Minister Demir zette boskap in 2022 onverminderd verder
16 Augustus 2023
'Ondanks het natuurimago dat minister Zuhal Demir zich probeert aan te meten, tonen de cijfers zwart-op-wit dat ook zij de kettingzagen onvermoeid verder laat draaien.'
Tussen 2001 en 2021 verdween twintig jaar lang gemiddeld een voetbalveld aan bos per dag. Dat klaagden recent BOS+ en Greenpeace aan. Maar ook in 2022 ging de natuurvernietiging onverminderd verder. Dat blijkt uit nieuwe cijfers die Groen-fractieleidster Mieke Schauvliege opvroeg in het parlement. 'Ondanks het natuurimago dat minister Demir zich probeert aan te meten, tonen de cijfers zwart-op-wit dat ook zij de kettingzagen onvermoeid verder laat draaien. Een jaar voor het einde van de legislatuur is ze er nog altijd niet in geslaagd een andere koers te varen. Het is dringend tijd deze natuurvernietiging stopt en dat onze bossen de bescherming krijgen die ze verdienen.'
Ook in 2022 werd meer dan 200 hectare bos gekapt met een omgevingsvergunning voor ontbossing. Daarmee zet de trend van de voorbije twintig jaar zich verder. Schauvliege haalt er de exacte cijfers bij: in 2020 werd 296 hectare bos met vergunning gekapt in Vlaanderen. In 2021 was dat 228 hectare en in 2022 opnieuw 217,5 hectare. Wie wil kappen en daar toestemming voor vraagt, kreeg bovendien ook in 2022 in meer dan 90 procent van de gevallen een positief advies van het Agentschap Natuur en Bos, de administratie onder directe verantwoordelijkheid van minister Demir.
Schauvliege: 'Wie de kettingzaag boven wil halen, krijgt daar zo goed als altijd een zegen voor van Natuur en Bos. Dat is compleet waanzinnig in tijden van klimaatverandering en biodiversiteitsverlies. Minister Demir probeert haar kapdwang goed te praten door in te zetten op compensatiebos, maar uit de cijfers blijkt duidelijk dat ook die aanpak voor geen meter werkt.'
De groene politica verwijst daarbij naar hoeveelheid compensatiebos die sinds 2018 zou moeten zijn aangeplant. Voor de periode 2018-2020 werd er 835 hectare met toestemming van Natuur en Bos gekapt. Binnen de twee jaar moet elk gekapt bos gecompenseerd worden en hoe waardevoller het gekapte bos, hoe meer compensatiebos er aangeplant dient te worden. De totale hoeveelheid boscompensatie voor de periode 2018-2020 komt zo op 1015,2 hectare. Uit cijfers die Schauvliege opvroeg blijkt echter dat minister Demir daar maar 54 procent van realiseerde.
Die achterstand komt bovenop de gigantische achterstand van meer dan 1.500 hectare nog aan te planten compensatiebos die er al was, een erfenis die minister Demir kreeg van haar voorganger cd&v-minister Joke Schauvliege.
Bosbehoud
De aanplanting van compensatiebossen gaat niet alleen veel te traag, het betekent ook altijd een achteruitgang voor natuur en klimaat. 'Een bos van enkele honderden jaren oud vervang je niet zomaar door een paar nieuwe twijgjes. Oude bomen hebben een veel grotere ecologische waarde en halen veel meer CO2 uit de lucht. Als we onze biodiversiteit en het klimaat willen beschermen, dan moeten we veel sterker inzetten op bosbehoud', onderstreept Schauvliege. Om de kapdwang te stoppen benadrukt de groene politica de nood aan striktere en duidelijker richtlijnen voor de adviezen van het Agentschap Natuur en Bos waarbij er veel meer rekening wordt gehouden met de ecologische waarde van een bos.
Ook is er volgens Schauvliege grote nood aan een bosboekhouding. Niemand weet hoeveel bos er exact is in Vlaanderen, denk bijvoorbeeld aan gebieden die ooit voorzien waren als industriegebied, maar waar intussen al jarenlang een bos staat. 'Bos is kostbaar. En toch weet minister Demir zelfs niet hoeveel bos ze in haar schatkist heeft. Om bossen beter te beschermen, moeten we minstens weten waar we overal bos hebben.' Om dat in kaart te brengen schuift Schauvliege een citizen-science project naar voor, gelijkaardig aan CurieuzeNeuzen waar met de hulp van burgers de luchtkwaliteit in kaart werd gebracht.
Schauvliege besluit: 'Minister Demir voert bosbeleid met een blinddoek op en een kettingzaag in de hand. Het is hoog tijd dat ze onze bossen gaat beschermen in plaats dat ze onze beste bescherming tegen de klimaat- en biodiversiteitscrisis opoffert alsof het niets is.'