Een maximumrente op de e-DEPO-rekening

10 Mei 2023

Een maximumrente op de e-DEPO-rekening

Als de financiële markten onrustig zijn, moet de overheid zich inspannen om de rust te doen terugkeren. Zeker als het over ons spaargeld of de middelen van het verenigingsleven gaat.

Tijdens de commissie financiën stelde Dieter Van Besien een vraag aan de minister van Financiën over de Deposito- en Consignatiekas (DCK). De overheid installeert nu een maximumrente dat spaarders kunnen krijgen op hun stortingen. Dieter Van Besien vroeg de minister waarom dit noodzakelijk is, en of dit niet contrasteert met de eerdere communicatie rond de DCK als oplossing voor spaarders.

De overheid en uw spaargeld

Een jaar geleden stelde ik de minister een parlementaire vraag over de Deposito- en Consignatiekas (DCK). In een artikel in de Standaard stelde de administrateur-generaal van de Belgische schatkist destijds dat alle particulieren en rechtspersonen gebruik konden maken van de e-DEPO-rekening die het DCK aanbood. De reden was dat de rente op deze rekening hoger lag dan degene bij spaarrekeningen van commerciële banken, en dat de overheid er ook een voordeel uit haalde. De overheid kon dit geld immers beleggen, en zo de eigen schuldpapieren (Belgische overheidsobligaties) voordelig financieren. Het leek dus een win-win, en bijgevolg heb ik - zoals velen - de DCK aangeprezen binnen mijn netwerk. Het was op dat moment immers een manier voor verenigingen die subsidies van de overheid krijgen om de negatieve rente van bepaalde commerciële banken te omzeilen, en die rente werd (terecht) als zeer onrechtvaardig ervaren.

Ondertussen zitten we in een nieuwe financiële context. Die context is hoogst onrustig gezien de effecten van de torenhoge inflatie die volgde op de energiecrisis en het soepele monetaire beleid doorheen de covidepidemie. Het gevolg is ook dat de rente op de e-DEPO-rekening toenam, en dat deze rekening een slachtoffer werd van het eigen succes. De minister heeft nu besloten om een maximumrente op de rekening te installeren. Dit nieuws kwam voor velen onverwacht; net omdat de e-DEPO-rekening van het DCK eerder zo sterk werd aangeprezen. Ik stelde enkele kritische vragen aan de minister, omdat ik ervan overtuigd ben dat de overheid net een zekere rust en stabiliteit moet garanderen voor (het spaargeld van) haar burgers, en niet achter de (constante) financiële ontwikkelingen moet aanlopen. Leest u gerust mijn vragen en de antwoorden van de minister mee.

Mijn vragen aan de minister

Tijdens de periode van negatieve rentes is de e-DEPO-rekening naar voren geschoven als een mogelijk alternatief voor vzw's en andere instellingen. Zoals u weet heeft de aandacht die er in het parlement en in de pers is geweest voor de Deposito- en Consignatiekas (DCK) geleid tot een groot succes van deze spaarformule. Aangezien de bruto-rente op de spaarrekening mee-evolueert met de rente van bepaalde overheidsobligaties, hebben vooral onze overheidsfinanciën baat gehad bij dit succes.

Dankzij een recent aangenomen KB van uw hand, wordt de rente geplafoneerd op 2,5%. Dat is 0,7% lager dan wat de rente in mei zou bedragen zonder uw ingrijpen. Dit is dus een vrij ingrijpende maatregel, die aandacht verdient. Ik had dan ook de volgende vragen:

  1. Hoe zal u naar de toekomst toe verzekeren dat de rente op de e-DEPO-rekening voorzienbaar evolueert? Hoe zal u met andere woorden voorkomen dat u of uw opvolgers de e-DEPO-rekening actief moeten beheren op basis van de evoluties in de rentevoeten van andere financiële instellingen en het totaal aan deposito's die het DCK beheert?
  2. Hoe komt u aan het plafond van 2,5%? Is dat gebaseerd op een andere berekening dan een die vertrekt vanuit de huidige noden? Zal u verder onderzoeken of een meer volatiel maximumplafond overwogen kan worden? 

