Francken verduidelijkt eindelijk hoe extra defensiebudget dit jaar wordt verdeeld

22 Mei 2025

Francken verduidelijkt eindelijk hoe extra defensiebudget dit jaar wordt verdeeld

Staf Aerts: "Je kan wel miljarden extra voor defensie voorzien. Maar zonder in te zetten op diplomatie en door hard te snijden in ontwikkelings- samenwerking is dat dweilen met de kraan open."

Tijdens de bespreking van de defensiebegroting en beleidsnota in de Kamer waarschuwde Groen voor het gebrek aan transparantie en samenhang in het federale defensiebeleid. “Twintig miljard euro extra voorzien zonder een helder plan of degelijke democratische controle, dat is geen beleid, dat is roekeloos,” aldus federaal parlementslid Staf Aerts.

Na aandringen van Groen gaf minister Francken uiteindelijk enige toelichting over de bestemming van de extra miljarden. Het gaat voornamelijk om steun aan Oekraïne en de aankoop van munitie. Voor het personeel is er voorlopig niets voorzien.

Groen verwelkomt de eerste duidelijkheid, maar benadrukt dat deze cijfers ook in de begroting moeten worden ingeschreven. “Alleen zo krijgen ze een juridisch bindende en controleerbare status,” stelt Aerts. Groen zal dan ook nauwgezet opvolgen of de aangekondigde uitgaven effectief worden gerealiseerd.

Geen cent voor personeel?

Er blijft bezorgdheid over het feit dat het extra budget niet naar personeelsgerelateerde uitgaven gaat. “Uit de antwoorden van de minister blijkt dat in 2025 geen enkel deel van de 3,7 miljard provisie naar het personeel van Defensie zal gaan.”

Op andere vragen, zoals over samenwerking met het Israëlische leger, bleef de minister vaag.

Parlementaire controle uitgehold

Francken verwees in zijn verdediging naar het Rekenhof, maar datzelfde Rekenhof uitte juist forse kritiek: "Hoe meer herverdelingen de regering vrij kan doen, hoe slechter voor parlementaire controle." Staf Aerts waarschuwde dat het toenemende gebruik van provisies de parlementaire controle ernstig belemmert: “Vrij te besteden uitgaven van Defensie ten belope van 3,7 miljard euro: dat is enorm. Het parlement mag dan achteraf controleren waar het geld naartoe ging, maar dat is complex en komt vaak te laat.” Aerts benadrukt dat deze aanpak echt geen precedent mag worden: “Deze manier van begroten is onaanvaardbaar als we het parlementaire budgetrecht ernstig nemen.”

3D-benadering erkend, maar nog geen beleid

Voor het eerst bevestigde minister Francken expliciet dat hij de 3D-benadering – Diplomatie, Defensie en Development – steunt. Groen verwelkomt die erkenning, maar maakt zich zorgen over zijn interpretatie: “3D betekent niet dat alle drie meer middelen moeten krijgen. Ik vind de besparingen in ontwikkelingssamenwerking terecht,” stelde de minister.

Volgens Aerts is dat fundamenteel fout: “Zonder stevige investeringen in diplomatie en ontwikkelingssamenwerking dweil je met de kraan open. De verbale steun voor 3D moet zich ook vertalen in concrete beleidskeuzes: meer middelen voor diplomatie, en het stopzetten van de geplande besparingen op ontwikkelingssamenwerking.” Ter vergelijking: het extra budget dat Francken dit jaar krijgt, is bijna vier keer zo groot als het volledige federale budget voor ontwikkelingssamenwerking. 

Defensiefonds roept vragen op

Het geplande Defensiefonds, opgestart via de federale investeringsmaatschappij SFPIM, blijft aanleiding geven tot bezorgdheid. Francken distantieerde zich tijdens de bespreking van het fonds, maar in de beleidsnota van minister Jambon staat dat het in nauwe samenwerking met Defensie wordt opgezet.

Groen vraagt zich af hoe de transparantie gewaarborgd wordt, zeker omdat het fonds onder uitzonderlijke regels zou vallen “omwille van nationale veiligheid”. Staf Aerts: “Wordt deze structuur even transparant beheerd als andere onderdelen van SFPIM? En is het waar dat de dochtervennootschap zélf bepaalt welke overheidsactiva verkocht mogen worden?”

Daarnaast stelt Groen zich fundamentele vragen over de strategie: is het verantwoord om miljarden aan overheidsbelangen te verkopen in ruil voor tijdelijke budgettaire ruimte? En hoe verhoudt dit zich tot het Vlaamse Defensiefonds, dat gelijkaardige doelstellingen heeft?

Sociaal akkoord voor militairen blijft uit

Defensie draait op mensen. Die verdienen duidelijkheid en waardering. Toch is er nog steeds geen sociaal akkoord. De minister verwees opnieuw naar het einde van het jaar voor verdere informatie, terwijl de pensioenhervormingen dan al gestemd zullen zijn.

Aerts vroeg verduidelijking: “Moeten militairen straks echt tot 67 jaar werken? En welke overgangsmaatregelen komen er voor wie bijna met pensioen is? Zonder een degelijk sociaal akkoord dat deze hervormingen begeleidt, zijn zulke structurele ingrepen onverantwoord,” aldus Aerts.

Visie ontbreekt

Groen blijft constructief kritisch. De erkenning van de 3D-benadering en de steun voor verdragen zoals het Ottawaverdrag tegen landmijnen zijn positieve signalen. Maar op hoofdlijnen blijft het beleid problematisch: provisionele kredieten zonder parlementaire controle, onduidelijkheid over het Defensiefonds, en het uitblijven van een sociaal akkoord. “Veiligheid vergt visie, transparantie en samenhang,” besluit Aerts. “Zonder die elementen glijdt het beleid af naar improvisatie. En daar is niemand bij gebaat.”