Het everzwijn als excuus: hoe de wapenwet geruisloos versoepeld wordt.
17 Juli 2025
"Als jagers vandaag al het verschil niet zien tussen een haas en een mens, wat mogen we dan verwachten wanneer het aantal nachtkijkers in omloop vermenigvuldigt?" - Stefaan Van Hecke
Om de strijd tegen everzwijnen te kunnen opdrijven heeft het parlement beslist om nachtkijkers en geluidsdempers te legaliseren voor jagers. Wat wordt voorgesteld als een technische maatregel, is in werkelijkheid een ernstige verzwakking van onze wapenwetgeving. Experten waarschuwen voor het risico op de openbare veiligheid en wijzen op een beperkt effect op de overlast door everzwijnen.
De maatregel zou noodzakelijk zijn om everzwijnen efficiënter te kunnen bejagen. Maar wie garandeert dat jagers hun nachtkijker enkel op everzwijnen richten? In de praktijk zal controle onmogelijk zijn. Verschillende natuurverenigingen waarschuwen: het risico is reëel dat er op andere wilde dieren wordt gejaagd. Eenmaal deze technologie legaal wordt, vervaagt de grens tussen toegelaten en verboden jacht. Wat vandaag de uitzondering is, dreigt morgen de norm te worden. De kans op misbruik neemt exponentieel toe.
De kernvraag is dan ook: willen we onze wapenwetgeving versoepelen in functie van de overlast van everzwijnen, terwijl we weten dat de gevolgen veel verder reiken? De kritiek van specialisten liegt er in elk geval niet om. Zowel het Vlaams Vredesinstituut, de Federale Wapendienst als DJSOC, de federale politiedienst die zich richt op georganiseerde criminaliteit, spraken duidelijke taal: deze versoepeling is gevaarlijk.
Waarom? Omdat geluidsdempers en nachtkijkers niet zomaar accessoires zijn. Ze maken het mogelijk om ongemerkt en in het donker te schieten. Net daarom zijn ze bijzonder gegeerd door criminele netwerken, terroristen en plegers van geweldsdelicten. Internationale studies tonen aan dat deze technologieën in andere landen ook vaak opduiken bij massaschietpartijen. Wie denkt dat dit een theoretisch risico is, houdt zichzelf voor de gek. Een vrijere wapenwet leidt tot meer schietincidenten.
Daarom is onze wetgeving tot vandaag ook zo duidelijk: deze attributen zijn verboden. Omdat we de lat voor publieke veiligheid bewust hoog leggen. Zodra een geluidsdemper of nachtkijker in een wagen wordt aangetroffen, is er vandaag geen discussie: het is een misdrijf. Punt. Simpel en helder voor politie en parket. Dat verandert met deze wetswijziging. We openen een achterdeur naar een parallel circuit waarin legale en illegale gebruikers door elkaar lopen. Dat maakt toezicht moeilijker, en misbruik eenvoudiger. Er zullen meer van deze accessoires in de maatschappij rondgaan waardoor ze gemakkelijker te verkrijgen zijn door mensen met slechte bedoelingen.
Daar komt nog bij dat registratie bijzonder problematisch wordt. In tegenstelling tot vuurwapens, hebben nachtkijkers en geluidsdempers geen registratienummer. De voorstanders geven toe dat bijkomende koninklijke besluiten nodig zijn om een werkbaar registratiesysteem op te zetten. Maar experts waarschuwen nu al dat dit “bijna onmogelijk” is om goed te organiseren. En dan blijven we achter met een maatregel die nauwelijks controleerbaar is, maar wél nieuwe risico’s creëert.
Voorstanders schermen met het argument van veiligheid. Jagers zouden dankzij deze technologie “veiliger” kunnen jagen. Maar voor wie is het dan precies veiliger? In oktober 2024 schoot een jager in Tongeren een man van 31 dood die met een metaaldetector een akker doorzocht. De jager verklaarde achteraf: “Door de nachtkijker leek het alsof ik op een haas mikte.” De technologie die ons zogezegd moet beschermen, leidde tot een fatale vergissing.
Als jagers vandaag al het verschil niet zien tussen een haas en een mens, wat mogen we dan verwachten wanneer het aantal nachtkijkers in omloop vermenigvuldigt? Gaan we aanvaarden dat mensen die in de natuur wandelen, werken of sporten zich moeten afvragen of ze door een nachtkijker bekeken worden? Al dan niet door iemand met de vinger aan de trekker?
Bovendien negeert deze wet een bredere tendens. In heel Europa wordt wapenwetgeving sinds de aanslagen in Parijs en Brussel strenger. Men wil minder wapens in omloop, niet meer. België liep tot nu toe in de pas met die evolutie. Deze versoepeling keert dat volledig om. We dreigen het pad te effenen naar een liberaler wapenbeleid, zonder heldere grenzen of garanties.
De logica achter de wetswijziging klinkt als volgt: “Er is een probleem, dus laten we jagers extra technologie geven.” Maar dat is kortzichtig. De everzwijnenproblematiek vraagt een geïntegreerde aanpak: betere wildbeheereenheden, preventieve maatregelen zoals afrastering, aanpassing van jachtperiodes en monitoring van populaties. Zulke methodes zijn bewezen effectief en blijven binnen de grenzen van wat aanvaardbaar is in een samenleving die veiligheid en natuurbehoud ernstig neemt.
Wat er vandaag gebeurt, is iets anders. De jachtlobby heeft jarenlang aangedrongen op versoepeling van de regels. Nu gebruikt men de overlast door everzwijnen als hefboom om iets te bereiken wat al langer op het verlanglijstje stond: ruimere toegang tot militair geïnspireerde technologie.
Wie écht bekommerd is om veiligheid, kiest niet voor meer wapentechnologie in de bossen. Wie het meent met het milieu, staat niet toe dat beschermde soorten makkelijker in het vizier komen. En wie de rechtsstaat ernstig neemt, negeert de waarschuwingen van zijn eigen veiligheidsdiensten niet.
Deze wet is dan ook geen evenwichtige afweging van belangen, maar een politiek compromis dat de verkeerde kant op buigt. In plaats van rust te brengen, dreigt ze nieuwe problemen te creëren op het terrein, in de rechtszaal en in het hoofd van elke burger die zich afvraagt: zijn we nu echt veiliger?
Wij hadden deze wet graag begraven. Soms is de verstandigste keuze net om de trekker niét over te halen.