Pensioenhervorming moet de genderkloof dichten

21 Februari 2022

Pensioenhervorming moet de genderkloof dichten

Voor Groen zijn de uitgangspunten van een goede pensioenhervorming solidariteit tussen én binnen generaties en een positief mensbeeld. 

Groen wil dat de pensioenhervorming prioritair het verschil tussen het pensioen van mannen en vrouwen aanpakt. Momenteel bedraagt de zogenaamde pensioenkloof 33%, en is zo nog groter dan de loonkloof. Ons verouderde pensioensysteem moet dringend gemoderniseerd worden zodat ook voor ouderen de gelijkwaardigheid tussen mannen en vrouwen gegarandeerd is. Evita Willaert roept minister Lalieux op om hier prioritair werk van te maken. Op 21 februari 2022 deed Evita Willaert dit in een artikel in de Tijd dat u hier kan lezen. Hieronder kan u een uitgebreider stuk vinden over de visie van Groen op de pensioenhervorming.

Een Groene pensioenhervorming. Een eerlijker pensioen voor vrouwen.

Voor Groen zijn de uitgangspunten van een goede pensioenhervorming solidariteit tussen én binnen generaties en een positief mensbeeld. Een goede pensioenhervorming moet mensen, van oud tot jong, zekerheid en een positief toekomstbeeld geven. Iedereen moet kunnen rekenen op een waardige oude dag, of dat nu hier en nu is, of binnen een veertigtal jaar. Met Groen vertrekken we van een positief mensbeeld, van vertrouwen in mensen. Iedereen is intrinsiek gemotiveerd om het goede te doen. Wij erkennen dat er ook veel onbetaalde maar waardevolle arbeid is. Wij willen mensen niet afstraffen omdat ze voor hun familie of naasten gezorgd hebben. Dat zou niet enkel onmenselijk zijn, maar ook bijzonder kortzichtig, omwille van de maatschappelijke waarde van die onbetaalde arbeid. Ook passen wij voor een pensioenhervorming geschoeid op de leest van enkele negatieve uitzonderingen. Het gelijkheidsverhaal - de gelijkheid tussen mannen en vrouwen - en het preventieverhaal - gezonde loopbanen - zijn voor ons cruciaal in dit debat. Er ligt veel werk op de plank want ons pensioenstelsel vereist op vele fronten modernisering. We willen dan ook dat minister Lalieux werk maakt van een ambitieuze pensioenhervorming die rekening houdt met onderstaande uitgangspunten.

We moeten nu werk maken van een gelijk pensioen voor mannen en vrouwen

Laat het duidelijk zijn dat voor Groen de nadruk van de pensioenhervorming heel sterk op gender moet liggen. Wij willen prioritair werk maken van het wegwerken van het historisch onevenwicht tussen mannen en vrouwen: vrouwen hebben heel vaak lagere pensioenen, minder aanvullende pensioenen, verrichten vaker informele arbeid in het huishouden, nemen meer zorgtaken op, enz. Elk element in de pensioenhervorming moet afgetoetst worden aan een gendertoets (="gender mainstreaming"). Zo kan de ongelijkheid niet groter worden, en wordt de kloof eindelijk dichtgereden.  

Het is hoog tijd dat vrouwen een eerlijker pensioen krijgen. Waarom? De cijfers spreken voor zich.

Vrouwen hebben gemiddeld een kortere loopbaan dan mannen (70% van de recent gepensioneerde mannen heeft een loopbaan van 42 jaar uitgebouwd; 26% van de gepensioneerde vrouwen (werknemers) (Federaal Planbureau 2017) en werken vaker deeltijds (42,5% tegenover 11,8%). Dit vertaalt zich in lagere wettelijke pensioenen voor vrouwen. In de minimumstelsels zijn er ongeveer 133.500 meer vrouwen dan mannen. Zo vertegenwoordigen vrouwen ongeveer 60% van de rechthebbenden, terwijl zij 52% van de gepensioneerden uitmaken. Vrouwen zijn dus oververtegenwoordigd in de groep van rechthebbenden op het minimumpensioen.

De totale ‘pensiongap’ tussen vrouwen en mannen bedraagt 33% en is groter dan de loonkloof. Vrouwen halen veel minder dan mannen een loopbaan van 45 jaar. Ze komen gemiddeld aan een loopbaan van 36,6 jaar, waar dit bij mannen 42,2 jaar is. In 2020 waren van de gerechtigden op een IGO (sociale bijstand voor gepensioneerden in armoede) 69% vrouw.