  3. Kan u verduidelijken wie gebruik maakt van de spaarformules van de DCK?
    1. Zijn dit voornamelijk particulieren, en is dit voornamelijk voor kleine bedragen?
      1. Hoeveel deposito's onder het beheer van DCK bestaan uit "kleine" stortingen (bijvoorbeeld: minder dan 20.000 euro), en welk aandeel van de totale deposito's vertegenwoordigen deze stortingen? Hoeveel bestaan uit grote stortingen (bijvoorbeeld groter dan 200.000 euro) en welk aandeel vertegenwoordigen zij?
  4. Op basis van welke criteria zullen nieuwe stortingen op de e-DEPO-rekening in de toekomst worden uitgesloten of opgeschort? 

De antwoorden van de minister

De mogelijkheden voor de deposito’s aangeboden door de DCK worden gebruikt door particulieren en rechtspersonen, waaronder entiteiten uit de S.13-sector, zijnde de overheidssector. De verdeling tussen verschillende soorten deposanten die gebruikmaken van een depositorekening is als volgt: 19 % rechtspersonen, 39 % natuurlijke personen en 41 % entiteiten van de overheidssector.

Tot heden heeft de DCK 9.562 dossiers geregistreerd voor deposito’s van minder dan 20.000 euro. Die dossiers vertegenwoordigen in totaal 73,3 miljoen euro of 4 % van de bedragen op de depositorekeningen. Voor de deposito’s van meer dan 200.000 euro heeft de DCK 930 dossiers geregistreerd, die in totaal 1.274 miljoen euro vertegenwoordigen of 69,8 % van de bedragen op de depositorekeningen.

Volgens artikel 17 van de wet van 11 juli 2018 op de DCK mogen alle bij de DCK gedeponeerde bedragen geplaatst en belegd worden in financiële instrumenten. De deposito’s worden in geconsolideerde schuldinstrumenten van de Belgische overheden belegd en/of aangehouden op de bpostrekening van de DCK, zodat de Belgische overheden zich ermee kunnen financieren.

In 2019 werd een opbrengst van de portefeuille van 75,28 miljoen euro doorgestort naar de schatkist, alsook een opbrengst van 140,17 miljoen euro als toevallige ontvangst naar aanleiding van de verkoop van die portefeuille. In de periode 2020- 2022 was er geen opbrengst.

Inzake de opbrengst van de portefeuille in 2023 werd er in de begroting een voorzichtige inschatting gemaakt van 66,5 miljoen euro. De werkelijke opbrengst voor het kalenderjaar 2023 zal uiteraard afhangen van de werkelijke intrestvoet die op de verschillende plaatsingen zal worden verkregen.

Het DCK moet uiteraard ook op haar beurt intresten betalen aan de consignatiegevers. Voor het kalenderjaar 2023 werd rekening gehouden met een te betalen bedrag van 38 miljoen euro. De DCK is meermaals gecontacteerd door de pers, waarna er een aantal artikels zijn verschenen in de Nederlands- en Franstalige pers.

De hierna volgende overwegingen liggen aan de grondslag van het KB van 7 april 2023 en het installeren van een cap van 2,5 %. Ik wil eerst en vooral benadrukken dat de depositorekening voornamelijk een oplossing is voor personen die tijdelijk geld moeten deponeren in het geval van bijvoorbeeld een geschil. De DCK is geen commerciële instelling en het is nooit de bedoeling geweest dat de depositorekening bij de DCK een spaar- of beleggingsalternatief zou vormen voor een gewone spaar- of zichtrekening. De interestberekening op de consignaties bij DCK verloopt overigens ook niet op dezelfde manier als bij een spaar- en zichtrekening, maar wordt bepaald door een striktere regelgeving dan bij een commerciële bank.

De vrijwillige consignaties bij DCK zijn de afgelopen jaren, onder meer door de mogelijke aanrekening van negatieve rente, sterk toegenomen. Op de financiële markten zijn de rentevoeten in euro, in het bijzonder die op korte termijn, sterk gestegen sinds het tweede trimester van 2022: van gemiddeld 53 nieuwe depositanten in de periode januari-oktober 2022 zit men sinds november 2022 aan gemiddeld 2.185 nieuwe deposanten per maand. Op zes maanden tijd is er maar liefst 870 miljoen euro bijgestort, wat overeenkomt met één zesde van de totale consignaties bij de DCK.

