Controle op de wapendoorvoer

28 Juni 2022

Controle op de wapendoorvoer

Onze samenwerking leidt nu tot een betere samenwerking tussen het federale en het Vlaamse niveau. Dat is belangrijk, aangezien dit een voorwaarde vormt voor een effectieve controle op de wapendoorvoer.

Tijdens de commissievergadering van 28 juni 2022 stelde Dieter Van Besien een opvolgvraag over de controle van de douane van de wapendoorvoer. De wapendoorvoer is het transport van wapens door Belgisch grondgebied, geïnitieerd door een ander land en met een ander land als bestemming. Doordat de vergunningen toegekend worden door de regio's loopt de effectieve controle van de vergunningsvoorwaarden door het federale niveau soms spaak. Bijgevolg zou er moeten worden ingezet op een betere coördinatie, zeker nu er opnieuw oorlog op Europees grondgebied plaatsvindt.

Dieter Van Besien stelde reeds eerder een vraag over dit onderwerp.

Mijn vragen aan de minister

In januari stelde ik u enkele vragen over de controle op wapendoorvoer in België. Een van de uitdagingen betreft de samenwerking tussen de regionale vergunningsdiensten en de douane. U antwoordde dat er nood is aan betere, geformaliseerde samenwerking tussen de betrokken diensten. Om dit te bereiken werd in het verleden een werkgroep opgericht, maar de laatste vergadering vond plaats in 2017 en kreeg geen opvolging. De de wetgeving wat betreft wapendoorvoer is verschillend per gewest. Dat maakt de controle door de douane moeilijker, maar mag geen excuus zijn voor een gebrekkige controle. Nu vele Europese landen wapens hebben gestuurd naar Oekraïne is het risico op illegale wapenhandel op Europees grondgebied toegenomen. Dit is een zeer belangrijke incentive om onze eigen controlecapaciteit te verbeteren. 

  1. Denkt u dat de gewesten de wetgeving op de wapendoorvoer zouden moeten harmoniseren om tot een gedragen oplossing te komen?
    1. Kan het federale niveau hier een coördinerende rol spelen? Zal u hiertoe een initiatief nemen?
    2. Hebben hier reeds gesprekken over plaatsgevonden in het verleden?
  2. Binnen de strategische beleidsdomeinen van de algemene administratie is de focus op strategische goederen een van de prioriteiten. U liet dan ook weten dat de douaneadministratie zal inzetten op een formele samenwerking met de exportcontrolediensten. Zijn hier vandaag reeds concrete stappen voor gezet?
  3. De laatste formele samenwerking gebeurde in 2017. Naar aanleiding van de werkgroep die toen samenkwam zou er vanuit de bevoegde gewestelijke autoriteiten een gezamenlijk initiatief vertrekken naar het federale niveau om om dat politiek te beslechten. U vertelde mij in januari dat u niet wist welke opvolging daaraan werd gegeven. Heeft u hier vandaag reeds meer inzicht in? Wat is er toen mis gegaan? Hoe zal u verzekeren dat de nieuwe formele samenwerking wel tot resultaten leidt? 
  4. Oorlog doet de wapenhandel toenemen, zowel legaal als illegaal. Ditmaal zal dit het geval zijn op Europees grondgebied. Welke bijkomende inspanningen neemt de douane vandaag gezien de veranderde veiligheidssituatie? Zal een verbeterde samenwerking tussen douane en exportcontrolediensten een onderdeel zijn van deze inspanningen?
Het antwoord van de minister

Sinds de regionalisering van de wapenwet van 5 augustus 1991 staan de drie gewesten elk op zich in voor de uitwerking van een wettelijk kader aangaande de in-, uit- en doorvoer van militaire goederen. In die wetgeving hebben de gewesten eigen accenten uitgewerkt, zoals op het vlak van vergunningsvereisten bij doorvoer zonder overlading. Het uniformiseren van de vergunningsvereisten bij doorvoer zonder overlading zou de controle door de Algemene Administratie van de Douane en Accijnzen of AADA op die bewegingen niet gemakkelijker maken. Zendingen in doorvoer zonder overlading zijn niet wettelijk verplicht aan te melden bij de douanediensten, waardoor controle hierop bijzonder moeilijk is. De douanediensten blijven voor controle op die zendingen dus afhankelijk van de aansturing van de betrokken bevoegde autoriteiten.

Ik ben niet op de hoogte van eventuele gesprekken die al zouden hebben plaatsgevonden over een harmonisering van de gewestelijke wetgeving. Recent zijn de eerste stappen ondernomen om de samenwerking op het vlak van doorvoercontrole tussen de AADA en de dienst Controle Strategische Goederen van de Vlaamse overheid in een protocol vast  te leggen en op ambtelijk niveau te valideren.

De AADA heeft ten slotte geen zicht op zogenaamde intracommunautaire bewegingen van goederen tussen de lidstaten, aangezien hiervoor geen douaneformaliteiten gelden, en focust een groot deel van haar capaciteit op de controles op extracommunautaire bewegingen. De controle op strategische goederen maakt hier een onderdeel van uit en geeft uitvoering aan de recente mondiale ontwikkelingen. Door de huidige situatie is er een uitgebreide directe samenwerking met de bevoegde autoriteiten in specifieke dossiers.

Mijn repliek

U blijft ietwat vaag in uw antwoord. De problematiek is immers al eerder besproken. Toen bleek toch dat de samenwerking tussen Douane en de diensten voor vergunning, waarvoor de gewesten bevoegd zijn, moeizaam verloopt. Door de oorlog vandaag is de problematiek plots wel urgenter en belangrijker geworden. Dat feit biedt natuurlijk de gelegenheid om het thema op de agenda te zetten en om er prioritaire aandacht voor te krijgen, ook bij de gewesten. Hopelijk zal dat alsnog gebeuren, worden de procedures hierrond onder de loep genomen en gaat er voldoende aandacht naar de problematiek.

Conclusie

Sinds 2017 lijkt er opnieuw een beetje beweging te komen in dit dossier. Graag vermeld ik nogmaals dat dit komt door de samenwerking met mijn collega uit het Vlaams parlement, Staf Aerts. Onze samenwerking leidt nu tot een betere samenwerking tussen het federale en het Vlaamse niveau. Dat is belangrijk, aangezien dit een voorwaarde vormt voor een effectieve controle op de wapendoorvoer. We moeten er echter op waken dat deze gesprekken niet opnieuw verzanden in woorden zonder daden, zoals dit in 2017 het geval was. Een effectieve controle is immers noodzakelijk om het hoogste goed - vrede - te garanderen. Nu er opnieuw talloze wapens gebruikt worden op het Europees grondgebied in een verschrikkelijke oorlogssituatie moeten we verzekeren dat deze wapens niet elders ter wereld in andere conflicten opnieuw opduiken. Alleen een betere samenwerking en een versterkte controlecapaciteiten kunnen dit garanderen. Ik zal dit de minister dan ook blijven ondervragen naar de vorderingen in dit dossier.

Ontdek ons standpunt over defensie