Er is ook schrijnende ongelijkheid binnen de aanvullende pensioenen: het aanvullend pensioen van vrouwen bedraagt gemiddeld maar de helft van dat van de mannen. De mediaan verworven reserve is respectievelijk € 4.571 voor mannen en slechts € 1.920 voor vrouwen. In elke leeftijdscategorie hebben mannen meer aanvullende pensioenrechten opgebouwd dan vrouwen. 

De pensioenhervorming moet de scheve verhouding tussen mannen en vrouwen rechttrekken

Het is essentieel dat de pensioenhervorming deze scheve verhoudingen gelijktrekt. We mogen echter die maatregelen niet beëindigen waarvan we weten dat ze werken. Daarom is het voor Groen cruciaal dat de gelijkgestelde periodes behouden blijven. Vrouwen maken immers vaker gebruik van gelijkgestelde periodes dan mannen. Het is geen geheim dat Groen een koele minnaar is van een voorwaarde van effectieve tewerkstelling voor de toegang tot het minimumpensioen. Deze voorwaarde riskeert de ongelijkheden tussen vrouwen en mannen immers verder te vergroten. Groen vraagt daarom van de minister een billijke invulling van het regeerakkoord die rekening houdt met wie deeltijds werkte. 

De hervorming moet echter verder gaan en moet voor Groen in de eerste plaats meer rekening houden met deeltijds werk bij de berekening van het minimumpensioen. Dat is een heel belangrijke maatregel voor vrouwen, die vaker deeltijds werken dan mannen (42,5% tegenover 11,8%) om zorgtaken in het gezin op te nemen. Deeltijds werk sterker laten doorwegen in de berekening van het minimumpensioen houdt rekening met de ongelijke loopbanen van mannen en vrouwen, en erkent dat het onbetaalde werk dat vrouwen doorgaans vaker opnemen ook essentieel is voor onze maatschappij. Deze maatregel sluit ook naadloos aan bij de filosofie van Groen: wij vertrekken van een positief mensbeeld dat erkent dat burgers ook wanneer ze niet werken belangrijke rollen opnemen in onze maatschappij, zelfs wanneer bepaalde economische modellen dit negeren omdat er geen loon tegenover staat.

Ten tweede schuift Groen ook een pensioensplit naar voor als oplossing voor armoede bij vrouwen na een echtscheiding of relatiebreuk. We tellen de pensioenen van de partners binnen het koppel samen en verdelen het eerlijk over de twee, dit voor de duur van het huwelijk of samenlevingscontract. We doen dit ook voor de aanvullende pensioenen. Zo wordt de partner die wat minder werkt om zorgtaken op te nemen, niet afgestraft in het pensioen. In het regeerakkoord staat dat de pensioensplit zal worden "bestudeerd". Groen vraagt om de pensioensplit effectief uit te voeren, maar dit moet wel doordacht gebeuren. Een pensioensplit kan namelijk ook verliezers creëren, bv. wanneer een laag pensioen gesplitst zou worden in twee zeer lage pensioenen. Ook om deze reden zijn degelijke en toegankelijke minima in het pensioenstelsel een basisvoorwaarde. We wachten met veel interesse de resultaten van de studie over de pensioensplit door Bea Cantillon af die in maart zal verschijnen. 

Ten derde is het voor Groen belangrijk dat wettelijk samenwonenden dezelfde rechten krijgen als gehuwden wanneer hun partner overlijdt. Ook deze maatregel is fundamenteel om naar een menselijker pensioenstelsel te evolueren dat de gelijkwaardigheid tussen mannen en vrouwen erkent. Te vaak blijft de wetgeving achter op de veranderende maatschappelijke realiteit. Het statuut van de wettelijk samenwonenden is er gekomen om de ontwikkeling van nieuwe samenlevingsvormen bij te benen. Het pensioenstelsel heeft deze ontwikkeling nog niet voldoende gevolgd, met als gevolg dat jonge weduwen en weduwnaars die niet getrouwd waren met de partner die ze verloren onvoldoende bescherming genieten. De langstlevende partner is het vaakst een vrouw en dreigen vandaag vaker in een situatie van armoede te verkeren wanneer de partner overlijdt. De recente verbeteringen aan het stelsel van de overgangsuitkering erkennen dit, maar zijn nog niet uitgebreid tot wettelijk samenwonenden - een discriminerende situatie die rechtgezet moet worden.

