Minister Demir haalt eigen bosuitbreidingsdoelstellingen niet

17 Januari 2023

Minister Demir haalt eigen bosuitbreidingsdoelstellingen niet

'Minister Demir lijkt geen steun te krijgen van haar collega-ministers om de beloofde bosuitbreiding te realiseren. Ondanks dat er terrein voor handen is, lukt het niet de gronden te bebossen.'

Bij aanvang van de legislatuur beloofde minister Demir dat ze 4000 hectare bijkomend bos zou aanplanten om zo de bebossingsgraad in Vlaanderen op te krikken. Uit cijfers die Groen-parlementslid Mieke Schauvliege opvroeg blijkt dat tegen het einde van de legislatuur de bosuitbreiding zal stranden op 1344 hectare, slechts 33 procent van de doelstelling. 'De aankondigingspolitiek van minister Demir was blijkbaar groter dan wat ze zelf kan realiseren', stelt Schauvliege vast. 'Bovendien is elke inspanning om bos aan te planten vandaag dweilen met de kraan open, aangezien er ondertussen ook nog altijd veel waardevol bos wordt gekapt en de compensatie daarvan hopeloos achterop blijft.'

Volgens de meest recente cijfers van de bosteller is er onder het beleid van minister Demir op dit moment 758 hectare bosuitbreiding gerealiseerd, voornamelijk door de Vlaamse overheid en de natuurverenigingen. De prognose is dat tegen het einde van dit plantseizoen net iets meer dan 1.000 hectare nieuw bos zal zijn aangeplant. Bijkomend ligt er nog 261 hectare klaar om bebost te worden in het plantseizoen 2023 – 2024, het laatste van deze legislatuur. Schauvliege: 'Dat brengt de voorlopige bosuitbreiding tegen 2024 op 1.344 hectare, slechts ongeveer een derde van wat minister Demir wilde bereiken. Van een succes is dus geen sprake.'

Gebrek aan samenwerking
Dat het doel niet bereikt wordt, komt niet door een gebrek aan beschikbare gronden: bij de lancering van de bosuitbreidingsstrategie identificeerde het Agentschap voor Natuur en Bos een kleine 4.000 hectare gronden in eigendom van de Vlaamse overheid die potentieel kunnen ingezet worden voor bebossing. Schauvliege: 'Minister Demir lijkt geen steun te krijgen van haar collega-ministers om de beloofde bosuitbreiding te realiseren. Ondanks dat er terrein voor handen is, lukt het niet de gronden te bebossen. Opnieuw loopt een dossier vast door gebrek aan samenwerking binnen de regering.'

Het Groen-parlementslid verwijst daarbij ook naar de guerilla-actie van Bos+ vorige maand die een bos aanplantte op terrein van de Vlaamse Waterweg, de administratie onder verantwoordelijkheid van minister Lydia Peeters. De 2.400 bomen die door de bosvereniging aangeplant werden, zullen zelfs weer verwijderd moeten worden. Minister Peeters verklaarde in het Vlaams parlement dat ze al 14 hectare gevonden heeft om het bos in kwestie te compenseren. Nochtans zou minister Peeters veel meer kunnen doen. Bij de start van de bosuitbreidingsstrategie was er sprake van 783 hectare van de Vlaamse waterweg die bebost zouden kunnen worden en nog eens 549 hectare van het Agentschap voor Wegen en Verkeer. De 14 hectare die minister Peeters voorstelt, zijn dus een peulenschil in verhouding tot wat mogelijk is. Ook andere ministers laten het afweten. Dat vindt Schauvliege onbegrijpelijk. 'Er is hoge nood aan meer bos in Vlaanderen, zowel om de gevolgen van de klimaatopwarming tegen te gaan, als voor onze gezondheid en ons welzijn', benadrukt Schauvliege. 'Als de regering Jambon samenwerkt, zou er dus nog veel meer bos bij kunnen komen.'

Kapwoede stilleggen
Schauvliege benadrukt evenwel dat bosuitbreiding alleen succesvol kan zijn als daarnaast ook de kettingzagen stilgelegd worden. 'Inspanningen om bos bij te creëren verdampen als je intussen op andere locaties waardevol bos vernietigt.' Dat laatste is namelijk nog steeds het geval: jaarlijks verdwijnt er 200 hectare bos in Vlaanderen mét omgevingsvergunning. 'Zolang minister Demir het Agentschap Natuur en Bos niet de opdracht geeft om strenger te zijn in hun adviesverlening, zijn de weinige bossen die Vlaanderen nog heeft een vogel voor de kat. Als minister Demir de natuur in Vlaanderen wil versterken, dan moet ze niet alleen nieuwe jonge bomen aanplanten maar ook de bestaande natuur veel beter beschermen', besluit Schauvliege.