid met die natuur herstellen. Een regio waar blauw en groen onze woonkernen dooraderen, rivieren opnieuw vrij vloeien, natte natuur ons beschermt van overstromingen, landbouwlandschappen mooi zijn en bijen voeden, bossen en natuur echte hotspots zijn voor biodiversiteit en jong en oud zich verbazen over de planten en dieren die ze in het wild spotten.

Samen naar 100% hernieuwbare energie

Fossiele brandstoffen behoren tot de grootste oorzaken van de klimaatverandering, energiebesparing en hernieuwbare energie tot de oplossing. Groen gaat voor een decentrale en klimaatneutrale energievoorziening die maximaal kansen biedt voor de lokale gemeenschap. We kunnen zelf en samen met anderen energie besparen, hernieuwbare energie opwekken en energie met elkaar delen. We nemen iedereen mee in de energietransitie en vermijden dat nieuwe ongelijkheden ontstaan.


Meer dan 75% van ons Belgisch energiegebruik stoelt op fossiele brandstoffen. Die vormen één van de belangrijkste oorzaken van de klimaatverandering en zijn sterk vervuilend. Om onze energievoorziening klimaatneutraal te maken moeten we overschakelen naar duurzame energie. En daarvoor hebben we minder dan 30 jaar tijd. We staan dus voor een ingrijpende energie-omwenteling.

Energiebesparing, zon en wind worden de nieuwe hoofdrolspelers. We verlaten het model waarin enkele centrale productie-eenheden in handen zijn van grote buitenlandse bedrijven en evolueren naar een meer democratische, decentrale en klimaatneutrale energievoorziening.

We schakelen een versnelling hoger

We weten wat er nodig is: minder energie verbruiken, meer hernieuwbare energie produceren, een slim energiesysteem uitbouwen en energie toegankelijk maken voor iedereen. Laat ons nu vaart maken om de oplossingen uit te rollen. Onze onderzoeksinstellingen, de bedrijven en het middenveld maken daar al volop werk van.

Groen zorgt met de federale regering voor een versnelling van de energietransitie. We zetten bijvoorbeeld in op een sterke uitbreiding van offshore windenergie met een participatiekader voor burgers. Het uitgebreid sociaal tarief is een belangrijke maatregel in de strijd tegen energiearmoede.

Maar veel belangrijke hefbomen zitten bij de gewesten. Vooral Vlaanderen sleept met de voeten om het potentieel van energiebesparing en hernieuwbare energie ten volle in te zetten. Met een aandeel van amper negen procent hernieuwbaar in het finale energiegebruik is Vlaanderen de slechtste leerling van de Europese klas. Om dat aandeel te vergroten, moet de energievraag sterk naar omlaag en de productie van hernieuwbare energie veel sneller naar omhoog.

Iedereen mee in de energietransitie

Doortastende maatregelen zijn nodig. Met klimaatneutrale woningen en wijken, warmtepompen en warmtenetten kunnen we ons aardgas- en stookolieverbruik én onze energiefactuur sterk verminderen. Duurzame mobiliteit kan de energievraag stevig doen zakken. We kunnen zelf of samen met anderen hernieuwbare energie opwekken en met elkaar delen.

Steeds meer mensen willen mee in die energietransitie stappen door te investeren in energierenovatie, zonnepanelen, energiecoöperaties, … Maar ze botsen op een tekort aan informatie, middelen, materialen, arbeidskrachten en aangepaste wetgeving.

Europa draagt de lidstaten op om een democratisch kader op te stellen dat burgers en bedrijven een meer centrale plek geeft in de energietransitie, via instrumenten zoals energiedelen en energiegemeenschappen. Met een collectieve, sociale aanpak en energiedeelsystemen nemen we iedereen mee en vermijden we dat nieuwe ongelijkheden ontstaan.

Naar een circulaire economie met een duurzame industrie

Geen gezond bestaan zonder gezonde planeet. Een economie die roofbouw pleegt op mens, natuur en aarde is niet houdbaar. We moeten nu de juiste keuzes maken voor de omslag naar een toekomstgerichte economie en klimaatneutrale industrie. We maken een einde aan het toenemende gebruik van materialen en de groeiende afvalberg. Daarom investeren we in een sociaal rechtvaardige transformatie van de industrie en maken we van België een pionier in de circulaire economie.


