Beste burgemeesters, ga niet in op de oproep van De Moor en bied Palestijnse kinderen veilig onderkomen

"Het lijkt stilaan de gewoonte te worden van staatssecretaris De Moor om rechtsregels naast zich neer te leggen."

Zohra Otman is advocate en Groen-politica

Door een advies van de Dienst Vreemdelingenzaken dreigen 500 kinderen van Palestijnse ouders in Vlaanderen de Belgische nationaliteit te verliezen. Een oproep aan alle burgemeesters om hier tegenin te gaan en de kinderen een veilig onderkomen te bieden.

In Palestina – het geboorteland van Jezus van wie we de geboorte vierden - woedt een wrede oorlog waarin meer dan 6000 kinderen zijn omgekomen door Israëlische bombardementen. Net in deze periode voelt de Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ) zich geroepen om een instructie rond te sturen aan de gemeenten om de Belgische nationaliteit van meer dan 500 kinderen geboren uit Palestijnse ouders in te trekken. De oproep van de DVZ is niet alleen onmenselijk, ze is bovendien juridisch betwistbaar.

Politieke boodschap

Kinderen van Palestijnse ouders kregen tot nu toe de Belgische nationaliteit op basis van artikel 10 van het Wetboek van Belgische nationaliteit. Dat artikel bepaalt dat kinderen geboren in België de Belgische nationaliteit krijgen als ze geen andere nationaliteit hebben. Het verkrijgen van de Palestijnse nationaliteit is voor die kinderen absoluut onzeker. Palestina wordt door ons land niet erkend als staat. Bovendien bestaat er niet zoiets als een eigen Palestijnse nationaliteitswet. Israël bepaalt dat de Palestijnse Autoriteit enkel Palestijnse paspoorten mag afleveren aan kinderen die in Palestina geboren zijn.

Het is duidelijk dat kinderen geboren uit Palestijnse ouders in ons land een groot risico lopen om staatloos te worden. Toch adviseren een aantal procureurs, gesteund door minister Nicole de Moor (cd&v), om de Belgische nationaliteit in te trekken van kinderen uit Palestijnse ouders die hier geboren zijn. De DVZ van staatssecretaris De Moor ziet in het afnemen van de Belgische nationaliteit van die kinderen een opportuniteit om haar streng migratiebeleid kracht bij te zetten. Een politieke boodschap die kan tellen, al heeft ze hiertoe geen enkele bevoegdheid. De Moor verklaarde op 7 december in Le Soir dat de DVZ vaststelt dat “Palestijnen binnen de EU zich regelmatig naar België verplaatsen om hier kinderen te krijgen aan wie de Belgische nationaliteit wordt toegekend. Dit opent het recht van hun ouders op gezinshereniging.”

Haar standpunt negeert de horror die Palestijnen doet vluchten. Bovendien is het haar bevoegdheid niet en is haar instructie juridisch erg betwistbaar. Artikel 164 van onze Grondwet is duidelijk: ‘Het opmaken van akten van de burgerlijke stand en het houden van registers behoren bij uitsluiting tot de bevoegdheid van de gemeentelijke overheid.’ Het lijkt stilaan de gewoonte te worden van staatssecretaris De Moor om rechtsregels naast zich neer te leggen.

Niet haar bevoegdheid

De instructie die De Moor verspreidt, is gebaseerd op de mening van bepaalde medewerkers van het parket, van de DVZ en van bepaalde rechters. Daartegenover staat dat bijvoorbeeld het parket-generaal en het Hof van Beroep van Bergen oordelen dat in deze kwestie de kinderen die hier geboren worden als staatloos moeten aanzien worden. Ze stellen dat kinderen van Palestijnse afkomst geboren in België wel degelijk recht hebben op de Belgische nationaliteit.

De Belgische nationaliteitswet omschrijft duidelijk in welke gevallen de Belgische nationaliteit kan worden ingetrokken. Dit kan bovendien enkel wanneer de kinderen de leeftijd van 18 jaar hebben bereikt. De instructie van DVZ, die, vooral in Vlaanderen, ongeveer 500 kinderen van Palestijnse afkomst treffen, negeert het juridisch kader van de nationaliteitswetgeving.

Naast die juridische miskleun, die ongrondwettelijk is, komt de timing van al die intrekkingen wel op een akelig moment. Gelukkig ligt de beslissingsbevoegdheid niet bij de minister maar bij de ambtenaren van de burgerlijke stand in elke gemeente. Hierbij doe ik een oproep aan alle burgemeesters om onze fundamentele rechtsregels op een correcte manier toe te passen en zich niet blindelings te laten leiden door instructies ingegeven vanuit een discutabel migratiebeleid. Ik reken op hun menselijkheid. De Belgische kinderen uit Palestina verdienen onze bescherming, zeker nu hun land in oorlog is.

Mee ondertekend door groene schepenen:

Marij Preneel, Borgerhout; André Van De Vijver, Zwijndrecht; Mariam El Osri, Borgerhout; Omar El Jattari, Borgerhout; Steven Vervaet, Zwijndrecht; Femke Meeusen, Antwerpen (district); Lies Corneillie, Leuven; David Dessers, Leuven; Thomas Van Oppens, Leuven; Hafsa El-Bazioui, Gent; Evita Willaert, Gent; Filip Watteeuw, Gent; Bram Van Braeckevelt, Gent; Tine Heyse, Gent; Bart Dhondt, Brussel; Els Gossé, Elsene; Lieve Jorens, Oudergem; Susanne Müller-Hübsch, Anderlecht; Marie Bijnens, Koekelberg; Daniel Soumillon, Watermaal-Bosvoorde; Kris Vanslambrouck, Vorst; Adelheid Byttebier, Schaarbeek; Nathalie De Swaef, Jette; Pieterjan Vanden Boer, Etterbeek; Rina Rabau Nkandu, Mechelen; Patrick Princen, Mechelen; Gabriella De Francesco, Mechelen; Bjorn Siffer, Mechelen; Sofie Heyrman, Sint-Niklaas; Wout De Meester, Sint-Niklaas; Bart De Bruyne, Sint-Niklaas; Astrid Wittebolle, Turnhout; Marc Boogers, Turnhout; Natacha Waldmann, Oostende; Derya Erdogan, Hasselt; Nele Kelchtermans, Hasselt; Barbara De Bakker, Vilvoorde; Joeri Van Den Brande, Zemst; Andy Depetter, Denderleeuw; Dirk Vos, Nazareth; David Vandekerckhove, Harelbeke; Myriam Vanderlinden, Overijse; Peter Lombaert, Overijse; Christel Gorissen, Lanaken; Marc De Cordt, Zoersel; Els Verhagen, Kuurne; Elke Tweepenninckx, Olen; Jo Vanhavere, Hemiksem; Frederik De Buck, Bierbeek; Kris Torfs, Tremelo; Patrick Martens, Alken; Jan Vanassche, Beernem; Suzanne Ryvers, Sint-Gillis; Leen Van Aken, Londerzeel; Muhammet Oktay, Houthalen-Helchteren; Sarah Wouters, Heist-op-den-Berg; Tom Van den Borne, district Antwerpen