Belfius richt zich op de rijksten

28 Juni 2022

Belfius richt zich op de rijksten

Belfius is een overheidsbank en voor 100 % eigendom van de Belgische Staat en de Belgische burgers. Dat brengt verantwoordelijkheden met zich mee, zowel voor de bank als voor de Staat.

"Brussels: Belfius Bank" by harry_nl is licensed with CC BY-NC-SA 2.0.

 

Tijdens de commissievergadering van 28 juni 2022 heeft Dieter Van Besien de minister van financiën, Vincent Van Peteghem, ondervraagd over de beslissing van Belfius om zich in hun dienstverlening te specialiseren voor de rijkste klanten. Zo krijgen zij naast een bijzonder kwalitatieve dienstverlening ook hun eigen toegewijde kantorennetwerk. Deze beslissing komt er in een context waarin het aantal bankkantoren sluit, en de toegang tot basisbankdienstverlening voor steeds meer Belgen moeilijker wordt. Aangezien de Belgische staat de enige aandeelhouder is van Belfius - en dus een groot onrechtstreeks zeggenschap heeft over het doen en laten van de bank Belfius - vroeg Dieter Van Besien naar de visie van de minister en de ontwikkeling van enkele instrumenten die een invloed kunnen hebben op dit soort van beleid.

Mijn vraag aan de minister

In het begin van 2021 had ik u gewezen op de reclamecampagne van Belfius in twee veelgelezen kranten, specifiek gericht aan Wealth klanten. Daarin gaf Belfius aan dat rijke klanten een exclusieve dienstverlening kunnen genieten waarvan de uitmuntendheid dagelijks gegarandeerd kan worden. Ik wees u er toen op dat deze belofte impliciet inhield dat minder gefortuneerden niet dagelijks op een dergelijke dienstverlening kunnen rekenen, en dat dit sociaal onwenselijk is.

Het lijkt erop dat Belfius verder gaat op de ingeslagen weg. De speciale dienstverlening voor de rijken (met instapdrempels die variëren van een half miljoen tot 2,5 miljoen) wordt uitgebreid van vijf naar 70 kantoren. In deze kantoren zullen de rijkste klanten niet alleen terecht kunnen voor zeer specifieke vermogensplanningsdiensten, maar ook voor normale dienstverlening zoals de verkoop van verzekeringen, woonkredieten of zakelijke kredieten. Ik breng u in herinnering dat normale bankdienstverlening voor een deel van de bevolking - de laagste en lage inkomens - steeds moeilijker bereikbaar is.

Meneer de minister

  1. Gelooft u dat dit commercieel beleid ten koste gaat van de sociale mobiliteit, aangezien de uitbreiding van de kansen van de vermogenden vandaag parallel plaatsvindt met de feitelijke verkleining de kansen van niet-vermogenden (door bvb. het sluiten van bankautomaten en -kantoren)?
  2. Hoe kijkt u vandaag naar de mogelijkheid om via een beheerscontract of via een actiever gebruik van het aandeelhouderschap van de staat van Belfius om het beleid bij te sturen? Gelooft u dat er een betere balans moet zijn tussen het winstoogmerk enerzijds en sociale en ecologische doelstellingen anderzijds? Gelooft u dat de staat een rol heeft om dit te garanderen nu er geen andere aandeelhouders zijn om het beleid bij te sturen?
  3. Gelooft u dat een actiever aandeelhouderschap noodzakelijk is, aangezien een volledig passief aandeelhouderschap van de overheid net meer neerkomt op marktvertekening, aangezien banken met private aandeelhouders net veel meer rekening moeten houden met de wensen van hun aandeelhouders? 
  4. Hoe staat het met het onderzoek van Febelfin om tot een bankierseed te komen?
Het antwoord van de minister

Dankzij initiatieven zoals Batopin kunnen we ervoor zorgen dat ook niet-vermogenden toegang blijven hebben tot basisbankdiensten. Tevens bekijk ik momenteel, samen met collega De Sutter, de mogelijkheid om gebruik te maken van het kantoornetwerk van bpost om ook daar basisbankdiensten te kunnen aanbieden. De centralisatie van Belfius binnen de balans van FPIM zal ervoor zorgen dat dit aandeelhouderschap ook actiever wordt opgenomen. De kennis die FPIM ter beschikking heeft, zal zorgen voor een beter beheer en een doeltreffender beleid op lange termijn. 

Ook zal FPIM waken over de balans tussen sociale en ecologische doelstellingen en winstgevendheid. Dat zal zij onder meer doen door het CSR-charter dat op haar raad van bestuur werd goedgekeurd en waaraan zij haar participaties zal onderwerpen.

Ik heb sinds mijn aantreden dan ook zo snel mogelijk werk gemaakt van die centralisatie, mede omdat ik echt wel geloof dat de overheid haar aandeelhoudersrol actiever kan opnemen. Naar aanleiding van de passage in het regeerakkoord werd een advies gevraagd aan de FSMA over de wettelijke regeling die in het parlement werd goedgekeurd inzake de zogenaamde bankierseed. De wet van 22 april 2019 voert in het Belgisch recht een regeling inzake tucht en deontologische regels in, die berust op een gedeeltelijk geprivatiseerd zelfreguleringsysteem dat bijna volledig onafhankelijk is van de klassieke toezichtstructuren van de financiële sector.

Omdat de huidige regeling in de Belgische wet sterk op het Nederlandse model is geënt, heeft de FSMA verschillende vergaderingen georganiseerd met de betrokken Nederlandse instellingen, namelijk de Stichting Tuchtrecht, de banken en de Nederlandsche Bank. Er wordt opgemerkt dat Nederland de enige EU-lidstaat is die zo'n regeling heeft ingevoerd. Rekening houdend met de lessen die uit de in Nederland opgedane ervaring kunnen worden getrokken, stelt de FSMA voor om gebruik te maken van de bij de FSMA bestaande structuren en procedures. Ze stelt ook voor om voort te bouwen op de bestaande toezichtstructuren op de financiële sector, ervaringen en bevoegdheden om de kwaliteit en de geloofwaardigheid van het systeem te garanderen en bovendien ook de kosten voor de sector te beperken. 

Er werd aan de FSMA gevraagd om op basis van haar advies en het verrichte studiewerk een voorontwerp van wet en eventuele uitvoeringsbesluiten uit te werken. Zodra deze teksten binnen zijn, zullen we ze uiteraard ook bespreken binnen de regering en zal ik ook de sector zelf gaan raadplegen.

Voorbereiding repliek

Belfius is een overheidsbank en voor 100 % eigendom van de Belgische Staat en de Belgische burgers. Dat brengt verantwoordelijkheden met zich mee, zowel voor de bank als voor de Staat. Het is dan ook aan ons om het beleid van die bank mee te bepalen. U zegt dat dat met de hervorming van FPIM ook meer het geval zal zijn. Dat is een goede zaak en we zullen dat ook mee in het oog houden en nagaan of de zaken ook in die richting evolueren. 

Wat de bankierseed betreft, begrijp ik dat de FSMA een voorstel zal voorbereiden en daar kijken we naar uit. Ook hier zullen we volgen welke richting het uitgaat.