Mentaal welzijn als meetlat

Het is oké om niet oké te zijn. Iedereen die het moeilijk heeft, moet vlot ondersteuning en begeleiding kunnen krijgen in de buurt. Wie geen hulp durft of kan vragen, moeten we op tijd "vinden". Psychisch lijden kost ons land jaarlijks 20 miljard euro. Investeren in mentale gezondheid is dus niet alleen een vanzelfsprekende keuze op menselijk maar ook op economisch vlak.

We moeten het blijven zeggen: het is oké om niet oké te zijn. Psychische problemen komen vaker voor dan we denken. Goede en betaalbare zorg is ook daarbij een basisrecht. De voornaamste reden dat mensen geen (of te laat) hulp zoeken als ze het moeilijk hebben, is dat ze niet inzien of zelfs ontkennen dat er een probleem is. Wie toch de stap durft zetten, vindt de gepaste hulp vaak niet. In de geestelijke gezondheidszorg is er al jaren te weinig capaciteit waardoor de wachtlijsten steeds langer worden. En de drempels zijn al zo hoog.

Bij psychische problemen is het net als bij lichamelijke problemen belangrijk om tijdig in te grijpen. We komen er niet met psychiatrische bedden in ziekenhuizen of een consultatie van tien minuten. Wie het moeilijk heeft, moet snel ergens terechtkunnen, in de buurt. Wie de weg niet vindt, moet een pad getoond worden. Wie de moeilijkheden opkropt, moet uitgenodigd worden om hulp te vragen.

Samenwerken op het terrein én in het beleid

Als we goed beleid voor mentaal welzijn willen, moeten we erop inzetten over verschillende beleidsdomeinen en beleidsniveau's heen. Dat geldt zeker voor gezondheidszorg, onderwijs en werk, maar bijvoorbeeld ook voor sociale zaken. Het hoeft niet te verbazen dat armoede en ongelijkheid nefast zijn voor iemands mentaal welzijn. En uiteraard speelt ruimtelijke ordening een belangrijke rol, want groen in je buurt is goed voor je geestelijke gezondheid.

Mensen met ernstige psychiatrische problemen hebben evenzeer recht op een menswaardig bestaan en deelname aan de samenleving. Dat zij vaak niet de gezondheidszorg krijgen die ze nodig hebben, is onaanvaardbaar. Tegelijk kunnen we moeilijk overschatten hoe zwaar vooroordelen en voortdurende uitsluiting wegen op de geestelijke gezondheid.

Meer investeringen zijn nú nodig

Groen wijst al langer op de noodzaak om te investeren in mentaal welzijn. Ons belangrijkste programmapunt op dat vlak – terugbetaling van psychotherapie – werd gedeeltelijk gerealiseerd, maar dat is nog niet voldoende. Er zijn meer middelen nodig, vooral op gemeenschapsniveau. En het moet ook anders. We moeten psychosociale problemen vroeg en nabij aanpakken: in de scholen, op het werk, in de buurt. De coronacrisis heeft de aandacht voor mentaal welzijn vergroot. Dat creëert een momentum dat we als Groen willen aangrijpen om écht op geestelijke gezondheidszorg in te zetten.