Charter van de Europese Groene Partij

 

Handvest van de Europese Groenen
Grondbeginselen van de Europese Groene Partij

Zoals aangenomen op het 2e congres van de EGP
Genève, 13-14 Oktober 2006


Over onszelf

De Europese Groenen staan pal voor de duurzame ontwikkeling van de mensheid op de planeet Aarde en voor een ontwikkeling die mensenrechten respecteert en gebaseerd is op de waarden van verantwoordelijkheid voor het milieu, vrijheid, rechtvaardigheid, diversiteit en geweldloosheid.

De Europese Groene politieke bewegingen zijn ontstaan in een tijd dat de Koude Oorlog het continent verdeelde en de energiecrisis van midden jaren zeventig in volle gang was. Toen werd duidelijk dat het heersende economische ontwikkelingspatroon niet houdbaar was omdat het de planeet en haar bewoners blootstelde aan grote ecologische, sociale en economische gevaren, waarop de gevestigde politieke partijen geen antwoord hadden.

Onze wortels liggen in een scala van maatschappelijke bewegingen: milieu- en anti-kernenergie- bewegingen, verontrust door de groeiende schade aan de planeet; pacifisten die geweldloze oplossingen aandroegen voor conflicten; feministen die opkwamen voor echte gelijkheid tussen vrouw en man; vrijheids- en mensenrechtenbewegingen die de strijd aanbonden tegen dictatoriale en autoritaire regimes; derde-wereld bewegingen die het einde nastreefden van het kolonialisme en evenwichtigere economische relaties tussen Noord en Zuid; organisaties die zich keerden tegen armoede en voor sociale rechtvaardigheid binnen hun eigen samenlevingen.

Vanuit al die bewegingen hebben wij, Europese Groenen, ons aaneengesloten om een eigen politieke familie te vormen. We staan voor een vrij, democratisch en sociaal Europa in een vreedzame, rechtvaardige en ecologisch duurzame wereld. We verdedigen waarden als rechtvaardigheid, mensen- en burgerrechten, solidariteit, duurzaamheid en het recht van individuen om zonder angst hun eigen leven te leiden.

'Denk mondiaal en handel lokaal', was van meet af aan onze stelregel. Onze eerste geformaliseerde Europese coördinatie dateert van 1984; in 1993 werd ze omgevormd tot Europese Federatie van Groene Partijen. Om te benadrukken dat we een veel verdergaande samenwerking nastreven, is de federatie in 2004 herdoopt tot Europese Groene Partij. De Europese Groenen maken deel uit van een bloeiende mondiale groene beweging.


Grondbeginselen

De grondbeginselen die het raamwerk vormen van de politieke acties van lidpartijen van de Europese Groene Partij, zijn de volgende:

Verantwoordelijkheid voor het milieu

Kernbeginsel van ons waardenpalet is de verantwoordelijkheid voor de biosfeer. De maatschappij is afhankelijk van de ecologische reserves van de planeet, haar gezondheid en haar vermogen om zich te herstellen. Wij zijn het aan komende generaties verplicht om dit erfgoed te beschermen.

Met klem pleiten we voor de noodzaak om te leven binnen onze ecologische middelen. Behoud van de biologische diversiteit vinden we van levensbelang en het opwarmen van de aardatmosfeer willen we bestrijden door middel van een duurzaam gebruik van hernieuwbare brandstoffen en een zorgvuldig beheer van niet hernieuwbare grondstoffen. Alleen wanneer we verantwoord omgaan met de biodiversiteit, kunnen we een groeiende wereldbevolking van voedsel voorzien en haar gezondheid en andere levensbehoeften garanderen. Maar los van elke nutsnotie geloven Groenen dat alle levensvormen op aarde bescherming verdienen omdat ze hun eigen intrinsieke waarde en schoonheid bezitten.

De tegenwoordige Europese productie-, consumptie- en handelspatronen zijn er mede oorzaak van dat het merendeel van de inwoners van de planeet in voortdurende armoede verkeert. Het berokkent ernstige schade aan het milieu en maakt het klimaat instabiel. Als industrielanden en industrialiserende landen kunnen wij actie hiertegen niet langer uitstellen. Willen we het uitwonen van ons gemeenschappelijk huis stoppen, dan is het hoog tijd voor een diepgaand veranderingsproces.

