Omzetting Europese wetgeving: “vooruitgang, maar nog niet voldoende”

03 Augustus 2023

Omzetting Europese wetgeving: “vooruitgang, maar nog niet voldoende”

Groen-parlementslid Kristof Calvo reageert: “De federale regering heeft een serieuze inhaalbeweging gemaakt, de afgelopen maanden, maar ze mag nu niet verslappen.”

Omzetting Europese wetgeving: “vooruitgang, maar nog niet voldoende”

Vanaf 1 januari 2024 is België voorzitter van de Europese Unie en vanaf dan zal ons land een voortrekkersrol spelen inzake EU-wetgeving. Bij die functie hoort ook een belangrijke voorbeeldfunctie bij het omzetten van Europese regels naar nationale wetgeving. Daar schortte het in het verleden echter aan: in januari 2023 waarschuwde de Europese Commissie dat België de op één na grootste achterstand had van alle lidstaten bij het omzetten van richtlijnen: een omzettingsachterstand van 2,8%, terwijl de Europese doelstelling is vastgelegd om 1%. Groen-parlementslid Kristof Calvo reageert: “De federale regering heeft een serieuze inhaalbeweging gemaakt, de afgelopen maanden, maar ze mag nu niet verslappen.”

Omzetten Europese richtlijnen is geen formaliteit

Europese “richtlijnen”  worden op Europees niveau democratisch besloten door het Europees Parlement en de Raad van Ministers. Ze schetsen een kader om een doel te bereiken, maar de EU-landen mogen binnen dat kader zelf de precieze wetgeving vastleggen. "Het omzetten van Europese richtlijnen is geen formaliteit, maar een heel serieuze zaak. Het gaat hierbij over het uitvoeren van democratisch genomen beslissingen en het bieden van rechtszekerheid aan burgers, bedrijven en overheidsdiensten,” zegt Kristof Calvo.

Uit informatie die Calvo opvroeg bij minister van Europese Zaken Lahbib en meerdere vakministers, blijkt dat de federale regering de laatste maanden een serieuze inhaalbeweging maakte: uit de 18 richtlijnen waar in maart 2023 een federale minister ten minste een gedeeltelijke verantwoordelijkheid had voor de laattijdige omzetting, was dit begin juli bij 7 in orde gebracht. Voor de meeste andere richtlijnen wordt verwacht dat de obstakels voor de omzetting nog voor of kort na het parlementair zomerverlof genomen zouden worden.

Slechts bij één probleemdossier gaf de bevoegde minister Dermagne aan dat de complexiteit dermate groot was dat de volledige omzetting zeker zou moeten wachten tot 2024. Van vijf omzettingsdossiers bleek de bevoegde minister de exacte timing  van omzetting nog niet te kunnen geven. Drie daarvan vallen onder minister van Justitie Van Quickenborne, die met acht laattijdige dossiers in maart 2023 echter ook de grootste achterstand goed te maken had.

Rapporteer regelmatig de voortgang van de omzetting

Calvo: “Deze inhaalbeweging op federaal niveau is hoopgevend, maar mag niet verslappen. Op 1 juni waren er immers nog 37 richtlijnen die de verschillende regeringen van ons land in de volgende twee jaar moeten omzetten.” Daartoe is het volgens hem essentieel dat minister Lahbib maandelijks de voortgang van omzettingsdossiers automatisch publiceert, iets wat de minister tot op heden expliciet weigert.

Nochtans toont Nederland aan dat het kan. Daar publiceert de minister van Buitenlandse  Zaken regelmatig de omzettingsachterstand, de oorzaken van deze achterstand, en de oplossingen die de regering naar voren schuift om deze achterstand aan te pakken.  Een voorbeeld dat volgens Calvo navolging verdient, onder meer op kwaliteit van de aangeleverde gegevens te verhogen en druk op spoedige omzetting structureel te maken: “Het zou goed zijn voor de publieke, journalistieke en parlementaire controle wanneer dergelijke rapportage ook in België structureel publiek zou gebeuren, bij voorkeur voor alle Belgische regeringen samen,” besluit Calvo

 

Zie ook het artikel in De Tijd: Belgie-talmt-met-omzetting-europese-richtlijnen