Een economie die roofbouw pleegt op mens, natuur en aarde is niet houdbaar. Het is hoog tijd voor een economie die de grenzen van de planeet respecteert en zorgt voor een betere levenskwaliteit. Voor iedereen, wereldwijd en voor de volgende generaties.

De industrie is een belangrijke motor van onze economie en welvaart. Ze levert onmisbare materialen en producten. Industriële processen gaan nu echter gepaard met een grote uitstoot van broeikasgassen en milieu-impact. De meeste grondstoffen worden geïmporteerd, de ontginning ervan heeft vaak een negatieve impact op mens en omgeving. Het verlies aan biodiversiteit wordt voornamelijk veroorzaakt door de ontginning en verwerking van grondstoffen en voedsel. Cruciale grondstoffen worden schaarser en duurder, wat geopolitieke spanningen veroorzaakt.

Nú de juiste keuzes maken

We kiezen daarom voluit voor een duurzame en klimaatneutrale industrie. Nieuwe technologieën om productieprocessen klimaatneutraal te maken (zoals elektrificatie en groene waterstof) zijn daarbij belangrijk, maar niet voldoende. We moeten ook de vraag naar materialen sterk verminderen. Er zijn tal van goede praktijken om meer waarde te creëren met minder materialen. Maar met de huidige regelgeving zijn zulke businessmodellen niet concurrentieel.

De financiële middelen die naar de industrie vloeien moeten we doelgericht, transparant en rechtvaardig inzetten richting klimaatneutraliteit. Door nu de juiste keuzes te maken en de spelregels te veranderen, verankeren we circulaire en klimaatneutrale waardeketens. Zo creëren we tienduizenden duurzame jobs, een gezond milieu en een gezonde planeet.

Wegwerpplastics zijn verleden tijd

Wie een voorsprong heeft op het vlak van klimaatneutraliteit en circulariteit, en oplossingen biedt voor de grote vragen van onze tijd, zal mee de nieuwe industriële normen bepalen. We hebben er dus alle belang bij om voorop te lopen.

Daarom wil Groen van België een pionier in de circulaire economie maken. Wegwerpplastics zijn verleden tijd. Herstellen en hergebruiken worden de norm. Wie sociaal-ecologische keuzes maakt, wordt niet langer afgestraft maar beloond.

België barst van de straffe ideeën om de klimaatcrisis aan te pakken. Onze bedrijven hebben de nodige ervaring en de juiste mensen om ze uit te voeren. Waar wachten we op om dat uit te spelen?

Werken aan een gezonde leefomgeving

Er komen steeds meer nieuwe chemicaliën op de markt die onafbreekbaar en schadelijk zijn en zich opstapelen in ons lichaam. Ze vervuilen lucht, water en bodem en hebben een grote impact op onze gezondheid. Groen wil dat België zo snel mogelijk de zero pollution ambition onderschrijft en de vervuilers strenger reguleert én sanctioneert.


De chemische industrie brengt steeds meer chemicaliën op de markt die uiteindelijk in het milieu terechtkomen. Het komende decennium verwacht men nog een verdubbeling van het aantal nieuwe chemische structuren. Dit gebeurt allemaal terwijl er amper controle is op en onderzoek naar de effecten ervan op ons milieu en onze gezondheid.

Veel van deze chemicaliën blijken moeilijk tot niet-afbreekbaar, stapelen zich op in het lichaam van mens en dier en zijn toxisch (kankerverwekkend, DNA-beschadigend of hormoonverstorend). We moeten dus dringend investeren in milieugezondheid. Bedrijven moeten kunnen garanderen dat hun gezondheidsimpact beperkt is en daarvoor is er veel meer kennis over de effecten van vervuiling op onze gezondheid nodig.

Vervuiling is alomtegenwoordig

Er werd recent vastgesteld dat de introductie van steeds meer nieuwe chemicaliën de planetaire grenzen ernstig overschrijdt. Het toont aan hoe alomtegenwoordig vervuiling is. Jaarlijks sterven er wereldwijd maar liefst negen miljoen mensen voortijdig door, met luchtvervuiling als belangrijkste boosdoener. Daarom voeren we een afwegingskader slechte luchtkwaliteit in dat de meest schadelijke activiteiten tijdelijk beperkt wanneer de omstandigheden dat vragen.

