Commissie “koloniaal verleden” zet werk verder met geslaagd werkbezoek in de regio

16 September 2022

Commissie “koloniaal verleden” zet werk verder met geslaagd werkbezoek in de regio

“Wij trokken naar de betrokken landen om te luisteren. De erkenning van het koloniaal verleden kan enkel in dialoog. Een werkbezoek ter plaatse is een kwestie van elementair respect.”(Wouter De Vriendt)

Gedurende negen dagen bracht een delegatie van de Bijzondere Kamercommissie “koloniaal verleden” een werkbezoek aan Congo, Burundi en Rwanda. “Wij trokken naar de betrokken landen om te luisteren. De erkenning van het koloniaal verleden kan enkel in dialoog. Een werkbezoek ter plaatse is een kwestie van elementair respect”, zegt commissievoorzitter Wouter De Vriendt.

De Kamercommissie is sinds juli 2020 aan het werk. Een expertengroep leverde al een eerste rapport af, en de parlementsleden hebben tot nu toe meer dan 120 personen en organisaties in hoorzittingen uitgenodigd. De opdracht van de commissie is om het koloniaal verleden van ons land te onderzoeken en een rapport op te stellen met conclusies en aanbevelingen voor de regering. Het is de eerste keer in de geschiedenis van ons land dat het parlement de confrontatie aangaat met die pijnlijke bladzijde uit onze geschiedenis. Een officiële erkenning van het leed is nodig voordat we samen kunnen werken aan herstel en verzoening, en een hernieuwd Belgisch engagement in de regio.

“Pleurer, c’est une parole”, zo verwoordde een van onze gesprekspartners het in Kigali. En inderdaad, het werkbezoek was een lange aaneenschakeling van ontmoetingen en ervaringen. We hadden meetings met politici, middenveld, jongeren, artiesten, academici en vertegenwoordigers van religieuze gemeenschappen. De commissie werd in Kinshasa en Burundi ontvangen door de ministers van buitenlandse zaken. In Kigali was er een vergadering met de voorzitter van de commissie Buitenlandse Zaken. In Kinshasa was er een boeiende gedachtenwisseling met een 50-tal Congolese studenten in de universiteit van Kinshasa.

Alle gesprekspartners verwachten van België een zichtbare rol in de regio, maar hopen ook op een doorbraak in de toegankelijkheid van de archieven, symbolische acties van verzoening en herstel, een engagement in het onderwijs en de ontwikkeling van de landen, en verzoening tussen etnische gemeenschappen waarvan de wortels deels ook in het koloniaal verleden liggen.

Het is logisch dat de erkenning van het koloniaal verleden en het streven naar herstel en verzoening gebeurt in dialoog met de betrokken landen. Dit louter in België zelf afhandelen zou getuigen van paternalisme en net dat willen we net vermijden. Interactie en dialoog is cruciaal en even belangrijk als het resultaat zelf. De Kamercommissie is trouwens verre van een eindpunt in de verwerking van het koloniaal verleden, maar een stevige stap in de juiste richting.

Er was permanente begeleiding en ondersteuning van onze ambassades ter plaatse, en het werkbezoek werd zeer geapprecieerd door onze gesprekspartners. De parlementsleden zetten hun werk verder met hoorzittingen tot eind september, en tegen eind dit jaar wordt het finale politieke rapport verwacht.