De politieke uitdaging waarvoor we staan, is het zodanig herstructureren van de mondiale agenda dat economische en handelspolitiek ten dienste staan van sociale en milieudoelen en niet alleen van economische streefcijfers. Ons antwoord is een duurzame ontwikkeling, die milieu-, sociale en economische doelen zodanig integreert dat iedereen er voordeel van heeft. Duurzame ontwikkeling kan alleen tot stand komen via een mondiale samenwerking die de economische tegenstellingen tussen ontwikkelingslanden, opkomende economieën en industrielanden overwint. Elke wereldburger heeft even veel recht op een eerlijk deel van de mondiale reserves en een even grote plicht om te zorgen dat ook komende generaties daarvan profiteren.

Wij Groenen streven altijd toepassing van het voorzorgbeginsel na. We zullen nooit maatregelen steunen die risico's vormen voor de gezondheid van mensen of het milieu. Maar evenmin accepteren we dat nieuwe voorzorgsmaatregelen worden uitgesteld enkel omdat ze onvoldoende zijn onderzocht. Bij beslissingen en acties op wat voor terrein ook, - vrede, energie, voedsel en landbouw, menswetenschappen, vervoer, technologie, geneeskunde, - kiezen wij altijd de minst schadelijke optie.

Wij Groenen staan voor een Europa vrij van kernenergie, vanwege de civiele en militaire gevaren ervan, de hypotheek die zij legt op komende generaties en het enorme benodigde beveiligingsapparaat. Onze prioriteit ligt bij het ontwikkelen van gedecentraliseerde en hernieuwbare vormen van energie.


Vrijheid door zelfbeschikking 

  • Individuele autonomie
    Wij Groenen geloven dat alle mensen - ongeacht geslacht, leeftijd, seksuele geaardheid of identiteit, etnische afkomst of handicap - het recht hebben om hun eigen keuzen te maken, zichzelf vrij te uiten en hun leven naar eigen inzicht vorm te geven. Deze vrijheid betreft niet alleen materiele bezittingen; zij strekt zich ook uit tot de sociale, culturele, intellectuele en spirituele dimensies van het menselijk leven.

    Deze onvervreemdbare rechten moeten bij wet worden gegarandeerd en op scholen onderwezen als pijlers van onze samenlevingen. Ze moeten werkelijkheid worden door de mensen kracht te geven, door vrouwen en mannen in staat te stellen om de kost te verdienen voor zichzelf en hun gezinnen en, waar nodig, genoeg maatschappelijke en materiële steun te geven om een waardig leven te leiden en volwaardig te participeren in de maatschappij. Waar deze rechten ontbreken, zullen wij Groenen ze bevechten, door voorstellen te doen voor solidariteit, onderwijs, ontwikkelingssamenwerking en bescherming tegen geweld, onderdrukking en discriminatie.
  • Inclusieve democratie
    Ons geloof in democratie berust erop dat individuen elkaar erkennen als gelijken. Om zoveel mogelijk mensen bij dat proces te betrekken, moeten politieke en besluitvormende processen democratisch, inclusief en inzichtelijk zijn en volledig toegankelijk, op zo'n manier dat de gewone burger ze begrijpt. En die betrokkenheid is nodig, want duurzame ontwikkeling vergt radicale veranderingen die alleen mogelijk zijn wanneer iedereen zijn verantwoordelijkheid neemt en we de lasten eerlijk delen. Gekozen vertegenwoordigers hebben de plicht om hun kiezers te raadplegen en volledig te informeren, gedurende het hele besluitvormingsproces.

    Mondiaal denken moet altijd, zelfs bij het treffen van lokale maatregelen. Maar om te zorgen dat burgers zoveel mogelijk betrokken worden en maximaal profiteren, moet de beslissingsbevoegdheid liggen op het laagste effectieve niveau. Omgekeerd moeten, wanneer een probleem noopt tot maatregelen op een hoger niveau, de gevolgen voor het lagere niveau in ogenschouw worden genomen en lokale verschillen worden gerespecteerd. Belangen van minderheden verdienen daarbij adequate aandacht en bescherming.

    Wij Groenen zetten ons in voor het versterken van de democratie in heel Europa, zowel op lokaal, regionaal en nationaal als op bovennationaal niveau. We willen de democratische verantwoordelijkheid en de verantwoordingsplicht van multilaterale instellingen versterken.


Allesomvattende rechtvaardigheid

Groene politiek is gebaseerd op rechtvaardigheid. Dat vraagt een eerlijke verdeling van wat de maatschappij te bieden heeft, met bijzondere aandacht voor de noden van de zwaksten. Dat laatste is vooral op mondiaal niveau van belang, omdat Europa de bijzondere verantwoordelijkheid heeft om economische groei in ontwikkelingslanden te bevorderen.