Ook andere hervormingen zijn broodnodig

De pensioenhervorming moet met meer dan alleen de genderdimensie rekening houden, aangezien de ongelijkheden zich ook op in andere dimensies afspelen. Er zijn dan ook nog veel verschillende andere zaken die we willen terugzien in de hervormingsvoorstellen van minister Lalieux.

Voor Groen moet de focus steeds liggen op het versterken van de eerste pensioenpijler, het wettelijk pensioen. Waarom? Dat is eerlijker (want niet iedereen kan sparen voor het pensioen en niet iedereen krijgt van de werkgever een aanvullend pensioen), efficiënter (want de kosten van private verzekeraars liggen hoger dan die van de wettelijke verzekering) en veiliger (omdat je pensioen zo minder blootstaat aan de risico's van de beurzen). 

Hervormingen zijn echter ook nodig in de tweede pijler. Groen wilt vooreerst een verduurzaming van de pensioenfondsen. Want ook hier is solidariteit met de volgende generaties cruciaal. Wij willen weg van pensioenfondsen die investeren in sectoren die schadelijk zijn voor mens en milieu. Dit geld moet net geïnvesteerd worden in projecten die het welzijn van de mensen bevorderen, zoals groene energie en de circulaire economie. Minister van klimaat Khattabi bestelde een studie die duurzame financieringsopties in kaart brengt. We wachten de resultaten van die studie af om alle pensioenfondsen onder de loep te nemen. Ook meer transparantie is belangrijk: nu zijn nog maar weinig burgers op de hoogte van de investeringen die met hun geld worden gedaan. Duidelijke informatie hierover gedurende de premieperiode zou een beter inzicht geven in de keuzes die worden gemaakt en zal zo burgers meer betrekken en dus inspraak geven bij de beleggingen van hun pensioenfondsen.

Voor Groen moet er ook werk gemaakt worden van de vereenvoudiging van ons pensioensysteem. Ten eerste moet hiervoor werk worden gemaakt van een uniek aanspreekpunt voor de pensioenaanvraag. De loopbanen van de Belgen én het pensioenstelsel zelf worden complexer. Vandaag is de pensioengerechtigde te vaak verantwoordelijk voor het navigeren in deze complexiteit. Een uniek aanspreekpunt zal verzekeren dat geen enkele rechthebbende dreigt om minder van zijn pensioen te kunnen genieten door een administratieve rompslomp bij meerdere diensten en verzekeraars. Ten tweede moet het minimumpensioen worden vereenvoudigd. Nu bestaan er vijf verschillende minima en dat maakt ons pensioensysteem te ingewikkeld. Deze complexiteit kost onze maatschappij geld. Daarnaast dreigen mensen die minder taalvaardig of assertief zijn door deze complexiteit een deel van het pensioen waar ze recht op hebben te missen. 

De pensioenbonus en het deeltijds pensioen vindt Groen interessante pistes om het voor meer mensen aantrekkelijk en haalbaar te maken om langer te werken. Het is wel belangrijk dat er meer wetenschappelijke onderbouw is naar de gedragseffecten. Deze twee maatregelen kunnen veel geld kosten en hun meerwaarde naast de bestaande regelingen moet dan ook eerst duidelijk aangetoond worden. We geloven echter wel in hun meerwaarde, aangezien de nood waarnaar ze gericht zijn - werkbaar werk mogelijk maken voor oudere mensen - reëel is.

Gezondere loopbanen zijn de weerzijde van de spiegel

Discussies over pensioenen mogen niet geïsoleerd plaatsvinden, maar moeten een onderdeel zijn van een verhaal over waar we als maatschappij naartoe willen. Door de vergrijzing zullen de pensioenkosten een groter deel van de overheidsuitgaven vertegenwoordigen. De vraag stelt zich dan ook hoe groot dit deel kan zijn, en hoe dit betaalbaar zal zijn. Om de pensioenen te kunnen blijven betalen moeten voor Groen zowel de werkzaamheidsgraad, als de werkbaarheidsgraad omhoog. 

