De meeste politici deugen, maar het politiek systeem is moe en ziek

09 Maart 2023

De meeste politici deugen, maar het politiek systeem is moe en ziek

Op 13 oktober 2024 zijn het gemeenteraadsverkiezingen. Plaatselijke afdelingen bekijken nu hoe ze nieuwe mensen kunnen betrekken bij dat feest van de lokale democratie. Er hangt echter een grote donkere wolk boven die rekrutering: de voltijdse crisis in de Wetstraat is antireclame. Voor iemand die politiek ooit omschreef als zijn eerste lief, is dat moeilijk om op te schrijven.

door: Kristof Calvo

Je kan er niet langer omheen: het politiek systeem in ons land is moe, ziek en versleten. De reden waarom de Vlaamse regering niet valt, is omdat het niet kan. En de federale Vivaldi-regering is verzeild geraakt in een logica van de kleinste gemene deler. Alsof dat niet volstaat, beleeft ook de Kamer als instelling een ongeziene crisis. Jarenlang werden er royale pensioenextra’s uitgekeerd aan topambtenaren en oud-voorzitters.

Zoals Frederik De Backer mij terecht corrigeerde, is dat inderdaad niet alleen een zwarte dag voor de politiek. Want als willekeur lijkt te regeren, sneuvelt in de samenleving vooral veel goede wil (De Morgen, 3 maart). Als de bestuurlijke elite voor zichzelf lijkt te werken, kan je moeilijk aan de burgers vragen wat ze voor het collectief willen betekenen. Wantrouwen in de politiek wordt dan wantrouwen in de overheid, wat overslaat naar wantrouwen in elkaar.

In alle analyses over de pensioenextra’s blijven de structurele problemen stelselmatig onderbelicht. Het gaat over de geldhonger van individuen, maar onvoldoende over de systeemfouten en de onderliggende oorzaken: het bestuurlijke haastwerk, de coalitiedwang en de spektakelparticratie. Ze versterken elkaar en zijn moeilijk te onderscheiden. Ze zeggen niet alleen iets over de pensioenextra’s, maar verklaren zowat alles wat er politiek wel en niet gebeurt.

Net als eerder bij de saga rond de btw-verlaging vraagt iedereen zich nu af hoe begrotingen eigenlijk tot stand komen. De waarheid is dat dat gebeurt tijdens nachtelijke onderhandelingen, die eerst te laat starten en dan te lang aanslepen, waarna het parlement zich telkens moet reppen om tijdig te kunnen stemmen. Van parlementsleden uit de coalitie wordt verwacht dat ze die snelle behandeling faciliteren.

Ruimte voor bijsturingen is er niet want het compromis is al zo fragiel. Diezelfde coalitiedwang draagt bij tot inertie in andere dossiers. Het volstaat dat één coalitiepartij neen of non zegt om alles bij het oude te laten. De link met de begroting van de Kamer zelf? Al zeker over het statuut van politici of de partijfinanciering is er zo altijd wel iemand te vinden.

Zoals met alles in dit land, is de interne bedrijfsvoering van de Kamer bovendien erg ingewikkeld. Vele organen werken naast elkaar, waardoor verantwoordelijkheden verwateren. Zelfs vanzelfsprekende besparingen tussen Kamer en Senaat zijn daardoor moeilijk. Het is metaforisch voor de institutionele complexiteit, waar veel energie gaat naar partijpolitiek, en weinig overblijft voor uitvoering, controle en evaluatie.

Online strijd

De Kamer heeft de pensioenextra’s niet jarenlang bewust verzwegen, maar heeft de concrete regeling nu pas echt ontdekt. Dat is eigenlijk nog problematischer. Op Facebook en Instagram probeert PVDA een andere versie te pushen. Ze worden daarbij geholpen door de royale partijfinanciering zonder afspraken over de besteding. Met belastinggeld subsidiëren wij zo dagjespolitiek, conflict en polarisatie.

Die online strijd maakt individuele politici zenuwachtig en moe. De obsessie met duimpjes en hartjes leidt hen af, de controlerende en wetgevende taak raakt daardoor ondergesneeuwd. Middelen en medewerkers worden steeds meer ingezet voor beeldvorming en permanente campagne.

Het is bovendien niet met degelijk parlementair werk dat je als Kamerlid een hoofdrol opeist. Nu wordt er even geschreven over de Commissie comptabiliteit, maar dat zal snel weer overwaaien. Voor je kansen op herverkiezing moet je andere dingen doen dan wetten schrijven of tabellen uitpluizen.

Op dat vlak lijken media erg op de kibbelende toppolitici die ze zo verfoeien. Een nieuw incident is er altijd sneller dan de oplossing voor het vorige, een tweet vaak spannender dan een wetsvoorstel. Ook voor de media is het parlement een figurant. Er is pas interesse als er boel is of wanneer er een schandaal uitbreekt. Onder journalisten is er nog maar weinig kennis over de dagelijkse parlementaire werking.

Het resultaat van dit alles? Onze parlementaire democratie wordt meer gecontroleerd door de particratie dan dat ze zelf de uitvoerende macht kan en mag controleren. Het parlement staat zwak en zoekt krampachtig naar manieren om zichtbaar te zijn, en net daardoor verliest het verder aan relevantie en slagkracht.

Ooit was de belofte van de particratie er een van stabiel bestuur. Vandaag wordt ons land beheerd ondanks de spektakelparticratie. Enkel de onvrijheid voor de volksvertegenwoordiging is overeind gebleven. De huidige spelregels veroordelen iedere volksvertegenwoordiger tot commentator van de malaise en medebeheerder van de inertie. Het is het lot van de talrijke hardwerkende politici van goede wil, mensen met veel praktische plannen en ook grote dromen.

Het probleem van ons politiek bestel is echter te groot om voor oplossingen op hun individuele inspanningen te rekenen. Wanneer gaat dat besef eindelijk doordringen? Vandaar mijn hardnekkigheid over democratische vernieuwing. Niet als doel op zich, maar als middel.

Zondag in De zevende dag waren er amper Kamerleden beschikbaar voor het debat over de gevolgen van de pensioenextra’s. Nu onderduiken, denken dat het ongenoegen overwaait, hopen dat het andere partijen treft en dat je ondertussen zelf een beetje kan groeien door net-iets-beter-hetzelfde-te-doen: het zal niet werken en al zeker niet volstaan.

(Dit opiniestuk verscheen oorspronkelijk in De Morgen van 8 maart)