Omdat wij Groenen de problemen van een veranderende wereld het hoofd moeten bieden, gaat onze notie van rechtvaardigheid veel verder dan het traditionele herverdelingsbeleid. Wij streven naar sociale rechtvaardigheid, gelijkheid tussen man en vrouw, rechtvaardigheid tussen de generaties en mondiale rechtvaardigheid. Waar tussen deze dimensies praktische tegenstellingen bestaan, mogen die niet tegen elkaar worden uitgespeeld.

  • Sociale rechtvaardigheid betekent het garanderen dat iedereen kan beschikken over de primaire sociale hulpmiddelen onderwijs, werk en democratische participatie. Vanwege de bestaande maatschappelijke ongelijkheden dient gelijke beschikbaarheid voor iedereen te worden verdedigd en vastgelegd in instituties. Onderwijs is een beslissende voorwaarde voor het kunnen vormgeven van je eigen leven. Werk is een beslissend deel van onze identiteit, omdat we door het inzetten van onze arbeidsvaardigheden de vruchten kunnen plukken van onze talenten. Democratische participatie is een randvoorwaarde om aan de maatschappij te kunnen deelnemen en haar mee vorm te geven.
  • Gelijkheid tussen de seksen. Rechtvaardigheid is ook gelijkheid tussen de seksen. Vrouwen en mannen moeten evenveel macht hebben om te bepalen hoe de maatschappij zich ontwikkelt. Bovendien moeten beiden in staat zijn om zonder angst hun eigen leven te leiden. Wij Groenen willen een institutioneel kader ontwikkelen dat vrouwen thuis, op het werk, in overheidsambten en op andere invloedrijke posten die gelijkheid garandeert. Wij zullen er alles aan doen om het combineren van gezinsleven en werk voor beide seksen te faciliteren.
  • Intergenerationele rechtvaardigheid. Het motto "We hebben de aarde slechts geleend van onze kinderen" is actueler dan ooit. De toekomst van onze kinderen staat op het spel. Intergenerationele rechtvaardigheid betekent dat de oudere generatie de plicht heeft om het ecologische, sociale en culturele erfgoed op een duurzame manier door te geven aan de jongere. Het houdt ook in dat de jongere generatie de plicht heeft om, waar nodig, de oudere te verzorgen. En alle generaties moeten de zekerheid hebben dat ze volwaardig kunnen deelnemen aan de maatschappij.
  • Mondiale rechtvaardigheid. Ook internationaal is rechtvaardigheid onze maatstaf. Omdat de mondiale economie mensen verbindt en in toenemende mate afhankelijk van elkaar maakt, wordt deze morele plicht ook een praktische verplichting. Wereldomvattende duurzame ontwikkeling en universele mensenrechten vormen de kern van wat wij onder mondiale rechtvaardigheid verstaan. Ze moeten worden gewaarborgd door een onafhankelijk institutioneel kader voor maatschappelijk verantwoord ondernemen en rechtvaardige handel.

Rechtvaardigheid vereist solidariteit, het uitbannen van discriminatie en betrokkenheid van burgers. Solidariteit helpt om individuen met zelfvertrouwen te creëren en geeft burgers kracht in plaats van hen te betuttelen. Alle overheden moeten samenwerken met burgers om instellingen te creëren en te verdedigen die solidariteit stimuleren. Daarom willen wij ook investeren in netwerken en groepen die, gestimuleerd door de overheid, onderlinge steun in praktijk brengen.


Diversiteit, een essentiële voorwaarde

De rijkdom aan beschavingen, samenlevingen en culturen heeft zich ontwikkeld door diversificatie. Wij Groenen, zelf voortgekomen uit een scala aan sociale bewegingen, geloven dat diversiteit een voorwaarde is voor succes en zelfs voor overleven, op vrijwel elk terrein van menselijke activiteit. Diversiteit maakt organisaties en groepen bestand tegen plotselinge veranderingen. Het is een waarborg tegen intolerantie, extremisme en totalitarisme. En het is een onmisbare bron van inspiratie en vernieuwing.

Menselijke diversiteit heeft tal van aspecten: geslachtelijke, sociale, culturele, spirituele, filosofische, religieuze, taalkundige, economische, etnische, seksuele en regionale, die zich kunnen manifesteren in groepen maar ook binnen een individu. Wij koesteren deze diversiteit, maar vinden dat ze nooit als voorwendsel mag worden gebruikt om universele rechten ter discussie te stellen.

