Steeds meer kleuters in buitengewoon onderwijs
04 Mei 2023
'Met wat meer ondersteuning zouden heel wat van deze kinderen zich ook perfect thuis kunnen voelen in het reguliere onderwijs. In plaats van daar op in te zetten, zorgt minister Weyts nu voor overvolle scholen en ellenlange wachtlijsten.'
Op 1 februari 2018 gingen 1986 kleuters naar school in het buitengewoon onderwijs. Exact vijf jaar later, op 1 februari 2023, ligt dat cijfer op 2739 kleuters, een stijging van maar liefst 38 procent. Dat blijkt uit voorlopige cijfers van het departement onderwijs en vorming. De evolutie in het kleuteronderwijs volgt daarmee de evolutie in het lager en secundair onderwijs: ook daar zit het aantal leerlingen in het buitengewoon onderwijs al jaren in stijgende lijn. 'Het is zorgwekkend dat al erg jonge kinderen zo vlot worden doorverwezen naar het buitengewoon onderwijs', klinkt het bij Groen-parlementslid Johan Danen die vreest dat het nieuwe leersteundecreet die tendens nog zal versterken. 'Met wat meer ondersteuning zouden heel wat van deze kinderen zich ook perfect thuis kunnen voelen in het reguliere onderwijs. In plaats van daar op in te zetten, zorgt minister Weyts nu voor overvolle scholen en ellenlange wachtlijsten.'
Deze week stemt het Vlaams Parlement over het nieuwe leersteundecreet, de opvolger van het M-decreet. Inclusie als eerste optie, dat was het uitgangspunt van het M-decreet. Die ambitie wordt nu teruggedrongen naar 'gewoon onderwijs als het kan, buitengewoon onderwijs wanneer het nodig is'. Danen: 'Dat deze regering weinig werk maakt van inclusie, dat blijkt uit de cijfers: steeds meer leerlingen worden doorverwezen naar het buitengewoon onderwijs. Met dit nieuwe decreet zegt de regering bovendien letterlijk dat ze de ambitie nog verder terugschroeft en nog meer leerlingen uit het reguliere onderwijs zal weren.'
Hoewel in theorie leerlingen uit het buitengewoon onderwijs later ook weer kunnen terugkeren naar het reguliere onderwijs, blijkt uit cijfers dat die beweging maar erg zelden gemaakt wordt. Dat toont zich het sterkst in het basisonderwijs. Terwijl 5752 kleuters en lagereschoolkinderen bij de start van 2021-2022 de overstap maakten naar het buitengewoon onderwijs, maakten slechts 172 kleuters en lagereschoolkinderen die beweging in de omgekeerde richting. 'Eens je in het buitengewoon onderwijs belandt, is de kans eerder klein dat je nog terugkeert naar een reguliere school. Net daarom is het ontzettend belangrijk dat er van bij het begin sterk ingezet wordt op inclusie', benadrukt Danen.
Wachtlijsten
'We moeten ons echt de vraag stellen waarom er in Vlaanderen zoveel kinderen naar het buitengewoon onderwijs worden doorverwezen', klinkt het bij Danen die aandringt op bijkomend onderzoek. Door de grote doorstroming groeien ook de wachtlijsten aan. 'Leerlingen die verder geholpen zouden zijn met wat extra hulp in de klas, krijgen van deze minister geen steun, maar een plaats op een wachtlijst', klinkt het scherp bij Danen.
In een poging de groeiende wachtlijsten aan te pakken, investeerde minister Weyts echter niet in meer ondersteuning van schoolteams en meer inclusie, maar verlaagde hij de voorwaarden om een nieuwe buitengewone school op te richten. 'We hebben nood aan meer inclusie en meer ondersteuning van leerkrachten, niet aan meer schoolgebouwen', hekelt Danen.
Sociaal weefsel
Met zijn aanpak gericht op gebouwen in plaats van op leerlingen ontneemt minister Weyts jonge leerlingen leerkansen, meent Danen. 'Als er écht in wordt geïnvesteerd, biedt inclusief onderwijs tal van voordelen', benadrukt Danen. 'Zowel voor sterkere leerlingen, die van jongs af aan op een natuurlijke manier leren omgaan met diversiteit, als voor leerlingen die nood hebben aan meer ondersteuning. Niet alleen worden die laatsten een stuk meegestuwd door de sterkere leerlingen, ook zorgt inclusief onderwijs ervoor dat ze naar school kunnen gaan dicht bij huis en een sociaal netwerk kunnen opbouwen.'