Tijd voor een groot onderzoek naar mogelijke klassenjustitie

08 Juni 2023

Tijd voor een groot onderzoek naar mogelijke klassenjustitie

"Het spiksplinternieuw Federaal Mensenrechteninstituut zou de leiding kunnen nemen in een multidisciplinair onderzoek naar mogelijke klassenjustitie."

door: Federaal Parlementslid Stefaan Van Hecke

Is er sprake van klassenjustitie in ons land? Het antwoord daarop is genuanceerd. Er is één wet waar klassenjustitie of het risico daarop ingebakken zit. Maar dat betekent niet dat het structureel ingebakken zit in onze wetgeving. Even verduidelijken.

De afkoopwet

Laten we beginnen met de afkoopwet of de verruimde minnelijke schikking. Sinds de inwerkingtreding in 2011 kregen meer dan 1500 mensen en bedrijven de kans om hun vervolging af te kopen. Ze betaalden ruim 1 miljard euro aan de staat om een veroordeling te ontlopen. Dat gebeurde vooral in fraudezaken. En opvallend: 9 op de 10 van die schikkingen werden nooit publiek gemaakt. We wisten het dus niet.

Het is niet voor niets dat op aandringen van de Groenen het regeerakkoord bepaalt dat de afkoopwet het voorwerp zal uitmaken van een grondige evaluatie. Die evaluatie is bijna rond. Het is nog wachten op een audit die de Hoge Raad voor de Justitie aan het afronden is.

Klassenjustitie, of minstens het risico daarop, zit hier duidelijk ingebakken in de wet. Een schikking is zelfs mogelijk voor misdrijven waarop 15 tot 20 jaar cel staat, zolang het parket niet meer dan twee jaar cel wil vorderen en zolang er geen ‘zware aantasting van de lichamelijke integriteit’ was. Schikken kan dus niet voor ernstige geweldmisdrijven.

Zijn er mechanismen die klassenjustitie in de hand kunnen werken?

Maar niet elk risico op klassenjustitie zit letterlijk ingebakken in de wet zelf. Er zijn mogelijks ook  minder zichtbare mechanismen in ons rechtssysteem die kunnen leiden tot een vorm van klassenjustitie. ‘Kunnen’, inderdaad, want we hebben er geen of amper zicht op. Er is amper wetenschappelijk onderzoek naar klassenjustitie of de mechanismen die daar direct of indirect toe kunnen leiden.

Als politici komt het ons niet toe om kritiek te uiten op een specifieke uitspraak. Maar we kunnen er niet naast kijken dat er na het arrest in de zaak Sanda Dia een heel sterk gevoel van klassenjustitie leeft. Niet alleen bij de honderden betogers die de laatste dagen op straten en pleinen kwamen. Maar ook aan vele keukentafels, op het werk, op de tram of bus,… Er wordt overal over gesproken.

Bijvoorbeeld het al dan niet vermelden van de identiteit van een veroordeelde kan aanleiding geven tot een gevoel van klassenjustitie. Waarom verschijnt de naam van de Voorzitter van de Vlaamse Jeugdraad in de pers wanneer een familielid wordt beschuldigd van een misdrijf en worden de namen van de Reuzegommers niet gepubliceerd? Waarom weten we niets over de 90% van de personen die hun straf afgekocht hebben, meestal wegens fiscale fraude of andere ernstige economisch-financiële misdrijven? Ik begrijp heel goed de argumenten van diegenen die pleiten om de identiteit niet vrij te geven, want eens gepubliceerd blijft het je je hele leven achtervolgen. Laten we dan consequent zijn en die identiteit dan consequent niet vermelden, tenzij uitzonderlijk als het bv gaat om publieke personen. Dan wordt iedereen gelijk behandeld.

Niet iedereen start gelijk aan een proces

Vertrekt elke beklaagde of verdachte wel met gelijke kansen aan de start van een strafonderzoek? Ook hier kunnen we ons veel vragen over stellen. Wie behoort tot de hoogste sociale klasse zal snel beroep kunnen doen op goede, gespecialiseerde advocaten, van bij de eerste ondervragingen. Belangrijk, want daar wordt de basis gelegd voor de verdere uitbouw van het strafdossier. Op het einde van dat traject komt de strafrechter, die zal oordelen op basis van het onderzoek dat vooraf is gevoerd, de ondervraging van verdachten en getuigen, al dan niet bijgestaan door advocaten. Het is daarom ook ongepast om meteen de individuele rechters, die helemaal op het einde van de rit komen, te viseren. Niet iedereen start gelijk aan een proces.

Dit zijn maar enkele mogelijke oorzaken waarom niet iedereen op dezelfde manier in een proces stapt. En er zijn er nog veel meer. Te veel om hier op te sommen.

Een grondig, multidisciplinair onderzoek naar mogelijke mechanismen van klassenjustitie is nuttig en noodzakelijk

Grondig onderzoek naar alle mogelijke mechanismen die zorgen voor mogelijke klassenjustitie en het veel voorkomende gevoel van klassenjustitie is essentieel en noodzakelijk. Klassenjustitie betekent – op structureel vlak - niet alleen dat rijke mensen een voorkeursbehandeling zouden krijgen van de rechter, maar ook dat diverse factoren samen zorgen voor een gunstiger uitkomst voor sommigen. Dit gaat ook veel verder dan het bestaan van de ene of de andere wet. Het gaat om een geheel van mechanismen, zichtbaar en onzichtbaar, die in het systeem sluipen. Een dergelijk onderzoek moet grondig en multidisciplinair gebeuren, niet alleen vanuit juridisch oogpunt, maar ook vanuit criminologisch, sociologisch,… oogpunt.

We hebben veel gespecialiseerde en gereputeerde organen, onderzoekers, universiteiten,…  in ons land die kunnen bijdragen aan een dergelijke onderzoek. En vooral: we hebben een spiksplinternieuw Federaal Mensenrechteninstituut, dat hier de leiding zou kunnen nemen in dit multidisciplinair onderzoek. Wie kan daar nu tegen zijn? Niemand toch?

 

Schrijf je in voor de nieuwsbrief van Stefaan