Waar mensen eenzelfde beperkte ruimte delen, kunnen verschillen makkelijk als bedreigend worden gezien. Zelfs in de kleinste gemeenschap hebben de sterkeren de neiging om zich dominant te gedragen, terwijl de zwakkeren zichzelf vaak gedwongen zien tot aanpassing. Het behoud van diversiteit vergt daarom erkenning, wederzijds begrip en respect - en helaas al te vaak ook actieve bescherming.


Geweldloosheid

Geweldloosheid is een belangrijk onderdeel van het Groene denken en bepaalt de manier waarop wij alle problemen benaderen. Voor ons kan een conflict tussen individuen, sociale groepen of staten, nooit duurzaam worden opgelost door het opleggen van geweld. Een groen grondbeginsel is, dat de middelen om een doel te bereiken in overeenstemming moeten zijn met dat doel zelf. De politieke zoektocht naar rechtvaardigheid en vrede mag zich derhalve nooit bedienen van gewelddadige middelen.

Geweld uit zich niet alleen fysiek. Ook wanneer menselijk handelen en mondiale economische structuren volkeren hun mensenrechten ontnemen of maatschappelijke onrechtvaardigheden verergeren, is sprake van geweld. Armoede is daarvan misschien wel de meest verraderlijke vorm. Om dit soort geweld uit te bannen, pleiten wij voor internationale instituten die zich inzetten voor economische gelijkheid en het levensonderhoud en de veiligheid van mensen voorop stellen, en voor bindende mondiale regels voor het beschermen van mensenrechten.

Wat betreft gewapende conflicten zijn we ervan overtuigd dat het inzetten van een leger- of politiemacht als op zichzelf staande strategie nooit kan leiden tot blijvend succes. Wij Groenen willen minder militair ingrijpen en een bredere inzet van een civiel buitenlands- en veiligheidsbeleid. Daartoe moeten krachtige middelen voor conflictpreventie en civiele conflictbeheersing worden ontwikkeld.

Desalniettemin erkennen we dat de internationale gemeenschap in het uiterste geval een beroep kan doen op militaire middelen. Wanneer massaal geweld tegen burgers dreigt, kan het inzetten van een militaire vredesmacht als afschrikking gerechtvaardigd zijn. Wanneer preventieve maatregelen hebben gefaald, kan gewapend ingrijpen nodig zijn. Het toepassen van militaire middelen moet wel zijn onderworpen aan het internationale recht. En het is slechts legitiem wanneer aan de volgende voorwaarden is voldaan:

  • er moet een expliciet mandaat liggen van de VN-Veiligheidsraad;
  • er moet overeenstemming zijn dat het primaire doel van de interventie is, levens te redden en te beschermen door het voorkomen van geweld;
  • er moet een politieke strategie zijn die vastlegt hoe zo'n militaire interventie eindigt en een toestand van stabiele vrede wordt bereikt.


Kortom: Duurzame Ontwikkeling

Groenen erkennen dat ook andere politieke families waarden als verantwoordelijkheid voor het milieu, vrijheid, rechtvaardigheid, diversiteit en geweldloosheid kunnen aanhangen en dat tot op zekere hoogte ook doen. Maar voor ons zijn die waarden onlosmakelijk met elkaar verbonden. In hun samenhang zijn ze bepalend voor al onze acties in het licht van de duurzame sociale, culturele, ecologische en economische ontwikkeling van de samenlevingen op deze planeet. We passen ze niet alleen toe op onze externe politiek, maar ook op ons eigen politieke gedrag en de organisatie van onze politieke partij.

Europeanen waren de pioniers van de industrialisering die aan de oorsprong ligt van enkele van de ernstigste mondiale problemen. Als burgers van een van de rijkste werelddelen hebben wij Europeanen een zware verantwoordelijkheid om de destructieve tendensen te keren waartoe deze industrialisering heeft geleid en om een ander, duurzaam ontwikkelingsmodel in gang te zetten. De problemen zijn zo omvangrijk dat geen enkele staat deze omslag alleen kan bereiken. Daarom is een samenwerking nodig waaraan heel Europa moet kunnen deelnemen - van Dublin tot Tbilisi, van Helsinki tot Lissabon en van Ankara tot Reykjavik.

De Europese Unie verkeert in een goede positie om deze samenwerking tot stand te brengen, mits ze

  • blijft openstaan voor verdere uitbreidingen;
  • zichzelf hervormt tot een echt democratische instelling;
  • zich bekeert tot een ecologisch en sociaal duurzaam ontwikkelingsmodel;
  • onder de vlag van de Verenigde Naties en in samenwerking met andere waardevolle instellingen zoals de OESO en de Raad van Europa haar mondiale verantwoordelijkheden neemt voor een vreedzame en duurzame wereld.