Het ECB sluit toekomstige renteverhogingen niet uit. De geboden rente op de deposito’s bij DCK, die zich baseert op de OLO-rente op één jaar, volgt deze evolutie. De rentekosten van de DCK nemen dus systematisch toe.

Het Federaal Agentschap van de Schuld signaleerde dat zij een negatieve invloed kunnen ondervinden van een sterke toename van vrijwillige consignaties. Een onverwacht grote toestroom van dergelijke deposito’s zou een toename van de schuldratio tot gevolg hebben, indien deze bedragen door het Federale Agentschap voor de Schuld bij commerciële banken of privéinstellingen in het algemeen moeten geplaatst worden. Tegelijk zou het niveau van de schuld op korte termijn onaanvaardbaar hoog worden, wat grote herfinancieringsrisico’s zou inhouden, aangezien de deposanten bij de DCK te allen tijde hun deposito’s opnieuw kunnen opvragen.

De deposito’s bij de DCK worden inderdaad als schuld op korte termijn geboekt. Dit zou ongerustheid bij de beleggers en bij de ratingagentschappen tot gevolg hebben, in het bijzonder wanneer het Agentschap de beperking op de schuld op korte termijn van de algemene richtlijnen van de schuld, die door de minister van Financiën gegeven werden, niet meer zou kunnen respecteren.

Ten slotte is het duidelijk dat de stijgende rentevoeten ook een impact hebben op de begroting en op de schuld van de staat. Het is dan ook passend om de rentekosten voor de DCK en de federale overheid en de belastingbetaler tot nader order te beperken tot 2,5 %. Indien de omstandigheden het zouden rechtvaardigen, kan deze beperking tot 2,5 % naar boven of beneden worden herzien. De maximale rentevoet waarin het nieuwe koninklijk besluit voorziet, verzekert in de toekomst de stabiliteit van de tarieven die worden toegekend door de DCK. Het KB van 7 april 2023 bepaalt bijkomend dat de vrijwillige deposito’s bij ministerieel besluit kunnen worden beperkt of opgeschort in geval van risico voor de financiering van de staat of het goede beheer van de overheidsschuld.

Het risico voor de financiering van de staat of het goede beheer van de overheidsschuld wordt maandelijks beoordeeld door het Federale Agentschap voor de Schuld, op basis van de maandelijkse verslagen die de DCK haar bezorgt, over de evolutie van de geconsigneerde bedragen en de rentevoet van deze vrijwillige deposito’s. Het Federale Agentschap voor de Schuld maakt een gemotiveerd advies over aan mij, hetzij op eigen initiatief wanneer het risico voor de financiering van de staat of het goede beheer van de overheidsschuld wordt vastgesteld, hetzij op verzoek van mijzelf.

Mijnheer Vandenbroucke, ten slotte kan ik ook nog meegeven dat het antwoord op uw schriftelijke vraag naar de diensten is verstuurd. Als u echt niet kunt wachten, ik heb hier ook het antwoord bij.

Mijn repliek

U zegt dat het nooit de bedoeling is geweest van de DCK om een regulier product te zijn op de financiële markt. Dat komt niet helemaal overeen met hetgeen wij eerder hebben gehoord.

Wij hebben eerder dit jaar een hoorzitting gehad met mensen van de DCK. Zij hebben toen het mechanisme uitgelegd aan onze commissie. Ze hebben het aangeprezen. Er was op dat ogenblik geen sprake van de mogelijkheid van plafonnering of beperking. 

Recent hadden wij ook een vergadering met het Agentschap van de Schuld. Ook toen werd geen enkele melding gemaakt van het risico van de vrijwillige deposito’s bij de DCK voor het beheer van de staatsschuld. Het komt dus allemaal eerder onverwacht. 

Ik begrijp dat de recente aandacht voor e-DEPO heeft gezorgd voor een nieuw patroon in het gebruik. Ik begrijp ook dat we moeten nadenken over de gevolgen daarvan, maar het plots verlagen van de rente is wel vervelend voor mensen die daarvan ondertussen gebruikmaken. Ik zou daarover dus graag wat meer transparantie en debat hebben, bijvoorbeeld een bijkomend debat met het Federaal Agentschap van de Schuld daarover.

Wat vindt u van de beslissing van de minister? Contacteer me en laat het me weten!