De werkzaamheidsgraad kan alleen voldoende verhoogd worden als niemand wordt achtergelaten. Nu zien we dat teveel talenten onaangesproken blijven op de Vlaamse arbeidsmarkt. Dat is zeker het geval bij de kansengroepen (laaggeschoolden, mensen met migratieachtergrond, 55+). Om hen over de streep te trekken moeten we drempels wegwerken. Hierbij gaan we uit van de volgende principes: werk moet altijd lonen, discriminatie moet ook uit onze arbeidsmarkt verdwijnen, kinderopvang moet voor iedereen betaalbaar zijn, alle groepen moeten voldoende mobiel kunnen zijn en een outreachende aanpak is noodzakelijk zodat we iedereen bereiken. Vivaldi heeft al belangrijke stappen gezet om deze principes in de praktijk te zetten. Groen is bijvoorbeeld trots op de positieve impact van de mini taxshift op de laagste lonen. Tegelijkertijd is er ook nog veel werk voor de boeg. Daarom roepen we minister Dermagne op om, conform het regeerakkoord, werk te maken van meer slagkrachtige praktijktoetsen. Andere uitdagingen vereisen een gecoördineerde aanpak in heel België. Om de werkzaamheidsgraad op te krikken en iedereen kansen te geven steken we dan ook de hand uit naar de regio's.

De werkbaarheidsgraad is even fundamenteel voor de betaalbaarheid van de pensioenen. Hierbij dient als uitgangspunt dat de eindeloopbaan begint aan het begin van de loopbaan. De focus van het debat mag daarom niet eng liggen op het einde van de loopbaan door te blijven discussiëren over een leeftijdsgrens. Het debat moet opengetrokken worden zodat we een sterke visie ontwikkelen over gezonde loopbanen. Door te bouwen aan gezondere loopbanen kunnen mensen ook langer werken. Hoe minder werkbaarheidsknelpunten in de job, hoe vaker mensen aangeven dat ze werken tot aan de pensioenleeftijd wél zien zittenWerkbaar werk, werk op maat en gezonde loopbanen zijn dus de essentie. Groen staat in deze visie niet alleen. Tijdens de werkgelegenheidsconferentie begin september 2021 werd dit meerdere malen benadrukt door alle sociale partners en experten.

De nieuwe arbeidsdeal van de Vivaldi-regering zet belangrijke stappen vooruit om het welzijn op het werk voor iedereen te verbeteren: het recht op deconnectie, opleiding, betere arbeidsomstandigheden voor platformwerkers, ... zijn allemaal gericht  op gezondere loopbanen. Werknemers krijgen zoveel als mogelijk werk op eigen maat. Enerzijds willen we mensen meer ruimte en autonomie geven om te kiezen hoeveel uur ze wensen te werken. Anderzijds is niet alleen de arbeidstijd, maar ook de jobinhoud en de omgeving waarbinnen mensen werken van even groot belang zijn voor hun productiviteit. Maatwerk is hier het sleutelwoord.Het nastreven van gezondere loopbanen die zijn afgestemd op de sterktes en capaciteiten van elke werknemer is een doelstelling waaronder we allemaal onze schouders moeten zetten. Om die reden is het ook zo belangrijk dat deze regering ook de werkgevers verantwoordelijk stelt wanneer in hun onderneming een bovengemiddelde aantal werknemers eindigen in het stelsel van arbeidsongeschiktheid. Van hen verwachten we een grotere bijdrage aan de sociale zekerheid en een aangepast beleid om de situatie recht te trekken. Door op deze manier de grenzen van het toelaatbare duidelijker af te bakenen kunnen we sneller evolueren naar een gezondere werkcultuur, wat in het belang is van ons allemaal.

Ook ons tandemplan staat volledig in dienst van een gezondere loopbaan. Het principe van het plan is eenvoudig: oudere werknemers kunnen ervoor kiezen om over te schakelen naar deeltijds werk, waarbij ze een rol opnemen als mentor voor jongeren die hun eerste werkervaring opdoen. Hiervoor krijgen de oudere werknemers een hoger loon dan normaal bij deeltijds werk het geval zou zijn. Dit budgetneutraal voorstel, dat reeds in bepaalde sectoren in Wallonië bestaat, kan de leeftijd waarop werknemers op een menselijke manier actief blijven verhogen. Het zal ook de werkloosheid onder jongeren verlagen. 

Het pensioendebat mag dus niet in isolatie worden gevoerd, en de pensioenhervorming moet de ambitie hebben om bestaande ongelijkheden weg te werken. De ongelijkheid tussen mannen en vrouwen moet hierbij prioritair worden rechtgezet. Alleen door de gelijkwaardigheid van alle Belgen ook in de praktijk om te zetten, kunnen we evolueren naar een eerlijkere, menselijkere en gezondere samenleving.

Volg onze strijd voor gelijke kansen