Groen wil meer toegankelijke data voor ongelijkheidsonderzoekers

02 Juni 2023

Groen wil meer toegankelijke data voor ongelijkheidsonderzoekers

Goed beleid vereist goede analyses van correcte en volledige data. Wanneer het gaat over ongelijkheidsonderzoek schort er heel wat met betrekking tot dat laatste. Deze informatie is natuurlijk privacygevoelig, maar onze samenleving zal er wel bij varen als de toegang tot deze data verbetert.

door: Dieter Van Besien

Op vraag van een burger en naar aanleiding van de publicatie 'wat een ongelijkheidsonderzoeker lijden kan' van Sarah Kuypers (verschenen in SamPol) stelde parlementslid Dieter Van Besien enkele vragen aan de minister van financiën. Deze mensen gaven het signaal dat zij hun professionele activiteiten niet goed kunnen uitvoeren omdat er veel administratieve drempels zijn voor de toegang tot informatie uit het Kadaster (onroerend goed), en om geagreggeerde data over erfenissen te bekomen. Nochtans is deze informatie onontbeerlijk om een goede inschatting te maken over de vermogensgelijkheid in België.

Het Belgische ongelijkheidsonderzoek staat nog in de kinderschoenen

Tijdens Refresh - een Groen ledenfestival waar we aan inhoudelijke verdieping deden rond een aantal thema's - had ik het genoegen om in gesprek te gaan met Sarah Kuypers over de resultaten van haar doctoraatsonderzoek. Een eerste conclusie van haar onderzoek was dat de ongelijkheid in België onderschat wordt. Dit lijkt bevestigd te worden door de nieuwste publicaties die over dit onderwerp gepubliceerd worden. Ook onderzoekers Arthur Apostel en Daniel W. O'Neill stellen de geschatte concentratie van rijkdom bij de rijkste 1% naar boven bij, en nieuw onderzoek van de Nationale Bank van België wijst in dezelfde richting voor de rijkste 10% Belgen.

België wordt traditioneel gezien als een relatief gelijk land. De verklaring hiervoor blijkt nu dus eerder geplaatst te moeten worden bij een verkeerde perceptie. In het artikel 'wat een ongelijkheidsonderzoeker lijden kan' wijst Sarah Kuypers op een mogelijke oorzaak van die foute perceptie. Ongelijkheidsonderzoekers in België krijgen zeer moeilijk toegang tot de data die ze nodig hebben om een correcte inschatting te kunnen maken van de vermogensverdeling. De overheid beschikt over data (bijvoorbeeld de data in het Kadaster, en data over erfenissen) en in principe hebben onderzoekers daar toegang toe, maar in de praktijk is het zeer moeilijk om toegang tot die gegevens te krijgen doordat er veel administratieve drempels zouden bestaan.

Het is mijn overtuiging dat we de ongelijkheid pas echt zullen kunnen aanpakken wanneer we over goede en volledige gegevens beschikken. Degelijke toegang tot de data die de overheid ter beschikking heeft is hiervoor een belangrijke stap. Een actualisering van het Kadaster, en een verbetering van andere datasets dringt zich al veel langer op. Ook de toegang tot deze informatie voor mensen met andere legitieme belangen - denk bijvoorbeeld aan archeologen die te weten moeten komen van wie een zeker domein is zodat ze toestemming kunnen vragen om er opgravingen te doen - moet verbeteren. Om die redenen heb ik de minister van financiën een parlementaire vraag gesteld. Ik was blij om te vernemen dat de administratie nu ook effectief zal onderzoeken welke stappen ze kunnen nemen om de toegang tot deze informatie te verbeteren voor zij die hiervoor een legitiem belang hebben.

U kan mijn vragen en de antwoorden van de minister hieronder terugvinden.  

Minister, kan u de toegang tot vermogensgegeven verbeteren? 

Het is niet eenvoudig om de identiteit te achterhalen van de eigenaars van percelen. Via een kadastraal uittreksel kan men tegen betaling de eigendommen achterhalen van een persoon of een organisatie waarvan men het rijksregisternummer of het ondernemingsnummer kent. Sommige anderen kunnen andersom te werk gaan. In het kader van een gerechtelijk onderzoek, de invordering van schulden, jachtrechten of aanvragen in opdracht van een openbare instelling opzoekingen doen, kan men op basis van het perceelnummer via een kadastraal uittreksel de identiteit van de eigenaar achterhalen. 

Het gaat hier dus over een beperkte groep. Nochtans zou de maatschappij gebaat zijn indien meer mensen toegang hadden tot deze informatie. Ik denk hierbij bijvoorbeeld aan academische onderzoekers, of aan erkende archeologen en metaaldetectoren. Die eerste groep zou het Belgisch onderzoek naar de economische ongelijkheid naar een volgend niveau kunnen tillen. Die laatste groep moet in de praktijk toestemming vragen aan eigenaars om opgravingen of vaststellingen op privé-domeinen te kunnen doen, en in afgelegen gebieden is dit geen eenvoudige opdracht zonder kadastraal uittreksel.

