De federale begroting

29 Juni 2023

De federale begroting

Er zijn positieve evoluties voor onze overheidsfinanciën, maar de uitdagingen blijven enorm.

Op 28/6 ging de stemming over de aanpassing van de begroting voor 2023 door. Dieter Van Besien heeft in naam van de Ecolo-Groenfractie deze begroting geanalyseerd en besproken. Hieronder kan u zijn volledige tussenkomst terugvinden. Via deze link kan u het laatste deel van zijn tussenkomst op Facebook bekijken. 

Er zijn positieve tendensen

Als ik de begrotingsopmaak van de voorbije jaren vergelijk met de reële cijfers achteraf, dan is er 1 bepaalde tendens die mij telkens opnieuw opvalt: de cijfers blijken achteraf altijd beter te zijn dan oorspronkelijk gedacht. Keer op keer gedurende de paar jaren dat ik hier nu zit.

Bij de begrotingsopmaak circuleerden groeicijfers voor 2023 van 0,8, 0,5, 0,4%. In februari zegt het planbureau dat de groei in 2023 1% zal zijn, en dat wordt gebruikt als basis voor de begrotingscontrole. Drie weken geleden zegt NBB dat de voorspelde groei voor 2023 niet 1% maar 1,4% is. Effectieve groei in eerste kwartaal is 0,5% tegenover -0,3% in Duitsland, -0,7% in Nederland.

De inflatie zakt in ons land sneller dan in de omliggende landen. Men verwacht dat dit stabiliseert rond 2-3%. Dus wat dat betreft zijn de cijfers ook hoopgevend.

Bij de begrotingsbespreking in het najaar was de grote discussie: is het tekort in ons land voor 2023 5,8% of is het 6,1%? Een debat dat wekenlang heeft aangesleept. Vandaag zeggen de prognoses dat het tekort 4,8% zal zijn. Bijna een kwart lager dan waar we het een half jaar geleden over hadden.

Dit alles verleidt De Morgen ertoe om te schrijven: “we mogen niet klagen in België”. Ik ben het daarmee eens.

Maar wat is de verklaring hiervoor? In de internationale context slaagt men er nog altijd niet in om de echte waarde in te schatten van de stabilisatoren die in ons land van toepassing zijn, en van de doortastende maatregelen die wij genomen hebben om de koopkracht van de mensen te bewaken. En door die koopkracht te bewaken is het consumptiepatroon niet gewijzigd, en heeft de economie hier goed stand gehouden. Zo goed, dat keer op keer de cijfers achteraf moeten worden aangepast.

Niet wegkijken van de obstakels die nog voor ons liggen

Dat positieve nieuws betekent natuurlijk niet dat we kunnen wegkijken van de problemen die nog voor ons liggen: het terugdringen van het overheidstekort en het in bedwang houden van de overheidsschuld.

Het terugdringen van het overheidstekort is precies waarom we hier vandaag samen zitten en waarom we straks de begrotingsaanpassing zullen stemmen. Een inspanning van bijna 600 miljoen voor 2023, en een inspanning van meer dan 1,7 miljard voor 2024.

Dit is een stevige bijsturing. En ik weet ook: Het is niet genoeg voor de langere termijn. Er zullen nog inspanningen nodig zijn. Dat weten we. En deze regering is dat ook van plan.

Twee van de belangrijkste dossiers waar we de komende jaren moeten naar kijken zijn de vergrijzingskosten en de rentelasten. Daarom dat het afwerken van een pensioenhervorming deze legislatuur heel belangrijk is, en dat deze regering dat zal doen voor het zomerreces.

Waar liggen verder de oplossingen voor deze uitdagingen? Die recepten zijn niet onbekend. Allereerst moeten we ervoor zorgen dat er meer mensen aan het werk gaan. De regering heeft daar een stevige ambitie voor neergezet. 80% tewerkstellingsgraad tegen 2030.

Daarnaast moeten we zorgen dat we minder geld laten liggen. Elk jaar opnieuw missen wij 11 miljard euro aan BTW inkomsten. Als we die niet laten liggen dan daalt ons tekort onmiddellijk tot onder de grens die Europa oplegt.

Ook andere vormen van fraude moeten we aanpakken, onder andere door de belastingaangifte eenvoudiger te maken, met minder uitzonderingsmaatregelen.

En uiteraard moeten we ervoor zorgen dat de sterkste schouders de zwaarste lasten dragen. De gewone werkende mens moet netto meer overhouden van zijn loon. De grote vermogens en de multinationals moeten een eerlijke duit in het zakje doen.

Kijk ook naar de deelstaten

Tenslotte wil ik nog een laatste bedenking meegeven. We mogen niet vergeten dat één derde van het begrotingstekort in dit land van de regio’s komt. Het probleem zit niet alleen in dit huis.

Twee weken geleden zag ik de laatste aflevering dit seizoen van De Afspraak op Vrijdag. De minister-president van Vlaanderen, Jan Jambon, was er te gast. Men vroeg hem: “wat moeten we onthouden van deze Vlaamse regering”.

Zijn antwoord was: “Deze regering heeft goed crisis management gedaan tijdens twee crisissen. We hebben goed beleid gevoerd voor de mensen, de bedrijven en de verenigingen”.

Ik dacht even dat hij het had over de Vivaldi regering.

Liever Vivaldi dan Jambon

Laten we de Vlaamse situatie eens vergelijken met de federale: 

Onderwijs dat moord en brand schreeuwt om voldoende leerkrachten, met als gevolg een dalende onderwijskwaliteit en dalende vaardigheden bij onze kinderen.

Kinderopvang is in volle crisis. Ik heb al een collega die haar kinderen mee naar het parlement moest brengen omdat ze geen opvang vond.

Groeipakket dat achterblijft en niet meegaat met inflatie, wat het armoederisico bij gezinnen met kinderen omhoogstuwt.

Cultuur dat langs alle kanten wordt lamgelegd. De Wever zegt dat woke onze cultuur vernietigt, maar er lijkt mij een veel duidelijkere dader aan te wijzen.

Wanneer er de voorbije maanden steunmaatregelen nodig waren om de mensen en de bedrijven te helpen met de energiefactuur dan bleef het stil in Vlaanderen. Ook wanneer het gaat over koopkracht wordt er mee gesurft op de federale maatregelen.

Ja, de Vlaamse begroting ziet er beter uit, maar ik kom dan ook tot een eenvoudige conclusie:

In Vlaanderen staan de mensen in functie van de begroting. Bij Vivaldi staat de begroting in functie van de mensen.