Actieplan Transparantie & Soberheid in Politiek: “Nu of nu voor hervormingen”
20 Maart 2023
Na de verontwaardiging is het tijd om verantwoordelijkheid te nemen. Het debat over geld en politiek zal niet meer verdwijnen. Wat nodig is, zijn structurele hervormingen. (Kristof Calvo)
Door de pensioenextra’s voor topambtenaren en oud-Kamervoorzitters is het debat over geld en politiek terug van nooit weggeweest. Volgens Groen-Kamerlid Kristof Calvo is het “nu of nu” voor structurele hervormingen. Hij heeft daarom een actieplan gemaakt met 18 maatregelen voor meer transparantie en soberheid in de politiek.
“Na de verontwaardiging is het tijd om verantwoordelijkheid te nemen. Het debat over geld en politiek zal niet meer verdwijnen. Wat nodig is, zijn structurele hervormingen. We moeten als samenleving investeren in politiek en democratie, maar het kan wel met minder geld en het geld moet ook beter worden besteed. We zijn 2023, een tijd waarin mensen van politici transparantie en soberheid verwachten”, aldus Calvo.
Het actieplan:
- De audit van het Rekenhof over de werking van de Kamer moet gaan over de hele bedrijfsvoering. De doorlichting mag zich niet beperken tot de pensioenextra’s of de werking van de financiële diensten. De audit moet ook de werking van de beleidsorganen met politici tegen het licht houden en systeemfouten blootleggen die een rol spelen in tal van dossiers (de pensioenextra’s, het dossier van de nieuwe website, kwesties van infrastructuur, e.d.m.).
- De Kamer en de Senaat moeten beter samenwerken om zo meer te besparen. Idealiter buigt het Rekenhof zich daarom ook over de bedrijfsvoering van de Senaat, zodat het ook aanbevelingen kan doen voor meer synergie en samenwerking. Logische besparingen, zoals het samenvoegen van bepaalde diensten, kunnen nu al gebeuren in afwachting van een politieke beslissing over de Senaat. Voor Groen moet de Senaat afgeschaft worden.
-
De beleidsorganen van de Kamer moeten beter functioneren. Nu zijn er veel organen naast elkaar (Bestuurscomité, Bureau, Conferentie van de Voorzitters, Commissie Comptabiliteit). De bedrijfsvoering en de parlementaire werking lopen door elkaar. De werking kan vereenvoudigd worden tot twee organen met telkens een duidelijke opdracht: een Beheerscomité over de bedrijfsvoering en een Politiek Bureau over de parlementaire werking. Het Beheerscomité telt dan enkele Kamerleden die zich toeleggen op de bedrijfsvoering. Fractievoorzitters (nu ook nog lid van het Bureau dat zich bezighoudt met de bedrijfsvoering) focussen op de parlementaire werking in de schoot van het Politiek Bureau.
- We versterken de externe controle op de bedrijfsvoering van de Kamer door het Rekenhof en een revisor structureel te betrekken bij de rekeningen en begrotingen van de Kamer. De mogelijkheid om onafhankelijke bestuurders te betrekken in het Beheerscomité dient minstens onderzocht te worden. Over de interne werking van de Kamer dient jaarlijks een specifiek openbaar plenair debat georganiseerd te worden, aangezien het een kwestie is die elk Kamerlid en de publieke opinie aanbelangt.
- Aan kandidaat-Kamervoorzitters wordt gevraagd om bij hun kandidatuur een visie op te maken voor de interne en de politieke werking van het parlement. Zo kan de Kamer stemmen over een project in plaats van louter voor een persoon. Bij de jaarlijkse herverkiezing kan de Kamer zich dan buigen over de uitvoering van deze visie. De Kamervoorzitter is immers de aanvoerder van de parlementaire werking, zowel inzake bedrijfsvoering als qua politiek functioneren.
- Het statuut van parlementsleden moet transparanter. We schaffen uitzonderingsregimes af en laten het statuut van politici nauwer aansluiten bij andere statuten. Loon is loon dus we maken komaf met de onbelaste forfaitaire onkostenvergoeding.
