Dierenwelzijn in de rekken

04 Oktober 2023

Dierenwelzijn in de rekken

Een superlijst dierenwelzijn kan burgers duidelijkheid geven en supermarkten verder stuwen richting een groter diervriendelijker assortiment.

Het zal u wellicht niet ontgaan zijn, vandaag is 4 oktober, werelddierendag. Op social media slaan allerhande petfoodbedrijven, dierenverkopers en farmaceutische organisaties ons om de oren met hun feelgood-berichten. Geen toeval: beelden van katten en honden gaan recht naar ons hart, en de handel in dieren is -helaas- big business.

Op een rondetafel rond dierenrechten die we met Groen vorige week organiseerden, gaf een expert de verhoudingen van vandaag treffend weer: van alle dieren op deze wereld bestaat zo’n 60% uit vee. 36% zijn mensen; 4% wilde dieren. Toch even slikken. Het leven van dieren vandaag kan dus onmogelijk losgezien worden van de aanwezigheid van mensen. Een goed leven voor dieren in deze wereld, is bijgevolg ook rechtstreeks afhankelijk van het kader dat wij als mensheid daarvoor scheppen.

‘The greatness of a nation and its moral progress can be judged by the way its animals are treated’ zei Gandhi daarover treffend. Tussen de tijd dat hij leefde en nu is de kennis van het feit dat dieren voelende wezens zijn die net als wij kunnen lijden, en plezier ervaren, breed verspreid geraakt. Hoe we omgaan met dieren, in het wild, bij ons thuis als gezelschapsdieren, in de landbouw en de visserij; het zegt iets over hoe we naar de wereld kijken.

Het plaatje op het terrein baart daardoor zorgen. Naast de honderdduizenden dierenvrienden die hun hart en ziel steken in het correct zorgen voor hun hond, kat, schildpad of paard; de tienduizenden vrijwilligers in de dierenasielen en vogelopvangcentra; de dierenartsen en professionals te velde; is er helaas ook het voorbeeld van de realiteit van de meedogenloze broodfokkers die moederdieren als ware ‘werpfabriekjes’ in erbarmelijke omstandigheden uitbuiten, met alle gevolgen vandien voor hun gezondheid en die van hun jongen. De nietsvermoedende koper wordt pas later geconfronteerd met de gevolgen: hun huisdier kampt met socialisatieproblemen, ernstige ziektes en gebreken.  Of neem nog de huidige industriële veeteelt waar dieren aangepast worden aan de commerce, in plaats van de commerce aangepast aan hun noden. Met als gevolg routinematige  praktijken waarbij biggen onverdoofd gecastreerd worden, kalkoenen zonder enige wettelijke norm voor welzijn met duizenden opeengepakt worden met hun snavels geknipt; en kalveren onverminderd afgezonderd worden van hun moeder. Allemaal voor goedkoop vlees, waar de gemiddelde boer zelfs geen degelijk inkomen aan overhoudt.

Maar er is hoop. Deze praktijken zijn vermijdbaar en de voorbeelden zijn er al. Het beleid in Wallonië toonde hoe je concreet de malafide broodfok kan aanpakken. De Waalse Ecolo- minister Céline Tellier besliste dat honden en katten enkel nog mogen verhandeld worden op voorwaarde dat ze hier geboren zijn en het moederdier in de buurt is. Uit het veld klinkt daarnaast de sterke roep om broodfokkers aansprakelijk te houden voor de gevolgen van hun praktijken - een garantieperiode avant la lettre-  en burgers sterker te sensibiliseren door middel van het invoeren van een periode van bedenktijd en een houderlicentie. Ook daar zette Wallonië stappen. Concrete inspiratie kortom, die mee helpt om de motor van de commerciële malafide broodfok stil te leggen. Ik zal het dan ook blijven herhalen, beste minister, beste Vlaams regering: voer dit beleid ook zo snel mogelijk in Vlaanderen in. Onze regio mag niet langer achterop hinken. Draai de kraan van de broodfok toe.

Hetzelfde geldt overigens voor wat betreft de industriële veeteelt: het Vlaamse beleid hinkt achterop. Heel wat mensen zijn omwille van hun gezondheid, de impact op het milieu of omwille van dierenwelzijn overgeschakeld naar een dieet met meer plantaardige eiwitten. Die shift is een krachtige bron voor optimisme. Of je nu flexitariër bent of veganist: de trend naar minder vlees eten is er. Toen ik op mijn zestiende besliste om te stoppen met vlees eten, werd ik nog raar bekeken. Het was zoeken naar plantaardige alternatieven in de rekken. Vandaag is het verschil immens. Nog los van innovaties als kweekvlees, zien we dat het assortiment vandaag al exponentieel is gestegen.

De burger is mee. En supermarkten spelen daarop in. Ze voeren en masse hun eigen labels in. Voor eieren, voor vlees én voor plantaardige alternatieven. Maar het gevolg is dat de burger door de bomen het bos niet meer dreigt te zien. Wie maakt écht de claims waar die ze beweren? Hoe weet je wanneer een inspanning echt helpt bijdragen aan diervriendelijker voedsel en wanneer het greenwashing is? Terwijl Nederland en Duitsland al een eigen dierenwelzijnslabel invoerden, is er ondanks de triomfantelijke aankondiging door Ben Weyts in 2019 bij ons nog altijd…  niks.

Ook in Nederland bestaat de zogenaamde superlijst: een website waarop mensen kunnen zien welke supermarkten het voortouw nemen qua diervriendelijk aanbod.  Het is dan ook geen toeval dat Albert Heyn onlangs besliste om zijn eigen plantaardige merklijn te lanceren. De supermarkt koppelde er meteen een ambitieus doel aan: tegen 2025 wil ze dat 50% van de verkochte eiwitten plantaardig is.

Bij ons bestaat er reeds zo’n superlijst voor duurzaamheid, waar ook al aandacht is voor de eiwittransitie. Deze lijst kan perfect opgeschaald worden, zodat burgers ook een kompas kunnen hebben op vlak van diervriendelijkheid. Een superlijst dierenwelzijn kan zo burgers duidelijkheid geven en supermarkten bij ons verder stuwen richting een groter diervriendelijker assortiment. Of hoe je de judo-gewijs, de kracht van de commerce kan hergebruiken voor het realiseren van meer dierenwelzijn. Een voorstel waarvan ik hoop dat het snel realiteit mag worden in Vlaanderen.

Er is nog zo veel mogelijk om de levens van dieren te verbeteren. We hoeven daarvoor niet te wachten.  De tijd is er meer dan rijp voor. Gandhi indachtig: if not now, when?

door: Meyrem Almaci

 

Ontdek ons standpunt over dierenwelzijn