Minister, wat zal u zeggen over de Palestijnse Staat?
08 September 2011
In een ideale wereld was de Palestijnse staat al lang ontstaan uit een vredesakkoord, maar de onderhandelingen daartoe slepen nu al decennia aan.
Eva Brems, professor mensenrechten aan de Universiteit Gent en Groen!-parlementslid, schrijft minister van Buitenlandse Zaken Steven Vanackere. De regering heeft nog geen antwoord op de Palestijnse vraag naar een volwaardig VN-lidmaatschap. Brems pleit voor een 'ja'.
Mijnheer de minister,
Pas in oktober hervat het parlement zijn gewone werking, en zullen de parlementsleden opnieuw ministers kunnen ondervragen. Hopelijk hebben we op dat moment ook eindelijk weer een volwaardige regering. Alvast één vraag kan niet tot dan wachten. President Mahmoud Abbas van de Palestijnse Autoriteit en de PLO zal op 20 september aan ons land en de andere 192 leden van de VN vragen om de Palestijnse gebieden te erkennen als volwaardig lid van de VN, en dus als officiële staat. Samen met vele andere landgenoten wil ik graag weten wat u namens ons zal antwoorden.
Ik stel u deze vraag daarom nu alvast in deze open brief: "Zal ons land desgevraagd de Palestijnse Gebieden (Oost-Jeruzalem, de Westelijke Jordaanoever en Gaza) erkennen als staat en als volwaardig lid van de VN?"
Wij steunen de Israëlische en Palestijnse volkeren in hun recht op zelfbeschikking en hun recht om in vrede en veiligheid te leven binnen internationaal erkende grenzen, in overeenstemming met de intussen ontelbare VN-resoluties hierover. Een positief antwoord op de Palestijnse vraag is het enige rechtvaardige antwoord voor een volk dat al decennia smacht naar een eigen staat, om in vrede naast die andere staat, Israël, te leven.
'Groepje gebieden'
We spreken al zo lang over het conflict dat het om twee entiteiten lijkt te gaan die op gelijke voet staan. Maar dat is natuurlijk niet zo. Een erkenning lost lang niet alle problemen op, maar het helpt alvast om het onevenwicht aan de onderhandelingstafel te herstellen. De 'staat' Israël zit daar tegenover wat tot op vandaag slechts een groepje 'gebieden' heet, waar Palestijnen wonen die door de onophoudelijke bouw en inbreiding van Israëlische kolonies in die gebieden telkens voor voldongen feiten gesteld worden. Ons land en de EU veroordelen al jaren dit unilaterale en volgens internationaal recht illegale Israëlische regeringsbeleid. Ook u veroordeelt dit tot in den treure - alvast in woorden. De tijd voor een diplomatieke daad is aangebroken.
In een ideale wereld was de Palestijnse staat al lang ontstaan uit een vredesakkoord, maar de onderhandelingen daartoe slepen nu al decennia aan. De op Wikileaks gelekte diplomatieke documenten gaven een ontluisterend beeld van wat aan die onderhandelingstafel gebeurt. Holle frasen als "Israël heeft geen partner voor vrede aan Palestijnse zijde" en "de onderhandelingen lopen vast omdat de Palestijnen geen toegevingen willen doen" werden er helemaal in ontkracht. Zo bleek dat, hoewel de Palestijnen Oost-Jeruzalem als hoofdstad van hun Staat willen, de Palestijnse onderhandelaars aanboden om op een na alle nederzettingen in Oost-Jeruzalem aan Israël af te staan, een ongeziene concessie die illustreert hoe groot de compromisbereidheid van de Palestijnen is. Met de erkenning van Palestina nemen we extremistische krachten binnen Palestina de wind uit de zeilen en maken we de Palestijnse overheden meer aanspreekbaar op hun inspanningen voor vrede.
Deze zaak ligt het parlement zo na aan het hart dat de Senaat u op 14 juli, vlak voor het reces, de opdracht meegaf om "zodra mogelijk ook daadwerkelijk over te gaan tot de erkenning van de Palestijnse Staat in overleg met de Europese partners, en dit binnen de grenzen van 1967 en overeenkomstig resolutie 43/177 van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties". De burgers in het Midden-Oosten tonen nu al maandenlang enorme moed. Westerse regeringen moeten evenveel moed aan de dag leggen om te doen wat juist is. Ook als andere landen hun veto stellen, moet België zich krachtig uitspreken voor de erkenning op alle diplomatieke fora.