  1. Heeft u deze legislatuur reeds overlegd met ongelijkheidsonderzoekers over de toegang van academici tot overheidsinformatie die inzicht zou kunnen geven in de evolutie van de ongelijkheid?
  2. In het artikel 'Wat een ongelijkheidsonderzoeker lijden kan' in Sampol wordt bijvoorbeeld aangekaart dat de toegang tot kadastrale gegevens of erfenisaangiften bijzonder moeilijk verloopt voor onderzoekers. Deze datasets zouden nochtans belangrijke inzichten kunnen opleveren voor de evolutie van de ongelijkheid die in België waarschijnlijk onderschat wordt. Zal u aanpassingen doen aan de toegangsmodaliteiten om academisch onderzoek te vergemakkelijken?
  3. Overweegt u om de wettelijk erkende groep van mensen die een kadastraal uittreksel kunnen aanvragen van een perceel uit te breiden? 
  4. Waarom gelooft u wel of niet dat dit voor erkende archeologen en metaaldetectoren een goed idee zou zijn?
  5. In Nederland en Frankrijk kunnen burgers wel de identiteit van de eigenaren van een perceel via de administratie achterhalen. Gaat u akkoord dat dit dan ook geen schending van de Europese GDPR regelgeving inhoudt?
  6. Gelooft u dat de kostprijs om een online kadastraal uittreksel op te vragen in overeenstemming is met de reële kostprijs van dit geautomatiseerde proces? Kunnen de prijzen naar beneden worden bijgesteld?  
Het antwoord van de minister

1. De Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie (AAPD) heeft in de loop van deze legislatuur hieromtrent geen structureel overleg gevoerd of enige vraag daartoe ontvangen.

2. De vaststelling van de modaliteiten voor het afleveren van kadastrale uittreksels is geregeld bij koninklijk besluit (KB van 30 juli 2018 – BS 09.10.2018). Bij de redactie van dat KB werd rekening gehouden met de gecombineerde toepassing van de regels en beginselen die gelden op het vlak van de privacy of die er onrechtstreeks op van invloed zijn. Ik ben mij terdege bewust van de praktische consequenties die daaruit voorvloeien. Uiteraard kan altijd met de bevoegde administratie worden overlegd. 

Artikel 36,11° van voormeld KB voorziet trouwens in de mogelijkheid om kadastrale documentatie af te leveren voor wetenschappelijke, statistische, historische of opvoedkundige doeleinden. Elke aanvraag wordt evenwel concreet onderzocht. Zo moet er duidelijk bewijs worden voorgelegd dat het om wetenschappelijk onderzoek gaat, bijvoorbeeld door aan te tonen dat het een onderzoeks¬opdracht betreft, gelinkt aan een universiteit of hogeschool.

3. Mijn administratie onderzoekt momenteel of een uitbreiding van de groep van mensen die een kadastraal uittreksel kunnen aanvragen mogelijk en wenselijk is. 

Hoe dan ook wens ik te benadrukken dat het belangrijk is om in het kader van het verstrekken van kadastrale gegevens een afweging te maken tussen het nut van het verstrekken van de informatie enerzijds en de bescherming van persoonsgegevens anderzijds.

4.Om te beoordelen of de aflevering van patrimoniumgegevens en persoonsgegevens aan een bepaalde ontvanger kan worden toegestaan, moet een analyse gebeuren van de aanvraag in het licht van de specifieke regelgeving van toepassing op de afleverende en de ontvangende verwerkings¬verantwoordelijken. 

5.De beoordeling of het ter beschikking stellen van eigenaarsgegevens aan burgers overeenkomstig de principes van de Algemene Verordening Gegevensbescherming gebeurt, vergt een analyse van de specifieke regelgeving over de aflevering van gegevens en bescherming daarbij van persoonsgegevens in de desbetreffende lidstaat van de Europese Unie. Ik heb onvoldoende kennis van de regimes in Nederland en Frankrijk om hier verdere uitspraken over te doen.

6.     a) Hoewel het proces grotendeels geautomatiseerd verloopt, is er nog steeds een manuele tussenkomst nodig. Elk uittreksel dient te worden aangelegd en gefactureerd. Het onderhoud en het bijwerken van de digitale omgeving (hardware en software) heeft ook zijn kostprijs.

Dit geldt nog meer voor de informatie die een onderzoeker beoogt.

Daarnaast is het zo dat academici, verbonden aan een universiteit, andere gewestelijke instantie of gelijkgesteld, aanvragen kunnen indienen via de Coördinatiestructuur van Patrimoniuminformatie (CSPI). In voorkomend geval, wanneer  aan alle voorwaarden daartoe wordt voldaan, is de aflevering dan kosteloos. 

b) Om een mogelijke daling van de prijzen te voorzien moet eerst een nieuwe kostprijsstudie worden opgestart. Er wordt wel opgemerkt dat de prijzen sinds 2018 niet werden geïndexeerd waardoor ze sindsdien in reële termen zijn gedaald. 

Conclusie

De administratie is dankzij deze signalen een onderzoek opgestart naar hoe ze de toegang tot vermogensgegevens kunnen verbeteren. De minister lijkt de legitimiteit van deze verzoeken dus te onderschrijven. Ik zal de minister in de toekomst hierover opnieuw ondervragen, want de overheid is een cruciale schakel om het ongelijkheidsonderzoek in België naar een volgend niveau te kunnen tillen. De echte uitdaging ligt er natuurlijk in om de groeiende ongelijkheid een halt toe te roepen. Iets waar Groen zich dagelijks voor inzet.