Israël moet schadevergoeding betalen bij vernietiging Belgische ontwikkelingsprojecten

11 Maart 2015

Israël moet schadevergoeding betalen bij vernietiging Belgische ontwikkelingsprojecten

Binnenkort staat een resolutie van Groen en Ecolo op de agenda van de Kamer, waarin aan de regering gevraagd wordt om een schadevergoeding van Israël te eisen voor de vernietiging van de Belgische projecten van ontwikkelingssamenwerking.

Wouter De Vriendt bezocht tijdens het krokusverlof samen met een parlementaire delegatie de Palestijnse herdersgemeenschap die hierdoor getroffen werd. Met name hun dagelijks leven, economische activiteit en de toegang tot water werd hierdoor bemoeilijkt.
Binnenkort staat een resolutie van Groen en Ecolo op de agenda van de Kamer, waarin aan de regering gevraagd wordt om een schadevergoeding van Israël te eisen voor de vernietiging van de Belgische projecten van ontwikkelingssamenwerking. Het gaat om de vernietiging van een deel van het elektrisch netwerk in het dorp Khirbet Al Taweel op de Westelijke Jordaanoever op 29 september 2014. Het ging om 4,5 km elektriciteitskabel en 70 palen, die in stukken werden gezaagd om hergebruik te voorkomen. Het ganse dorp viel zonder elektriciteit en de landbouwersfamilies konden hun melkproducten niet bewaren. De kosten lopen op tot 55.000 euro.

Sindsdien veroordeelde minister Reynders in de Kamer de vernietiging in zeer expliciete termen: “de actie is in strijd met het internationaal recht en is nog betreurenswaardiger gezien België een aantal stappen bij de Israëlische overheid had ondernomen om de sloop te voorkomen. J’ai condamné publiquement cette destruction.” (Reynders in de Kamercommissie BUZA op 19 november 2014). Israël vernietigt regelmatig Palestijnse infrastructuur in zone C, dit past in haar annexatie- en bezettingspolitiek om het leven voor Palestijnen zo moeilijk mogelijk te maken.

Maar voor een concrete schadevergoeding verwees minister Reynders naar de ontwikkeling van een compensatiemechanisme binnen de Europese Unie. Ook projecten gefinancierd met Europees geld worden immers vernietigd door de Israëlische bezetter op de Westelijke Jordaanoever:

  • 79 in totaal in Jeruzalem en de zone C (waar Israël en de Palestijnse Autoriteit gezamenlijke autoriteit uitoefenen) in 2012
  • 54 in de eerste helft van 2013
  • De Europese Commissie schat de totale kost van de vernietigde projecten tussen 2001 en 2011 op 49,14 miljoen euro, waarvan 29,37 miljoen euro gefinancierd door de EU of EU-lidstaten
  • 8 april 2014: drie humanitaire opvangprojecten gefinancierd door de EU

Echter, vermits op het Europese niveau alles strop zit en België ook rechtstreeks ten aanzien van Israël geen actie onderneemt, wordt deze resolutie ingediend.

Inderdaad, er is geen akkoord tussen de EU-lidstaten over een gemeenschappelijk compensatiemechanisme. Dat blijkt uit contacten van NGO’s en uit de recente conclusies van de Raad van Ministers inzake het Midden-Oosten die geen melding maken van een beslissing ter zake.

De overtredingen door Israël van het internationaal humanitair recht zijn legio, als het gaat om de nederzettingenpolitiek in Oost-Jeruzalem en de Westelijke Jordaanoever binnen de internationaal erkende grenzen van Palestina van voor 1967. Maar dit gaat bovendien om de illegale vernietiging van eigen Belgische projecten in de Palestijnse gebieden die erop gericht zijn om de humanitaire situatie van de zwaar getroffen bevolking te verbeteren. Dit gaat om ons eigen belastinggeld en het wordt tijd dat we stoppen met ons op te stellen als makke lammetjes ten aanzien van de Israëlische overheid als zij het internationaal humanitair recht schendt. Ondanks het ontbreken van een Europese consensus, kan België formeel de vraag naar schadevergoeding stellen bij de Israëlische autoriteiten.

Wij gaan uit van een bereidheid bij de andere partijen om hierover na te denken en zullen een informeel overleg opstarten. Minister Reynders heeft in het parlement overigens nooit een bilateraal initiatief van België uitgesloten, hij sprak steeds van “prioriteit” voor een Europese oplossing.

Wouter De Vriendt bezocht ook een schooltje in het dorp Al-Aqaba (in de provincie Tubas), waar onze Ontwikkelingssamenwerking (BTC) tussen 2003 en 2007 een waterput bouwde, de plaatselijke school uitbreidde met extra klaslokalen en een speelplaats voor kinderen. Een vernietigingsbevel werd ook voor deze projecten uitgereikt, maar nog niet uitgevoerd. Minister Reynders verklaarde dat alles eraan gedaan wordt om de sloop hiervan tegen te houden.

De problematiek in zone-C is enorm. Israël heeft er de volledige bevoegdheid inzake administratie, civiele overheid en veiligheid. In deze zone (60% van de Westelijke Jordaanoever) is 70% voorbehouden voor de ontwikkeling van de illegale nederzettingen en slechts 1% voor Palestijnse ontwikkeling. Ruim 70% van de Palestijnse gemeenschappen zijn niet aangesloten op het waternetwerk: de ontwikkelingsnoden zijn hoog. Tot 95% van de Palestijnse bouwaanvragen in zone C worden door Israël geweigerd op administratief-technische gronden die de Israëlische regering zelf in handen heeft. De Palestijnse bevolking bouwt dus noodgedwongen vaak zonder vergunning.

Als onze resolutie wordt goedgekeurd, zijn o.a. dit de vragen van de Kamer aan de federale regering:

  • de veroordeling van de vernietiging door Israël van Palestijnse infrastructuur en de ontheemding van Palestijnse burgers in zone C
  • erop aandringen bij Israël om de bevoegdheid voor ruimtelijke planning in zone C over te dragen aan de Palestijnse autoriteit en dat het uitstaande afbraakorders intrekt, inclusief de sloopbevelen voor het Belgische project in Al Aqaba
  • Een kostendekkende schadevergoeding eisen van Israël, bij ontstentenis van een Europees mechanisme
  • Israël verwittigen dat het niet betalen van een schadevergoeding gevolgen zal hebben voor de bilaterale relaties met ons land
  • Blijvend investeren in ontwikkeling en projecten ter ondersteuning van de Palestijnse bevolking in de Westelijke Jordaanoever