Meer middelen voor de geestelijke gezondheidszorg, dat is investeren in de toekomst
Federaal is er deze legislatuur stevig geïnvesteerd in geestelijke gezondheidszorg: elk jaar 200 miljoen euro is niet niks. Maar het is niet genoeg. De Vlaamse Gemeenschap - die in feite bevoegd is - blijft achter.
We kunnen niet aanvaarden dat mensen met een psychische urgentie terug naar huis gestuurd worden en maanden moeten wachten voor ze geholpen worden. Dat is niet alleen mensonterend, het maakt de problemen ook groter. We investeren in meer capaciteit door een deel van de groeinorm systematisch in geestelijke gezondheid te investeren in plaats van in de groei van bestaande uitgavenposten van de ziekteverzekering. Van de gemeenschappen verwachten we een evenwaardige inspanning.
De toegang tot mentale gezondheidszorg moet laagdrempeliger. De terugbetaling van psychologische zorg wordt volledig uitgerold. Iedereen die het nodig heeft, moet vlot en in de buurt beroep kunnen doen op terugbetaalde psychologische ondersteuning. Tegelijk moet preventie, vroegdetectie en vroeginterventie versterkt worden op vindplaatsen als de school en het werk.
We zullen de komende tijd "dubbel" moeten investeren: om de opgelopen achterstand goed te maken en om de instroom naar intensievere zorg terug te dringen. Ook hier zal niet investeren uiteindelijk meer kosten.