Stop de verdamping van aanvullend pensioen

24 Mei 2023

Stop de verdamping van aanvullend pensioen

Er zit een rekenfout in de berekening van de sociale bijdragen op de pensioenen. Hierdoor wordt een kleine groep gepensioneerden met een bescheiden pensioen sterk benadeeld. We kennen de oplossing, laten we die uitvoeren. 

Tijdens de commissievergadering van 24 mei 2023 stelde parlementslid Dieter Van Besien enkele vragen aan Karine Lalieux, de minister van pensioenen. Hij vroeg haar naar een stand van zaken van de aanpassing van de berekeningsformule van de sociale bijdragen op onze pensioenen. Door de huidige formule wordt een groep mensen die een relatief klein pensioen hebben dat bestaat uit een combinatie van pensioenrechten uit de eerste en tweede pijler. Hierdoor houden ze minder nettopensioen over dan wanneer ze geen aanvullend pensioen zouden hebben. 

Het verdampen van het aanvullend pensioen

Er doen al enkele maanden zorgwekkende berichten de ronde over mensen hun pensioenrechten. Gepensioneerden die bescheiden pensioenrechten hebben opgebouwd in de eerste (wettelijk) en tweede pijler (aanvullend pensioen) kunnen sterk benadeeld worden. De manier waarop de sociale bijdragen op het pensioen berekend worden houdt voor sommige mensen in dat ze minder pensioen overhouden dan wanneer ze alleen een eerste pensioenpijler hadden opgebouwd. 

Iedereen erkent de onrechtvaardigheid van deze situatie. De vraag is echter wanneer er een oplossing komt voor de benadeelden. Voor mij is het duidelijk dat deze situatie niet zou mogen bestaan, en zo snel mogelijk moet worden opgelost. Fouten zijn menselijk, maar voor de benadeelden is het onvoorziene effect van deze fout niet om te lachen - zij moeten leven van hun pensioen. Zoals in andere dossiers koppelt de minister deze rechtzetting aan de volgende pensioenhervorming. De vraag blijft echter hoe lang we deze koppeling mogen aanvaarden indien blijkt dat een grote pensioenhervorming steeds opnieuw uitgesteld wordt. Via mijn tussenkomst wou ik druk uitoefenen op de minister om tot een oplossing te komen. Mijn vragen en de antwoorden van de minister kan u hieronder meelezen.

Mijn vragen aan de minister

In De Morgen werd op 22 maart 2023 wederom de aandacht gevestigd op een hiaat in onze pensioenwetgeving die ervoor zorgt dat een paar duizend mensen ernstig benadeeld worden, en hun pensioenbedrag zelfs zien dalen. Het gaat over mensen met een brutopensioen tussen 1790 en 1880 euro en een aanvullend pensioen van tussen de 5000 en 15.000 euro. Deze mensen moeten door de berekeningswijze van de sociale bijdragen op de combinatie van deze inkomsten meer bijdragen dan dat hun aanvullend pensioen bedraagt. Dit is natuurlijk onaanvaardbaar en moet zo snel mogelijk worden geremedieerd. Ook de sociale partners zijn daarvan overtuigd.

Ik heb begrepen dat de begrotingscontrole niet heeft geleid tot een oplossing voor deze problematiek. Ik heb wel verstaan dat u de oplossing voor dit probleem reeds in het verleden op tafel hebt gelegd.

  1. Wat is de stand van zaken in dit dossier? Is er zicht op een oplossing?
  2. Kan u meer uitleg geven bij de kostprijs? U zei dat uw voorstel van een oplossing 17 miljoen euro zou kosten. Gaat dit over een jaarlijks bedrag? Zal deze kostprijs doorheen de tijd dalen door de toename van het aantal mensen die meer pensioenrechten en een groter aanvullend pensioen opbouwen? 
Het antwoord van de minister

Het klopt wat u zegt. De huidige berekening van de ZIV-bijdrage bevat enkele onrechtvaardigheden.

Vooral begunstigden van een bescheiden aanvullend pensioenkapitaal kunnen hierdoor worden getroffen. In sommige gevallen kan het gebeuren dat zij na verloop van tijd meer betalen aan extra ZIV-bijdragen dan het bedrag van hun pensioenkapitaal. Dit is onrechtvaardig, maar ook nefast voor het vertrouwen in het aanvullend pensioen. 

Het is nog steeds mijn vast voornemen dit probleem aan te pakken. Ook de sociale partners hebben hierom gevraagd, en in de afspraken van 6 april 2023 heeft de G10 een specifieke oplossing vooropgesteld.

Dit komt neer op een jaarlijkse kostprijs van ongeveer 21 miljoen euro voor een groep van 65.319 gerechtigden. Deze kostprijs blijft min of meer constant over de jaren heen. Er werd beslist dit dossier toe te voegen aan de discussie over de pensioenhervorming, waarbij ik herhaal dat alle kaarten reeds geruime tijd op tafel liggen, maar dat het de eerste minister is die de agenda bepaalt.

Mijn repliek

Mevrouw de minister, we zijn het alvast eens dat over het feit dat dit onrechtvaardig is. Het gaat om een groep kwetsbare mensen, niet om de grootverdieners, niet de mensen met de hoge pensioenen. Het gaat om mensen voor wie elke euro telt. Zij hebben het geluk om een tweede pensioenpijler te hebben maar ze hebben de pech dat het maar een heel bescheiden pijlertje is. Dat die kleine aanvulling voor de volle honderd procent wordt wegbelast, is onaanvaardbaar en onrechtvaardig. 

Laat ons dat probleem dringend aanpakken, al dan niet binnen de pensioenhervorming, maar wel nog tijdens deze legislatuur.

 

Lees hier ons standpunt over pensioenen