Ooggetuigenverslag: Tussen het puin van Gaza

19 Februari 2015

Ooggetuigenverslag: Tussen het puin van Gaza

Vijf redenen tot optimisme, maar we moeten snel handelen. Elke volgende uitzichtloze dag is een nieuwe kiem van extremistische haat tegen Israël - 60% van de jongeren in Gaza is werkloos.

Bring it on, baby. Toen ik in het Belgische consulaat in Jeruzalem aan een pittige Palestijnse onderhandelaar vroeg wat ze verwachtte van de Israëlische verkiezingen op 17 maart, was dat haar antwoord. Haar ogen schoten vuur en haar redenering was even koel als verbeten.

20 jaar Israëlische bezettingspolitiek in Oost-Jeruzalem of de Westelijke Jordaanoever en de internationale gemeenschap geeft nog steeds geen krimp. De politieke druk en sancties tegen Israël zijn verwaarloosbaar. Zelfs na 3 oorlogen in Gaza op 6 jaar tijd. Er is dus méér nodig. Méér bezetting, méér repressie, méér doden en méér bombardementen. Bring it on, baby. Enkel méér Palestijns bloed kan de Europese publieke opinie en politici in beweging brengen. Dat soort cynisme maakt opgang.

Toen de Belgische kunstenaar Francis Alÿs met een groene pot verf doorheen Jeruzalem wandelde en de internationaal erkende Green Line (grens met Palestina) op de grond tekende, vielen de Israëli’s compleet uit de lucht. De VN-Vluchtelingenorganisatie UNRWA zag haar budget op zes jaar tijd met 2/3 inkrimpen hoewel de vluchtelingenkampen nog steeds tjokvol zitten. En intern zijn de Palestijnen hopeloos verdeeld. Een Belgisch lid van de EU-delegatie vertelde mij hoe hij jaren geleden in Israël toekwam en de dure eed had gezworen nooit cynisch te worden. Die strijd was hij aan het verliezen, gaf hij ootmoedig toe.

Dinsdag werd het pas écht stil op onze bus. Na goedkeuring van Israël, de Palestijnse Autoriteit én Hamas trok onze delegatie Gaza binnen. Met eigen ogen aanschouwden we het resultaat van Operation Protective Edge, de Israëlische militaire operatie van een half jaar geleden. Waar we ook keken, zagen we puin. In het grensgebied, maar ook in de buitenwijken van Gaza Stad, zoals Shujaiyyah. Oorlogstaferelen zoals we die kennen uit films: ingestorte gebouwen, verwoeste woonwijken, een kapot geschoten hospitaal. En dat allemaal in dichtbevolkte wooncentra. Op een dergelijke nietsontziende manier een burgerbevolking treffen is overduidelijk een schending van het internationaal humanitair recht. Een land zoals Israël, dat zichzelf democratisch noemt, mag hier niet ongestraft mee wegkomen.

En tussen het puin, mensen die krioelen en overleven. De wederopbouw gaat traag. Israël controleert en beperkt het verkeer van personen en goederen in en uit Gaza. De Gazastrook is een openluchtgevangenis. Bovendien is een wederopbouw zonder fundamentele politieke oplossing bijzonder fragiel. Want een nieuw Israëlisch offensief is altijd mogelijk, op elk moment van de dag. Het traumatiserende effect daarvan kunnen we ons enkel voorstellen. De Palestijnen zijn de nieuwe Joden.

Maar toch zie ik vijf elementen die perspectief op vooruitgang rechtvaardigen. Vooreerst een strategisch aspect dat Israël tot enig realisme zou moeten aanzetten. De afschrikking van Tsahal, het Israëlische leger, neemt in relatieve termen af. De periodes van vrede tussen twee Gaza-oorlogen in worden korter en de (nucleaire) dreiging vanuit Iran kan niet definitief afgewend worden. Ten tweede beschikken landen zoals België wel degelijk over heel wat politieke ruimte om de Palestijnse regering te steunen. Door haar lidmaatschap van het Internationaal Strafhof toe te juichen, bijvoorbeeld, of door de Palestijnse staat te erkennen. Snel en onvoorwaardelijk, in tegenstelling tot wat de nutteloze parlementaire resolutie van de regeringspartijen propageert. Meer steun voor de Palestijnen gaat, ten derde, hand in hand met meer economische druk op Israël. Door een verbod op de import van producten uit de illegale nederzettingen of door progressieve economische sancties bij herhaalde schendingen van het internationaal recht. De handelsrelaties tussen ons land en Israël zijn 2 miljard euro waard. Dat is heel wat.

Empathie voor de legitieme veiligheidseisen van Israël is echter een conditio sine qua non. Terecht mag het land zich bedreigd voelen. Net daarom is de logica van het Arab Peace Initiative uit 2002 nog steeds waardevol: land for peace. Grondgebied voor Palestina in ruil voor vrede en rust, desnoods mee bewaakt door een internationale troepenmacht langs de grenzen met Israël, is dan ook de vierde hefboom voor verandering. Ten slotte is er de instabiliteit in het Midden-Oosten en het moslimradicalisme, allebei mee gevoed door het Israëlisch-Palestijnse conflict. Tot in het Witte Huis groeit het besef, langzaam maar zeker, dat dit conflict de eigen veiligheidsbelangen schaadt.

Vijf redenen tot optimisme, maar we moeten snel handelen. Elke volgende uitzichtloze dag is een nieuwe kiem van extremistische haat tegen Israël - 60% van de jongeren in Gaza is werkloos. Een bezorgde Israëlische mensenrechtenadvocaat waarschuwde ons dat hij nog dit jaar in Gaza een nieuwe gewelduitbarsting verwacht. Om nog maar te zwijgen over de ultieme nachtmerrie van elke diplomaat: Hamas aan de macht op de Westelijke Jordaanoever.De alternatieven voor een forsere en minder gratuite houding tegenover Israël zijn weinig aanlokkelijk.

Wouter De Vriendt maakt deel uit van de Belgische parlementaire delegatie die deze week de Palestijnse gebieden en Gaza bezoekt.Dit opiniestuk verscheen op dinsdag 18 febuari 2015 op standaard.be