Maar ook onze bodems, onze rivieren, ons grondwater en onze gebruiksvoorwerpen bevatten vaak hoge hoeveelheden toxische stoffen. Daarnaast is er op heel wat plekken te veel lawaai, worden er te grote hoeveelheden pesticides gebruikt en weten we geen blijf met een enorme massa mest. Daarom is er dringend nood aan een veel strenger beleid op vlak van vervuiling.

Zero pollution ambition

Europa introduceerde niet zomaar de zero pollution ambition om geen vervuiling meer te veroorzaken vanaf 2050. Die moet ons land zo snel mogelijk onderschrijven. Bovendien is Vlaanderen zo dichtbebouwd en industrieel actief dat strenge normen noodzakelijk zijn om de gezondheid van burgers en natuur te vrijwaren. Dit kan gerust strenger zijn dan wat Europa verplicht.

Vergunningen worden niet meer eeuwigdurend verleend en zorgen ervoor dat bedrijven bij vergunningsaanvragen grote stappen kunnen zetten in de transitie naar een klimaatneutrale en vervuilingsvrije omgeving. Bedrijven moeten zich voortaan ook verplicht verzekeren tegen milieuschade. Hiervoor moeten ze in volledigheid en transparant rapporteren wat ze lozen en uitstoten. Bedrijven die meer risicovolle of meer onbekende stoffen lozen zullen dit voelen in hun verzekeringsfactuur. Kortom: hoe minder bedrijven vervuilen, hoe meer ze worden beloond.

Lokale, duurzame landbouw en voeding

Groen wil een pact afsluiten rond duurzame landbouw. Dat doen we met boeren, de voedingsindustrie en de consumenten. Zo komen we tot een eerlijk verdienmodel dat goed is voor planeet, klimaat, natuur en dier en geven we landbouwers een toekomst.


Groen wil een pact afsluiten rond duurzame landbouw. Dat doen we met boeren, de voedingsindustrie en de consumenten. Zo komen we tot een eerlijk verdienmodel dat goed is voor planeet, klimaat, natuur en dier en geven we landbouwers een toekomst. Landbouwers die hun bedrijfsvoering willen omschakelen naar agro-ecologische landbouwmodellen ontzorgen we door grondige en onafhankelijke begeleiding op het erf aan te bieden. Het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds wordt een transitiefonds dat landbouwers financieel ondersteunt bij de concrete omvorming van hun bedrijf. Zo maken we onze landbouwbedrijven toekomstbestending en versterken we de veerkracht en het welbevinden van de boeren.

We gaan voluit voor de eiwitshift: we zetten in op meer plantaardige voeding, minder vlees en de teelt van lokale en duurzame eiwitgewassen voor de veeteelt. Zo wordt onze landbouw minder afhankelijk van soja en palmolie uit het Zuiden en ondersteunen we een gezonder en duurzamer eetpatroon. We steunen de ontwikkeling van alternatieven voor vlees en willen enkel nog vlees zonder dierenleed.

Resoluut kiezen voor de korte keten

In Vlaanderen en Brussel wonen 7,5 miljoen mensen. We betrekken hen meer bij wat ze eten en waar dat voedsel vandaan komt. Steden en gemeenten kunnen daarbij een actieve rol spelen met lokale voedselstrategieën en voedselregio's. Op lokale schaal maken we werk van een voedselinfrastructuur op maat van de korte keten: streekwinkels, markten, magazijnen, verwerkingspunten en slachthuizen. Scholen, ziekenhuizen, woonzorgcentra en lokale bedrijven worden actief benaderd door een voedselregisseur om hun aankoopstrategie lokaler, gezonder en duurzamer te maken.

Ook binnen de voedingsindustrie en de retail willen we inzetten op een duurzame transitie. Lekker, gezond en volledig veilig voedsel bevat geen resten van pesticiden of andere ongezonde stoffen. We gaan voor honderd procent circulair: voedselresten komen opnieuw in de voedselketen terecht.

Hagen en bomenrijen verdubbelen

Landbouwers zijn niet alleen belangrijke gebruikers van open ruimte, ze zijn ook cruciale partners in het beheer en de bescherming van het landschap. Op lange termijn verdubbelen we het aantal lopende meters aan hagen en bomenrijen in landbouwgebieden. Tegen 2030 planten we samen met landbouwers 6300 kilometer aan, goed voor tien meter per hectare landbouwgrond of één meter per Vlaming. We trekken de vergoeding voor het onderhoud en de aanplant van hagen en bomenrijen stevig op. Zo wordt landschapsonderhoud een volwaardig deel van het inkomen van landbouwers.