- De uittredingsvergoeding evolueert naar een sobere opzegregeling. Omgekeerd geven we een ex-parlementslid wel toegang tot een werkloosheiduitkering.
- Het loonplafond voor parlementsleden dient verder aangescherpt te worden tot een plafond van 125% (van toepassing op alle vergoedingen uit publieke functies en mandaten). Parlementsleden mogen vandaag in totaal maximaal 150% van een gewone parlementaire vergoeding verdienen. Als zij bijvoorbeeld als burgemeester meer bijverdienen, wordt wat daar bovenop komt ingehouden. Dat plafond mag dus verlaagd worden.
- De extra vergoedingen voor bijzondere functies dienen drastisch beperkt te worden. Enkel een bescheiden vergoeding voor de extra werklast is nog gerechtvaardigd. We maken komaf met buitensporige extra (uittredings)vergoedingen.
-
Contracten voor medewerkers verbonden aan bijzondere functies worden omgezet in een versterking van de algemene parlementaire werking, bijvoorbeeld de commissiesecretariaten of de uitbouw van een steunpunt wetgeving. Zo garanderen we dat deze middelen worden ingezet voor parlementair werk.
- We maken het Rekenhof bevoegd om de jaarlijkse mandaataangifte te controleren. Op dit ogenblik rapporteren ze over de ingediende aangiftes, maar kunnen ze niet nagaan of de regels over bezoldigingen en cumulatie van mandaten worden nageleefd. In een hervormde aangifte worden de inkomstenvorken ook preciezer gemaakt.
- Het voornemen in het regeerakkoord om het lobbyregister te hervormen en uit te breiden naar de regering moet eindelijk worden gerealiseerd. Uit principe en omwille van de werkbaarheid moet de regeling voor parlement en regering dezelfde zijn. De nieuwe regeling dient verplicht en afdwingbaar te zijn.
- Wetgevende initiatieven krijgen voortaan ook een transparantieparagraaf om inzicht te geven in de geconsulteerde actoren. Zo is voor elk wetsvoorstel of wetsontwerp duidelijk wie (mee) aan de basis ligt van het voorstel.
- Met het oog op meer transparantie dient er een register te komen van de parlementaire zendingen. Zeker ook reizen betaald door derden dienen gerapporteerd te worden. Aan regeringsleden wordt een gelijkaardige transparantie gevraagd over hun missies en bezoeken.
- Op basis van het expertenrapport, het burgerpanel ‘We Need tot Talk’ en de laatste reeks hoorzittingen moet een globale hervorming van de partijfinanciering worden uitgerold. Belangrijke bouwstenen van deze hervorming zijn een globale besparing, een maximumbedrag, meer regulering en transparantie inzake ledenbijdragen, een verbod op buitenlandse financiering en meer onafhankelijke controle op de inkomsten en uitgaven van politieke partijen.
-
Reclame-uitgaven moeten en kunnen veel soberder. De exploderende uitgaven inzake sociale media kunnen alleen gestopt worden door een uitgavenplafond buiten campagnetijd.
- Ook verkiezingscampagnes kunnen met minder geld dankzij een langere sperperiode en gelijke uitgavenplafonds voor alle lijsten en alle kandidaten.
- Naar aanleiding en op basis van de recente incidenten wordt aan de Federale Deontologische Commissie gevraagd om een herziening voor te bereiden van de Deontologische Code voor openbare mandatarissen.
Calvo wil dat de Kamer met een kordaat antwoord komt op deze crisis, maar ontkent niet dat er weerstand is tegen zulke hervormingen.
“Zelfs voornemens in het regeerakkoord, zoals lobbyregister, partijfinanciering en statuut, raken moeizaam gerealiseerd. Aan die treuzelaars zeg ik heel duidelijk: jullie vergissen zich. Je merkt dat traditionele partijen hopen dat de zaak over de pensioenextra’s snel overwaait. Maar dat zal niet gebeuren. Het debat over geld en politiek zal niet verdwijnen."