Staat Netanyahu boven het internationaal recht?
10 April 2025

"Internationaal recht geldt niet alleen als het ons goed uitkomt. Het geldt ook – en vooral – wanneer het moeilijk is." - Stefaan Van Hecke
Premier Bart De Wever verklaarde onlangs in Terzake dat België het arrestatiebevel van het Internationaal Strafhof (ICC) tegen de Israëlische premier Netanyahu niet zou uitvoeren, mocht die ons land bezoeken. Die uitspraak is op zijn zachtst gezegd verontrustend. Ze zet niet alleen België op ramkoers met zijn internationale verplichtingen, maar ondermijnt ook het fundamentele principe dat niemand boven de wet staat – zelfs niet op het hoogste politieke niveau.
De scheiding der machten vormt de basis van onze rechtsstaat. Daar staat geen Romeinse keizer boven die met de duim omhoog of omlaag kan beslissen of iemand al dan niet wordt vervolgd.
Het Internationaal Strafhof werd opgericht om de zwaarste misdaden te vervolgen: oorlogsmisdaden, misdaden tegen de menselijkheid en genocide. België heeft dit project altijd gesteund, juist omdat wij als kleine staat belang hebben bij een wereldorde gebaseerd op recht en niet op macht.
Toch blijkt die overtuiging plots selectief toegepast te worden. Wanneer het ICC arrestatiebevelen uitvaardigt tegen leiders zoals Vladimir Poetin of Rodrigo Duterte, of tegen rebellenleiders in Afrika, dan staan we pal achter de rechtsstaat. Maar wanneer het gaat over de premier van Israël, wordt er ineens verwezen naar “realpolitik” en geopolitieke gevoeligheden. Waarom meten we met twee maten en twee gewichten? Staat Netanyahu boven het internationaal recht?
Verschillende rapporten van de Verenigde Naties, Amnesty International, Human Rights Watch en andere onafhankelijke waarnemers spreken over systematisch geweld tegen de Palestijnse bevolking, met duizenden burgerslachtoffers, aanvallen op ziekenhuizen en hulpverleners, en structurele blokkades die humanitaire toegang onmogelijk maken. Deze signalen zijn niet vrijblijvend. Ze roepen op tot grondig onderzoek en, indien nodig, vervolging. En net dat is de rol van het Internationaal Strafhof.
Het is belangrijk te onderstrepen dat de Palestijnse staat het Statuut van Rome heeft ondertekend en dus het ICC erkent. Dat geeft het hof rechtsmacht om oorlogsmisdaden op het grondgebied van Palestina te onderzoeken – zoals het dat ook elders in de wereld doet. De toepassing van het internationaal recht is geen politieke keuze, maar een juridische verplichting.
Opvallend is hoe snel we in ons parlement bereid zijn genocides uit het verleden te herdenken – denk aan het voorstel van N-VA tot herdenking van de Armeense genocide (die wij uiteraard steunden) – terwijl we wegkijken als er vandaag stappen worden gezet om daders van mogelijk gelijkaardige misdaden ter verantwoording te roepen. Internationale rechtspraak is blijkbaar wél goed zolang ze zich in het verleden afspeelt, maar niet als ze actuele consequenties heeft.
België heeft zich altijd geprofileerd als voorvechter van mensenrechten, internationale samenwerking en de strijd tegen straffeloosheid. Dat engagement moet consequent blijven. De uitvoering van een arrestatiebevel van het ICC is geen politieke beslissing, maar een juridische plicht. Politici moeten zich daar niet boven plaatsen.
Als we willen dat het internationaal recht ernstig genomen wordt, moeten we het ook zelf ernstig nemen. Niet alleen wanneer het ons uitkomt, maar ook wanneer het politiek gevoelig ligt. Dat is precies wat een rechtsstaat onderscheidt van willekeur.
Stefaan Van Hecke
Volksvertegenwoordiger voor Groen