Vlaamse regering compenseert slechts 66 procent ontbossingen

06 Mei 2022

Vlaamse regering compenseert slechts 66 procent ontbossingen

'Elke ontbossing moet daadwerkelijk gecompenseerd worden op het terrein.' (Mieke Schauvliege)

Nog steeds verdwijnt elk jaar meer dan 200 hectare bos met een omgevingsvergunning voor ontbossing. Uit nieuwe cijfers blijkt dat ook Minister van Omgeving Zuhal Demir er niet in slaagt om de bosbalans in evenwicht te houden: er wordt nog steeds veel meer bos gekapt dan er gecompenseerd wordt. 'In vergelijking met haar voorgangers dreef minister Demir de inspanningen op om te bebossen, maar intussen laat ze de kettingzagen aan hoog tempo draaien. Bovendien wordt slechts 66 procent van het gekapte bos gecompenseerd. De inspanningen die gedaan worden om de totale bosoppervlakte in Vlaanderen uit te breiden, worden daardoor een lachertje', stelt Groen-parlementslid Mieke Schauvliege vast, die de cijfers opvroeg in het parlement.

'Elke ontbossing moet daadwerkelijk gecompenseerd worden op het terrein.' Dat nam minister Demir zich voor toen ze minister werd van Natuur. Uit cijfers blijkt nu dat die ambitie helemaal niet gehaald wordt. Bos dat gekapt wordt, moet ten laatste twee jaar na de kap gecompenseerd worden. Per ontbossingsdossier beoordeelt het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) de ecologische waarde van het bos. Hoe waardevoller het bos, hoe hoger de compensatiefactor. Oud bos is namelijk ecologisch veel waardevoller dan jong bos. Voor heel waardevolle bossen is er een compensatiefactor van 3. Dat wil zeggen dat 1 hectare bos moet gecompenseerd worden door 3 hectare compensatiebos.

In 2018, onder de voorganger van minister Demir, werd 271 hectare ontbost. Om de ecologische waarde van het gekapte bos te compenseren, moet er 279 hectare bos aangeplant worden. Ook in 2019 werd er stevig gekapt. Toen verdween 212 hectare bos, wat om een compensatie van 252 hectare bos vraagt. Uit de cijfers die Schauvliege opvroeg blijkt dat die compensatiedoelstelling niet gehaald wordt. 'Hoewel er voor de periode 2018-2019 zo'n 531 hectare compensatiebos had moeten bijkomen in de twee daaropvolgende jaren, stond de teller in mei 2022 volgens de bosteller van het ANB nog maar op 352 hectare gerealiseerd compensatiebos. Dat is slechts 66 procent van de boscompensatie die gerealiseerd had moeten zijn', hekelt Schauvliege.

Ook voor de komende jaren ziet het er niet goed uit. Onder het beleid van minister Demir wordt er duchtig verder gekapt. In 2020 werd er 242,5 hectare bos gekapt en in 2021 nog eens 228 hectare. Rekening houdend met de compensatiefactor van het ANB zou er voor deze nieuwe kapgolf nog eens zo'n 500 hectare extra compensatiebos moeten bijkomen. Daarbovenop kampt de minister ook met een achterstand van 1500 hectare te compenseren bos, een overlevering van haar voorgangers. Alles bij mekaar opgeteld staat de teller intussen dus op ongeveer 1.679 hectare compensatiebos dat nog aangeplant moet worden, een gebied met de grootte van het Meerdaalwoud en het Heverleebos.

'Minister Demir mag nieuw bos aanplanten zoveel ze wil, als ze aan dit tempo blijft kappen, dan haalt dat niets uit omdat de hoeveelheid compensatiebos die aangeplant moet worden ondertussen sterk blijft toenemen', stelt Schauvliege vast. 'De oplossing is nochtans eenvoudig: stop met kappen.' Zeker in het bosarme Vlaanderen is kappen nooit een goed idee, benadrukt Schauvliege. 'Een volwassen bos kan je niet vervangen door kleine twijgjes. Het duurt tientallen jaren voor je een volwaardig bos hebt met dezelfde ecologische waarde als de bossen die tegen de grond gaan.'

Bosuitbreiding
Bij de aanvang van de legislatuur uitte minister Demir de ambitie om de bosoppervlakte tegen 2024 met 4000 hectare uit te breiden, dus nog bovenop bos dat aangeplant moet worden om gekapt bos te compenseren. Schauvliege: 'Na drie plantseizoenen, is en ervan uitgaand dat dit plantseizoen de doelstelling volledig wordt gehaald, dan is er in het beste geval 688hectare bijkomend bos gerealiseerd. Dat is 17% van de beloofde 4.000 hectare, terwijl de minister ook nog 1.679 hectare compensatiebos aan te planten heeft.'

'Het beleid moet bijgestuurd worden. Doordat er veel te gemakkelijk en te veel waardevol bos gekapt wordt, zijn initiatieven om onze bosoppervlakte uit te breiden niet meer dan een druppel op een hete plaat en maken we ons nog kwetsbaarder voor de gevolgen van de klimaatopwarming. Want wat heb je aan bijkomende hectares met jonge twijgjes in pakweg West-Vlaanderen, als er in een andere provincie intussen een grotere hoeveelheid waardevol bos verdwijnt? Als minister Demir écht werk wil maken van meer bos, dan zal ze om te beginnen de kettingzaag moeten stilleggen', besluit Schauvliege.